Conservatoire maatregelen - Algemene bepalingen voor conservatoir beslag
35 belangrijke vragen over Conservatoire maatregelen - Algemene bepalingen voor conservatoir beslag
Vermogensbestanddelen die vatbaar zijn voor een bepaalde vorm van executoriaal beslag zijn in beginsel ook vatbaar voor de daarmee corresponderende vorm van conservatoir beslag. De algemene bepalingen voor conservatoir beslag bevatten op dit punt een drietal bepalingen die inhoudelijk geheel of grotendeels overeenkomen met de desbetreffende bepalingen voor executoriaal beslag, welke?
- 703 (vgl art. 436): beslag mag niet gelegd worden op goederen bestemd voor de openbare dienst
- 707 (vgl art. 437): hetgeen is bepaald omtrent conservatoir beslag op een goed, is van overeenkomstige toepassing op conservatoir beslag op een beperkt recht op of een aandeel in een zodanig goed
- 708, waar de kwestie van conservatoir beslag op een goed waarop een schuldeiser zich kan verhalen en dat aan een ander dan de schuldenaar toebehoort op soortgelijke wijze wordt gelegd als art. 435 dat doet m.b.t. executoriaal beslag.
Hoe beslist de voorzieningenrechter?
700 lid 2, na summier onderzoek. Hij mag op de mededelingen van de verzoeker en de door hem overhandigde stukken afgaan. Uitzonderingen daargelaten, maar degene ten laste van wie het beslag gelegd wordt, wordt niet opgeroepen om te worden gehoord. Zie 279 lid 1. Hij zou dan namelijk goederen kunnen laten verdwijnen. Verlof hoeft niet te worden gemotiveerd, 287 lid 2 jo 230 lid 2.
Gevaar van voornoemde snelle werkwijze door de voorzieningenrechter is misbruik. Hoe wordt hierop een rem gevormd?
De beslaglegger kan, indien achteraf blijft dat hij ten onrechte is overgegaan tot het leggen van beslag, tot schadevergoeding worden veroordeeld (zie hoofdstuk 3.12). Bovendien kan een ten onrechte gelegd beslag desgevorderd snel door de rechter worden opgeheven.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Kan men in hoger beroep gaan van een beslissing van de voorzieningenrechter?
Volgens slotzin van 700 lid 2 niet. Volgens 358 staat tegen een weigering wel hoger beroep open. Wordt in hoger beroep het verlof wederom geweigerd dan staat cassatie open (426).
Wordt de situatie van de mogelijkheid van hoger beroep ook anders indien de schuldenaar voorafgaand aan het gegeven verlof heeft gehoord en er dus sprake is van een op tegenspraak gegeven beschikking?
Dit zou verdedigbaar zijn dat het rechtsmiddelenverbod van slotzin 700 lid 2 dan niet geldt, maar de HR heeft echter uitgesproken dat de wetgever geen uitzondering heeft willen maken in deze situatie (Hagemeyer/Bekkers en Gispen qq, 25-9-2009).
Wat zijn de gevolgen van het leggen van conservatoir beslag zonder voorafgaand verlof?
Wet vermeldt niet wat de gevolgen zijn. Het ontbreken van het verlof van de voorzieningenrechter zal een grond kunnen vormen voor opheffing van het beslag (705, zie hoofdstuk 6.12 e.v.).
Wat betekent zwart maken van een beslag?
De mogelijkheid dat degene die een beslag tegen zich verwacht, verzoekt te worden geplaatst op een lijst. Indien vervolgens conservatoir beslag wordt verzocht tegen een op de lijst geplaatste persoon, pleegt de voorzieningenrechter die persoon te horen alvorens hij ter zake een beslissing geeft.
Wat betekent grijs maken van een beslag?
Degene die een beslag tegen zich verwacht verzoekt op de grijze lijst te worden geplaatst. Hiertoe dient hij zijn bezwaren tegen het verwachte beslag duidelijk te maken. De voorzieningenrechter kan in dit geval de aspirant-text-decorationbeslaglegger horen, teneinde diens belangen af te wegen tegen de hem reeds bekend bezwaren van de mogelijk toekomstige beslagen. Verschil met de zwarte lijst: bij een zwart gemaakt beslag gaat het om het vooraf horen van de aspirant-text-decorationbeslagene.
Leg uit wat de eis van vrees voor verduistering inhoudt en wanneer die geldt.
Voor sommige conservatoire beslagen mag het verlof tot beslaglegging slechts gegeven worden indien de schuldeiser aantoont dat er gegronde vrees bestaat voor verduistering van de vermogensbestanddelen van zijn schuldenaar. Er is geen algemene regel wanneer die eis wel of niet geldt, zie daarvoor telkens de afzonderlijke regelingen van de conservatoire beslagen (zie bijv. 711 lid 1 wel en lid 2 niet).
Wat betekent vrees voor verduistering precies en geef voorbeelden.
Staat los van het strafrechtelijke begrip verduistering. Het is: vrees dat vermogensbestanddelen aan verhaal van schuldeiser(s) onttrokken zullen worden c.q. dat de (verhaals)waarde daarvan wordt verminderd. Voorbeelden:
- directeur van een NV biedt binnen een week na het faillissement via dagbladadvertenties zijn 2 auto's en zijn garage te koop aan
- in het algemeen slechte financiele omstandigheden van de schuldenaar
- de enkele uitlating van de debiteur dat, als hij het hoofdgeding verliest, hij ervoor zal zorgen dat zijn schuldeiser geen verhaal zal vinden.
Het beslagverlof voldoet niet aan de eis dat men 'tot het treffen van dwangmaatregelen mag overgaan als men over een volwaardige executoriale titel beschikt'. Men dient te beschikken over een executoriale titel waarin e.e.a. wordt vastgelegd. Op welke wijze geschiedt dat?
Wordt beheerst door de gewone procesregels. Dit betekent in de meeste gevallen een dagvaardingsprocedure aanspannen= de hoofdzaak.
Wat kan als hoofdzaak worden aangemerkt?
Gewone dagvaardingsprocedure en kortgeding voor de toepassing 700 lid 3 en 704 (HR Ajax/Reule 26-2-1999). Na HR Ontvanger/Heemhorst 3-10-2003 werd duidelijk dat het begrip hoofdzaak een ruime en niet uitsluitend civiele uitleg behoeft. Hier werd uitgemaakt dat ook een belastingaanslag als hoofdzaak kan dienen.
(In discussie is een bindendadviesprocedure.)
In de meeste gevallen zal een dagvaardingsprocedure worden gestart om een executoriale titel te verkrijgen. Wat is nog meer mogelijk?
Een verzoekschriftprocedure. Het instellen van een eis in reconventie in een door de wederpartij aangespannen procedure. Bij arbitrage vormt het arbitrale vonnis de vereiste executoriale titel. Of als een buitenlandse rechter bevoegd is, is een exequatur nodig om de buitenlandse rechterlijke uitspraak in Nederland executoriale werking te geven.
Wanneer moet een partij de eis hebben ingesteld?
Zie 700 lid 3 (onder 'een eis in hoofdzaak is ingesteld vallen alle hierboven genoemde wijzen van procederen). In de praktijk wordt vaak een termijn van 14 dagen aangehouden, maar als te voorzien valt dat het instellen meer tijd vergt kan hij een langere termijn bepalen (mits dit voor het verstrijken van de termijn is verzocht), bijvoorbeeld als partijen arbitrage overeengekomen zijn en de benoeming van arbiters problemen oplevert of als in het buiten geprocedeerd moet worden.
Ingeval van derdenbeslag heeft een verlenging slechts werking indien de verlenging tijdig is medegedeeld aan de derde.
Wat als de beslaglegger de termijn van indienen van de eis of eventueel verlengde termijn niet in acht neemt?
700 lid 3 slotzin, beslag vervalt van rechtswege.
Is tegen de beslissing van de voorzieningenrechter omtrent de termijn een hogere voorziening toegelaten?
Nee, 700 lid 3 voorlaatste zin, ook niet indien rechter beslists op een verlengingsverzoek dat de termijn niet verlengd wordt (let op: tegen een weigering om verlof tot beslaglegging te verlenen zijn wel hogere voorzieningen mogelijk).
Welke wetsartikelen zijn van belang m.b.t. het stellen van zekerheid (algemeen)?
-artikel van materiaal recht: 6:51 BW
-artikel van processueel recht: 616 Rv. Beide artikelen eens goed doorlezen.
Wanneer is 6:51 BW van toepassing?
Wanneer uit de wet voortvloeit dat iemand verplicht is tot het stellen van zekerheid of dat het stellen van zekerheid voorwaarde is voor het intreden van enig rechtsgevolg. Hieronder valt zowel het geval van 701 Rv (beslagverlof onder voorwaarde dat zekerheid door de beslaglegger gesteld wordt) als het geval van 705 lid 2 Rv (de voorzieningenrechter in kort geding dient desgevorderd een conservatoir beslag, dat is gelegd voor een geldvordering, op te heffen, indien de beslagene voor deze vordering voldoende zekerheid stelt).
Welke soorten zekerheid zijn er? Waar wordt in de praktijk veelal gebruik van gemaakt?
Het eerste lid van 6:51 bepaalt dat degene die zekerheid stelt daarbij de keuze heeft tussen persoonlijke zekerheid (borgtocht) en zakelijke zekerheid (pand en hypotheek).
In de praktijk wordt meestal gebruik gemaakt van persoonlijke zekerheid in de vorm van een bankgarantie, waarbij een bank zich tot betaling verplicht voor het geval dat in rechte komt vast te staan dat haar client (de aanbieder van de zekerheid) tot die betaling verplicht is.
Een andere vorm van zekerheidstelling is het storten van een bepaald bedrag op een gemeenschappelijke bankrekening, waarover de raadslieden van partijen slechts gezamenlijk beschikkingsbevoegd zijn.
Hoe wordt het beslag m.b.t. het executoriale beslag ter inleiding van de executie tot afgifte van roerende zaken die geen registergoederen zijn gelegd?
Zie 492. Op dezelfde wijze als het executoriale verhaalsbeslag op deze zaken (zie lid 3 dat 440 van overeenkomstige toepassing verklaart).
Hoe ziet de wijze van beslaglegging bij conservatoire beslagen eruit?
702 lid 1 (hoofdregel): de voorschriften die gelden voor executoriaal verhaalsbeslag op een goed van de soort dat men in conservatoir beslag wil nemen, is van overeenkomstige toepassing.
Bij het leggen van conservatoir beslag past men dus de regels van het corresponderende executoriale verhaalsbeslag op analoge wijze toe, ténzij de wet anders bepaalt (art. 702 lid 1 aanhef). In de na de 'Algemene bepalingen' (700-710) staande afzonderlijke regelingen van de diverse soorten conservatoire beslagen kunnen dus afwijkingen van en aanvullingen op de hoofdregel van 702 voorkomen. De wetsontwerpen heeft van deze mogelijkheid een spaarzaam gebruik gemaakt.
Welke 2 bijzonderheden regelt 702 nog m.b.t. het conservatoire beslag?
1. Vermelding beslagverlof in beslagexploot, lid 1 slotzin; dat het beslag geschiedt krachtens beschikking d.d. … van de voorzieningenrechter van de rechtbank te…
2. Betekening beslagverlof en verzoekschrift aan de beslagene. Lid 2 bepaalt dat zowel het verzoekschrift als de beschikking houdende verlof tot het leggen van conservatoir beslag aan de beslagene betekend moeten worden. Dit dient te geschieden tegelijk met de betekening aan hem van het beslagexploot.
Wat geldt t.a.v. de blokkerende werking van conservatoire beslagen?
In 'Algemene bepalingen' (700-710) wordt hierover geen algemene regel gegeven. In de daarop volgende regelingen van de diverse soorten conservatoire beslagen worden echter m.b.t. de blokkerende werking steeds de regels van het met het conservatoire beslag corresponderende executoriale beslag van overeenkomstige toepassing verklaard. Zie bijv. 726 dat voor conservatoir beslag op onroerende zaken verwijst naar 505.
Als algemene regel kan men stellen dat de blokkerende werking van de executoriale beslagen ook geldt voor de daarmee corresponderende conservatoire beslagen.
Leg uit door middel van voorbeelden dat de blokkerende werking van de diverse soorten beslagen verschilt al naar gelang de aard van het goed waarop beslag is gelegd.
Beslag roerende zaken: speelt o.a. de bescherming van de eventuele derde-verkrijger die te goeder trouw is een grote rol.
Beslag onroerende zaken: is o.a. het tijdstip van inschrijving van het proces-verbaal van beslag in het daartoe bestemde openbare register van groot belang.
Waar worden geschillen over de tenuitvoerlegging van executoriale titels geregeld? En waar wordt de tegenhanger (geschillen m.b.t. conservatoire beslagen) geregeld?
Art. 438 en 705 Rv.
In art. 705 lid 1 staat dat de voorzieningenrechter het beslag op vorderingen van elke belanghebbende kan opheffen. Wie zijn die belanghebbende(n)?
Allereerst de beslagene, maar ook derden kunnen bij een conservatoir beslag betrokken raken, bijvoorbeeld indien de beslaglegger beslag heeft gelegd op goederen die niet aan zijn schuldenaar toebehoren.
Wie is bij art. 705 bevoegd als rechter?
T.a.v. de relatieve competentie is de voorzieningenrechter die het verlof tot het leggen van het beslag heeft gegeven bevoegd. Dit is echter niet exclusief. Het is ook mogelijk dat krachtens de algemene regels voor de relatieve competentie van de voorzieningenrechter in kort geding ook een andere voorzieningenrechter bevoegd is. 705 is niet exclusief, maar aanvullend van aard (HR DKHB/Kivo 23-2-1996).
Wat is beslist in HR Bijl/Van Baalen 30-6-2006?
Een in kort geding gelegd beslag moet niet per definitief worden opgeheven als de vordering waarvoor het beslag is gelegd in de bodemprocedure is afgewezen.
Art. 705 lid 2 noemt een aantal belangrijke opheffingsgronden. Welke twee dingen kan men hieruit afleiden?
1. De opsomming is niet limitatief. Bijv. er is ten onrechte beslag gelegd op goederen van een derde; er is beslag gelegd op goederen bestemd voor de openbare dienst (art. 703). Lees hierbij HR 24-11-1995 Tromp-Franca/Regency.
2. M.b.t. de wel in lid 2 genoemde opheffingsgronden heeft bepaling een imperatief karakter (er staat niet: de opheffing kan onder meer worden uitgesproken maar: de opheffing wordt onder meer uitgesproken).
Wat bepaalt art. 705 lid 2? En geef een voorbeeld.
Dat de rechter ingeval van verzuim van op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen het beslag dient op te heffen. Voorbeeld bij beslag op roerende-niet-registergoederen onder de schuldenaar: de formaliteiten vermeld in art. 440 die krachtens 702 ook voor de conservatoire vorm van dit beslag gelden. Krachtens 705 lid 3, dat 438 lid 2 4e zin van overeenkomstige toepassing verklaart, kan de rechter herstel bevelen van verzuimde formaliteiten. Indien de beslaglegger aan zo'n bevel gevolg geeft zal de rechter uiteraard niet meer de nietigheid van het desbetreffende beslag uitspreken.
Zinsnede art. 705 lid 2 'indien summier blijkt van de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht; het niet nodig zijn van het beslag'. Wat houdt de term summierlijk blijken in?
Dat de daartoe gestelde feiten slechts aannemelijk gemaakt behoeven te worden, waarbij de rechter niet aan de wettelijke bewijsregels gebonden is.
Waar kan men bij ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht aan denken?
Bijv. aan het geval dat de vordering die de beslaglegger stelt te hebben en ter verzekering waarvan hij conservatoir beslag heeft gelegd, niet bestaat.
Wanneer kan een beslag als onnodig worden aangemerkt?
Wanneer er geen gevaar is dat de beslaglegger te zijner tijd (na het verkrijgen van een executoriale titel) zijn vordering niet kan verhalen. Voorbeeld jurisprudentie: beslag werd als onnodig geoordeeld omdat voor de vordering van de beslaglegger enkele maanden vóór het beslag een hypotheek verleend was die voldoende zekerheid bood.
Wie zijn bevoegd een beroep te doen op 705?
Zowel de beslagene als eventuele andere belanghebbenden zijn steeds bevoegd opheffing van het beslag te vorderen.
In welke fase van een procedure kunnen de kosten van het beslag worden gevorderd?
706: zowel in de hoofdzaak als in een afzonderlijk in te stellen procedure. In de hoofdzaak werkt natuurlijk kostenbesparend, maar soms kan dit niet: indien de schuldenaar dadelijk na de beslaglegging de hoofdvordering betaalt. Het instellen van de hoofdzaak heeft dan geen enkele zin meer. Het niet instellen van de hoofdzaak binnen de gestelde termijn zal echter tot gevolg hebben dat het beslag vervalt (700 lid 3). Een dergelijk verval zal in beginsel geen invloed hebben op het recht van de beslaglegger op betaling van de beslagkosten.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden