Samenvatting: Examen Module 3

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Examen module 3

• 1 Basisboek Sociaal werk

• 1.1 (01) Onderwerp 1Methodisch handelen en doelgericht werken

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is het cyclisch proces binnen methodisch handelen en de fasen?

  Beginsituatie vaststellen ( Wat kan de cliënt)
  Ondersteuningsvraag beschrijven ( wat wil de cliënt bereiken)
  Doel formuleren ( hierin staat wat men wil bereiken, en welke ondersteuning)
  Plannen maken en uitvoeren (plan van aanpak)
  Uit voering evalueren en doelen bijstellen (is het doel bereikt)

• Waar staan de SMART doelen voor?

  Specifiek = doel concreet formuleren
  Meetbaar = meetbaar of doel is bereikt
  Acceptabel = aansluit bij wensen of mogelijkheden van cliënt
  Realistisch = Haalbare doelen
  Tijdgebonden  = Duur dat doel bereikt kan zijn

• 1.2 (04) Signaleren en observeren

  Dit is een preview. Er zijn 14 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn factoren die de observatie kunnen beïnvloeden?

  Persoonlijke factoren (vooroordeel)
  Gezondheid cliënt
  Veranderingen werksituatie (is werkplek geschikt)
  Veranderingen in omgeving (tv te hard aan)
  Sociale gebeurtenissen (overlijden, kind uit huis)

• Wat zijn valkuilen bij een observatie?

  De eerste indruk (verder kijken dan dat)
  Selffulfilling prophecy  (vooroordeel)

• 1.4 (08) Vorming en ontwikkeling van groepen

  Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
  Laat hier meer flashcards zien

• Waarom is een taakdoel en een sfeerdoel onlosmakelijk met elkaar verbonden?

  Zij beïnvloeden elkaar door het met elkaar omgaan en samenwerken.
  Sfeerdoel= fijne manier van met elkaar omgaan
  Taakdoel= samen vervullen van een taak

• Wat is het vijf-fasen model van Oomkes?

  Verkennen van de groep- oriënteren in de groep staat centraal
  Strijd om de macht - Groepsleden krijgen de rol die bij hen past
  Samenwerking- hier ontstaat de groepscohesie omdat iedereen zich veilig voelt (Ideale fase in de groepsdynamica)
  Strijd om de intimiteit- Strijd rondom openheid/geslotenheid, hoeveelheid diepgang van de groep wordt bepaald
  Harmonie- Groepsleden kunnen zich ontplooien, en realiseren van doelen.De groep is een eenheid.

• 1.5 (09) Onderzoeken en sturen van de groep

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.5
  Laat hier meer flashcards zien

• Wanneer en waarom maak je een groepsanalyse?

  Om de ondersteuningsvraag te onderzoeken, daarbij onderzoek je de typerende groepseigenschappen (groepsdynamiek), en de rol en invloed van elk groepslid.
  Daarna kan je gericht aan de slag

• 1.6 (13) Mensen in hun kracht

  Dit is een preview. Er zijn 34 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.6
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat draagt begeleiden bij netwerkontwikkeling aan bij?

  Het ondersteunen en behouden van contacten van iemand

• Wat is echtheid in de beroepshouding?

  Jezelf zijn

• Wat zijn innerlijke behoeften?

  Behoeften vanuit de persoon zelf