Energy - Energy release from carbohydrate
33 belangrijke vragen over Energy - Energy release from carbohydrate
Welke drie verschillende stadia heb je van het vrijkomen van energie in een cel?
- Vertering, absorptie en assimilatie van relatief grote voedsel macromoleculen in kleinere subeenheden.
- Afbreken van glucose, aminozuur, vetzuur en glycerol-eenheden tot acetyl-Coenzym A
- Acetyl-CoA wordt afgebroken tot CO2 en H2O met aanzienelijk veel ATP productie
Noem de 3 strappen voor het gebruiken van macronutrienten in het energie metabolisme.
2. Deze vorm wordt omgezet tot acetyl-CoA.
(door middel van glycolyse, en omzetting van pyruvaat)
3. Het acetyl-CoA wordt geoxideert in de citroenzuurcyclus en door middel van oxidatieve fosforylering tot uiteindelijk CO2 en H20
Tijdens dit gebeuren komt er ATP vrij.
Noem de veschillende organen en bronnen in je lichaam die substraat leveren voor ATP vorming?
Lever:Glycogeen-glucose+gedeamineerd aminozuur->bloedstroom
Spierweefsel: ATP+PCR+triacylglycerolen+glycogeen+koolstof skeletten van aminozuren->bloedbaan
Vetweefsel: Triacylglycerol->vetzuren->bloedbaan
DUS in bloedbaan gedeanimeerde aminozuren glucose en vrijevetzuren
Komen citroen zuurcyclus in dan elektronen transport en worden dan ATP
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Waar vindt de citroenzuurcyclus plaats?
Dus 6 bronnen voor substraat voor ATP formatie:
- Tiacylglycerol en glycogeen moleculen uit spieren
- Bloedsuiker(uit leverglycogeen)
- Vrije vetzuren(van triacylglycerolen uit lever en vetcellen(adipocyten)
- Intramusculair en lever verkregen koolstof skeletten van aminozuren
- Anaerobische reacties in het cytosol in het begin van glucose of glycogeen afbraak(klein beetje ATP)
- Phsophorilisering vanADP door PCr door creatine kinase en adenylate kinase
Wat is het belang van koolhydraatverbranding? Benoem 5 redenen?
- Enige substraat waaruit anearoob ATP kan worden gevormd
- Tijdens lichte en matige inspanning komt 1/3 van de totale energie uit koolhydraten
- Vetmetabolisme vergt koolhydraatmethabolisme
- Het aeroob afbreken van koolhydraten voor energie gebeurt sneller dan de aerobe afbraak van vetzuren
- Het centraal zenuwstelsel heeft continu koolhydraten nodig om goed te functioneren
Wat is de primaire functie van de citroenzuurcyclus?
5 redenen waarom koolhydraten belangrijkste bron voor energie zijn:
1. Is het enige substraat waaruit ATP anaeroob gegenereerd kan worden. belangrijk in max inspanning boven aerobische inspanningen(met name intramusculair glycogeen)
2.gedurende licht en middelinspanning koolhydraten 1/3de van energiebehoefte
3. grote hoeveelheden vet verwerken kost een minimale hoeveelheid koolhydraat katabolisme
4. Aerobische afbraak voor energie gebeurt sneller dan vetzuur afbraak. Dus snel depleet(man met de hamer)
5. Zenuwstelsel continue stroom van koolhydraten nodig.
Welke twee soorten koolhydraat afbraken zijn beide onderdeel van de glycolyse?
- Glycolyse anaeroob => eindproduct lactaat
- Langzame glycolyse aeroob => eindproduct pyruvaat
Hoe worden de elektronen (H+) van de citroenzuurcyclus naar de electron transport chain vervoerd?
Waar vindt glycolyse plaats?
Hoe wordt lactaat gevormd en wat is het nut hievan?
Benoem de zes belangrijkste functies van koolhydraten in het metabolisme
2. Tijdens licht tot matige inspanning voorziet het 1/3 van de energie die het lichaam nodig heeft.
3. Er is iets afbraak van koolhydraten nodig om de vetverbranding op gang te helpen.
4. Koolhydraatverbranding vindt makkelijker/sneller plaats dan vetverbranding.
5. Het centrale zenuwstelsel heeft een onafgebroken toevoer van koolhydraten nodig om goed te functioneren.
6. Rode bloedcellen kunnen niet zonder glucose
Welke twee belangrijke enzymen hebben te maken met glycogenolyse en glycolyse?
- Glycogeen fosoforylase => bepaalt maximale snelheid glycogenolyse
- Fosfofructokinase => PFK bepaalt de snelheid van glycolyse
Hoeveel ATP ontstaat er bij glycolyse? En wat is glycolyse?
Glycolyse kost 2 ATP (soms 1 ATP) en produceert 4 ATP, netto levert het dus 2 ATP op.
Hoeveel ATP komt er vrij bij glycolyse?
4 en kost 1 in het geval dat glycogeen een glucose molecuul doneert) Als er wordt gestart met gucose molecuul dan 2
Door welke drie dingen wordt glycolyse gerugeleerd?
- Concentratie van glycolytische enzymen zoals hexokinase, fosfofructokinase en pyruvaatkinse.
- Aanwezigheid van het substraat fructose 1,6-difosfaat
- Aanwezigheid van zuurstof
Hoe wordt glycolyse gereguleerd?
Concentratie van glycolytische enzymen
Aanwezig substraat 1,6-difosfaat
Aanwezigheid zuurstof-> als er veel O2 in cel is wordt glycolyse geremd en schakelt lichaam over op vetverbranding
Wat komt er vrij tijdens glycolyse?
Hoe ontwikkelt de lactaat zich tijdens een rustige inspanning?
Lichte tot matige inspanning => voldoende O2 => steady-state in H+
- Vrijkomen H = oxidatie H
Hoe ontwikkelt lactaat zich tijdens een zware inspanning?
Zware inspanning => onvoldoende zuurstof of de snelheid waarmee zuurstof wordt verbruikt ligt te laag => non steady-state in H+
- H productie > H oxidatie
- Voor glycolyse is NAD+ nodig
- NAD+ vrijmaken dor lactaatformatie
- Vermoeidheid
Wat doet lactaat nog meer naast opstapelen?
- Buffering: Bicarbonaat (HCO3-)
- Oxidatie in andere spiervezels (lactaat shutteling)
- Substraat voor glycogeen synthese (Cori Cycles)
Wat is lactaat shutteling?
Lactaat omzetten inr pyruvaat en vervolgens in acetyl-CoA
Wat gebeurt er als lactaat ophoopt?
Wat is de balngrijkste rol citroenzuurcyclus?
Electronen leveren voor de electronen keten naar NAD+ en FAD door acetyl CoA om te zetten tot Co2 en H2
Wat zijn de 3 componenten voor aerobe metabolisme?
Citroenzuurcyclus, elektronen transport en oxidatieve phosphorilisatie.
Hoe wordt de energie metabolisme gereguleerd?
ATP en NADH werken als remmers.
ADP en NAD+ werken als activators, zorgen dat glycolyse op gang komt.
Waarvoor is O2 nodig tijdens de citroenzuurcyclus?
Wat zijn de stappen om energie uit vet te halen?
Lipolyse(triacylglycerol naar glycerol +3 vetzuren)
Transport vrije vetzuren bloedbaan
Opname vetzuren in spieren
Vormen weer triacylglycerol
Transport vetzuren gaan mitochondrium in daarin:
B-oxidatie: vetzuren->acetylCoA en vervolgens prooductie NADH en FADH2->ATP productie(alleen met voldoende zuurstof anders geen vetverbranding)
Welke twee snelheidsbeperkende enzymen hebben zowel glycolyse als CZS?
- ADP heeft grootste effect op deze enzymen
- Andere regelaars: Cellulaire fosfaat niveau, cyclisch AMP, AMPK, calcium, NAD+, citraat en pH
Welke hormonen spelen een rol bij lipase(splitsing vetzuren en glycerol)?
Adrenaline, nor-adrenaline, glucagon en groeihormoon stimuleren lipolyse en dus vetverbranding
Wat doen is het verschil tussen ATP/NADH en ADP/NAD+ ?
- ATP en NADH werken als enzym remmers
- ADP en NAD+ functioneren als activators
Totale hoeveelheid ATP die vrijkomt bij vetafbraak? Hoeveel bij koolhydraten?
460 tegen 32
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden