Samenvatting: Examenvragen Genetica
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Examenvragen genetica
-
1 vragen hoofdstuk 1
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
In de hypothetische veronderstelling dat een vader en moeder voor alle nucleaire genen dezelfde allelen bezitten, geven ze dan dezelfde genetisch informatie door aan hun kinderen? Verklaar
Nee, want dit is niet het geval als de vader en moeder heterozygoot zouden zijn voor bepaald gen. Dit betekent dat het dier twee homologe allelen heeft die niet hetzelfde zijn: de een bevat het gen bijvoorbeeld wel en de ander niet. Bij de meiose krijg je dan dat die twee allelen gesplitst worden en elk in een andere gameet komen. Dit gebeurt bij het moederdier en het vaderdier. Als de nakomelingen nu weer heterozygoot worden, hebben de ouderdieren niet hetzelfde allel doorgegeven en dus ook niet dezelfde genetische informatie -
Bij een kruising tussen een collie en een setter, beiden lijder aan progressieve retina atrofie, had geen enkele van de acht nakomelingen PRA. Welke besluiten kunnen hieruit getrokken worden met betrekking tot de overerving van PRA in beide rassen?
Dat het in beide rassen recessief is en dat de mutatie niet in hetzelfde gen zit bij beide rassen. Dit is locus heterogeniteit -
Bij een kruisingsproef van staartloze x staartloze honden werden in de F1 85 nakomelingen zonder staart en 44 met staart bekomen. Terugkruising van F1 staartloze dieren met normale dieren leverde 65 nakomelingen zonder staart op en 66 met staart. Is het allel voor staartloosheid dominant of recessief en welk type van overerving kan hier verondersteld worden?
Recessief lethaal: degenen die homozygoot zijn voor dit gen, zullen het niet overleven, degenen die heterozygoot zijn, hebben een kleine afwijking, waardoor je de verhouding 2/1 krijgt bij staartloos x staartloos en 1/1 bij staart x staartloos -
Behoorlijk wat kenmerken kennen een veruiterlijking die afhankelijk is van het geslacht. Een aantal van deze kenmerken worden bepaald door genen gelegen op de heterosomen en een aantal door genen gelegen op de autosomen. Hoe kan onderscheid gemaakt worden tussen beiden?
De verhouding in voorkomen is anders. Bij autosomaal is de verhouding 3/1 in het geslacht waar het kenmerk tot uiting komt en bij heterosomaal is de verhouding 1/1. Dit verschil in verhouding komt doordat je bij die op de autosomen 2 keer een X moet hebben die aangetast is en bij heterosomaal maar 1 X hoeft te hebben die is aangetast ( want er is maar 1 X) -
Hoe kan worden verklaard dat autosomaal gelegen genen toch een geslachtsafhankelijk fenotype veroorzaken? Bespreek dit op moleculair niveau
Het fenotype wordt beïnvloed door de genen en door het milieu. In dit geval zijn de hormonen van belang. Hormonen kunnen de expressie van specifieke autosomaal gelegen genen manipuleren. Er zijn een paar verschillende soorten hormonen die elk op een andere manier werken.
De geslachtsgebonden hormonen zijn allemaal steroïde hormonen
Wanneer een geslachtshormoon niet aanwezig is voor een gen met een geslachtsafhankelijk kenmerk, dan zal het gen geen transcriptie ondergaan en dan zal het kenmerk dus niet tot uiting komen -
Wat is allelische heterogeniteit?
verschillende types defecten in hetzelfde gen -
2 hoofdstuk 2
Dit is een preview. Er zijn 69 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Waarom korten de telomeren na elke deling in?
Op het eind van de replicatie worden de RNA primers, die door het primase werden aangelegd, verwijderd. Dit lege stukje wordt ingevuld met behulp van DNA polymerase. DNA polymerasen hebben echter een RNA-primer met een vrije 3' OH groep nodig om te kunnen starten. Hierdoor kan ter hoogte van de lagging strand de vrijgekomen plaats niet worden verlengd. Bovendien zat de RNA primer niet helemaal op het uiteinde van de streng.
De leading strand wordt los hiervan gegenereerd, maar de inkorting van het C-rijke deel is niet goed gekend -
Wat zijn de gevolgen van de inkorting van de telomeren?
Wanneer het telomeer te kort wordt, zal de cel stoppen met delen -
Hoe kan het inkorten van de telomeren tegengegaan worden?
Prolifererende cellen slagen erin om hun telomeren min of meer constant te houden met behulp van telomerase. Telomerase is een ribonucleoproteïne complex bestaande uit:
- TR= telomerase RNA; dit is complementair aan de G-rijke streng en kan zich erop vasthechten. Zo dient het als een matrijs voor de verlenging.
- TERT= telomeer reverse transcriptase; met behulp van DNA polymerase en primase wordt de C-rijke streng verlengd naar analogie met de lagging strand -
Is de naam junk-DNA terecht? Verklaar waarom wel of niet
Nee, men is tot inzicht gekomen dat junk DNA niet alleen maar evolutief afval is, maar waarschijnlijk ook een aantal functies heeft, waaronder:
- structurele organisatie van chromosomen
- synapsis (=parenvormen van homologe chromosomen bij de meiose)
- functie bij overkruising en recombinatie
- protectie van structurele genen
- exonshuffling waardoor andere eiwitten worden gemaakt
- regulatie van de genexpressie
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden