Samenvatting: Experimental Approaches To Understand Anxiety
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Experimental approaches to understand anxiety
-
2 Experimental approaches to understand anxiety
Dit is een preview. Er zijn 24 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Het cognitieve model van anxiety van Beck (1985) stelt:
Het cognitieve model van anxiety van Beck et al. (1985) stelt dat mensen cognitieve schema’s ontwikkelen. Dat zijn geheugenrepresentaties van situaties die te maken hebben met de zelf en emoties. Angstige mensen hebben meer overactieve gevaarschema’s die gebaseerd zijn op bedreigende ervaringen. De aandacht is dan meer gefocust op schema-congruente informatie (bij hen dus negatief) waardoor de negatieve overtuigingen blijven bestaan. -
Het associatief netwerkmodel van geheugen van Bower (1981) stelt:
Bower (1981) kwam met een associatief netwerkmodel van geheugen dat stelt dat door co-activatie concepten geassocieerd worden met specifieke concepten in het geheugen die opgeslagen zijn als knooppunten, waaronder emotie. Als emotie dus actief is, is het verwerken van informatie afhankelijk en vaak congruent met de stemming. -
6 manieren om aandachtsbias te meten?
1. Emotionele Stroop taak:
2. Dichotische luistertaak:
3. (Visueel) Dot probe taak:
4. Visueel zoeken taak:
5. Spatial cueing taak:
6: Eye tracking: -
Hoe wordt (1) de emotionele stroop taak gebruikt om de aandachtsbias te meten:
Reactietijden van het benoemen van de kleur vanbedreiging-gerelateerde VS neutrale woorden worden vergeleken om te kijken in hoeverre de bedreigende betekenis van een woordinterfereert met de taak.
- Mensen met (veel)anxiety hebben meer tijd nodig om de kleur van bedreigende,stoornis-gerelateerde woorden te benoemen dan mensen met weiniganxiety .
* kritiek= de interferentie kan ook komen doorgedragsinterferentie of vermijding. -
Hoe wordt (2) Dichotische luistertaak gebruikt om de aandachtsbias te meten:
Er wordt auditieve informatie gepresenteerd die verbaal overschaduwd moet worden. In het andere oor worden bedreigende of neutrale woorden op een laag volume gepresenteerd. De deelnemers vermelden welke woorden ze in het andere oor hoorden.
- Mensen met veel anxiety identificeerden meer woorden met een bedreigende betekenis dan met een neutrale betekenis.
* Het is lastig om ervoor te zorgen/ zeker te weten dat stimuli niet bewust worden waargenomen. -
Hoe wordt (3) de (visuele) dot probe taak gebruikt om de aandachtsbias te meten:
Er komen 2 woorden op een scherm waarvan één bovenin en één onderin. Daarna verschijnt er snel eenstimulus die weer verdwijnt en vervangen wordt door eenprobe . De deelnemers moeten een knop indrukken om aan te geven of de bovenste of onderstestimulus is vervangen.
- Als de aandacht automatisch naar de bedreigendestimulus gaat, zijnreactietijden korter voorprobes die bedreigendestimuli vervangen danprobes die neutralestimuli vervangen. -
Hoe wordt (4) de visuel searsch taak gebruikt om de aandachtsbias te meten:
Hierbij moet 1 woord gevonden worden in een wolk van andere woorden. Bias wordt afgeleid van de snelle respons op een bedreigende stimulus in een matrix van neutrale stimuli vs. neutrale stimuli in neutrale matrix. Bias kan ook komen van langzame respons op neutrale stimuli in een matrix bedreigende stimuli, omdat daar de aandacht naar uitgaat.
- Voordeel: er worden meerdere stimuli gepresenteerd --> actieve zoektocht
- Kritiek: dreigende stimuli worden beïnvloedt door het aantal afleidende stimuli eromheen en springt er dus niet per se uit. -
Hoe wordt (5) de spatial cueing taak gebruikt om de aandachtsbias te meten:
Spatial cueing task: mensen kijken naar een fixatiepunt tussen 2 rechthoeken. Er wordt dan een cue gepresenteerd, gevolg door een target in één rechthoek. Deelnemers moeten een toets indrukken die aangeeft in welke rechthoek de target zat. De cue kan valide (aan dezelfde kant) zijn, of invalide (niet aan dezelfde kant).
- Er zijn snellere reacties op valide bedreigende cue trials vergeleken neutrale cue trials. Er zijn langzamere reacties op invalide bedreigende cue trials vergeleken neutrale cue trials.
- Er is twijfel over de validiteit van het onderscheid tussen de 2 componenten van de aandachtsbias met deze taak. -
Hoe wordt (6) eye tracking gebruikt om de aandachtsbias te meten:
Eye tracking: visuele informatie wordt verkregen door snelle oogbewegingen genaamd saccades. Er kan gekeken worden naar de snelheid van initiële saccades, het aantal fixaties op een bepaalde stimulus en de duur van die fixatie.
- Mensen die bang waren voor spinnen keken meer naar plaatjes van spinnen dan naar plaatjes van bloemen.
- Anxiety is gekarakteriseerd door aandachtsbias van bedreiging. -
Automaticity of attentional bias:
Automaticity of attentional bias: omdat bias al op kan treden in de vroege processen van verwerking wordt het gezien als een automatisch onbewust proces. Andere wetenschappers denken dat de bias voorkomt doordat de stimuli (vb: boze gezichten) gelinkt zijn met de doelen (afwijzing vermijden). Studies laten zien dat doel-relevante stimuli attentional bias kunnen vermijden.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden