Factoriële designs - Manipulatiechecks en cross-overeffecten

9 belangrijke vragen over Factoriële designs - Manipulatiechecks en cross-overeffecten

Wat zijn manipulatiechecks? Welke 2 zaken worden geverifieerd?

Een manipulatiecheck (waarborging interne validiteit) is een variabele die als doel heeft om na te gaan of de beoogde manipulatie geslaagd is, ofwel of deze het beoogde effect heeft in zichzelf (bijvoorbeeld droevige emotie bij droevige film) en niet op de afhankelijke variabele.

Twee aspecten die worden geverifieerd zijn:
1. Heeft de manipulatie het beoogde effect gehad.
2. Heeft de manipulatie een onbedoeld effect gehad op andere variabele dan de beoogde.

Wat is het cross-over effect?

Wanneer een manipulatie in een conditie zich gedraagt alsof het een manipulatie was in een andere conditie.

Denk aan vrolijkheid na een verdrietige film of andersom. 

Wanneer wordt manipulatiecheck als filter gebruikt?

Als in experiment de proefpersonen voorgelogen word over de aard van het experiment. De check is dan dat je onderzoekt of de respondenten je verhaal wel geloven.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Het kiezen van juiste toets hangt af van het meetniveau van de variabele. En manipulatiechecks zijn variabelen die ter controle worden toegevoegd. Wanneer is een t-toets geschikt, wanneer one-way Anova en wanneer een factoriële Anova?

  • T-toets als er nominale onafhankelijke variabele met 2 niveaus is en een manipulatiecheck een variabele op intervalniveau  of hoger (bijvoorbeeld hoe vrolijk iemand zich voelt op schaal 1-100)
  • One-way Anova bij meerdere condities
  • Factoriële Anova bij 2 x 2 factoriële designs

Hoe werkt een manipulatiecheck bij bedrog?

Een manipulatiecheck is vaak een vraag of de proefpersoon het voorgelogen verhaal heeft geloofd. De manipulatiecheck werkt dan als een filter. Degenen die het niet hebben geloofd zijn problematisch voor de interne validiteit

Wanneer spreekt men van een cross overeffect.

Wanneer een manipulatie in een conditie zich gedraagt alsof het een manipulatie was in de andere conditie, zoals het grappig vinden van een verdrietige film, dan spreekt men van een cross-overeffect.

Smaak popcorn hoort bijvoorbeeld geen invloed te hebben op de ervaren grappigheid van de film. Als mensen die zoete popcorn eten films significant grappiger vinden dan mensen die zoute popcorn eten, dan is dat ook een cross-overeffect.

Hoe om te gaan met cross-over effecten of niet geslaagde manipulaties?

In een paper is het van belang om verklaringen hiervoor te zoeken, waarom is dit effect gevonden en wat bijv alternatieve verklaringen kunnen zijn voor de resultaten. Schrijf altijd uit.

Waar hangt het kiezen van de juiste toets voor een manipulatiecheck vanaf?

Van het meetniveau van de variabele.
1. Condities (nominaal, twee niveaus) en manipulatiecheck op interval: t-toets
2. Condities (nominaal, >2 niveaus) en manipulatiecheck op interval: one-way ANOVA
3. >1 afhankelijke variabele: factoriële ANOVA

Hoe moet er worden omgegaan met cross-overeffecten of niet-geslaagde manipulaties?

In de discussiesectie is ruimte om hierop te reflecteren. Er moet worden geprobeerd om uit te pluizen waardoor dit komt, hoe dat de conclusies nuanceert en wat eventuele alternatieve interpretaties van de resultaten zijn

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo