A1 - Eiwitsynthese - Eiwitsynthese

11 belangrijke vragen over A1 - Eiwitsynthese - Eiwitsynthese

Wat is de secundaire structuur van een eiwit?

Deze wordt bepaald door de hoek die de aminozuren samen maken. Door waterstofbruggen tussen de peptidebindingen worden er alpha-helicen of béta platen gemaakt.

Wat is de tertiaire structuur van een eiwit?

De vouwing van het eiwit als geheel. Dit wordt bepaald door restgroepen van aminozuren die andere restgroepen aantrekken of afstoten. Soms worden er extra peptidebindingen of zwavelbruggen gevormd.

Wat is de quaternaire structuur van een eiwit?

Deze structuur wordt gevormd doordat meerdere polypeptideketens samen één eiwit vormen. Er kunnen dan ook andere verbindingen aan worden gebonden. Voorbeelden zijn hemoglobine en insuline.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waar vindt de transcriptie plaats?

In de celkern

Wanneer is de mRNA klaar om vertaald te worden naar eiwit?

De mRNA verlaat via een porie de celkern en belandt in het cytoplasma. De vertaling naar eiwit gebeurd door middel van het proces van translatie.

Waar vindt translatie plaats?

In het cytoplasma en loopt van het 5' naar 3' uiteinde.

Wat gebeurd er in de ribosoom en hoe gaat dit?

De informatie van het mRNA wordt afgelezen. Dit proces begint bij het startcodon (AUG) dat codeert voor het aminozuur methionine. Tijdens de translatie zorgt het rRNA voor de vorming van peptidebindingen tussen aminozuren.

Wat gebeurd er wanneer een tRNA bindt op het juiste codon in het mRNA?

Dan knipt het ribosoom het aminozuur los en koppelt het vervolgens aan de groeiende keten. Het tRNA laat weer los, het rRNA schuift op en de volgende tRNA kan aanhechten.

Wanneer stopt de translatie?

Als een ribosoom een stopcodon bereikt.

Wat gebeurd er met de eiwitten in het Golgi-systeem?

Eiwitten uit het ER worden verder bewerkt, opgeslagen en getransporteerd. Ten slotte worden eiwitten en vetten door middel van transportblaasjes uitgescheiden. Zo vindt de eiwitsynthese plaats.

Wat doet de RNA met de erfelijke informatie (DNA)?

RNA brengt de erfelijke informatie (het DNA) van de celkern over naar het eiwitproducerende deel van de cel. Zo fungeert het RNA eigenlijk als intermediair tussen het DNA (informatie/instructies) en het eiwit (de uitvoerder). Hierdoor zorgt het RNA ervoor dat de juiste eiwitten in de correcte hoeveelheden en op het juiste moment worden aangemaakt

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo