Interactie-effecten en factoriële ontwerpen
6 belangrijke vragen over Interactie-effecten en factoriële ontwerpen
Welke ‘variantiebronnen’ zijn binnen een 2x2 factorieel ontwerp aan te wijzen die de verschillen (de variantie) in score op de afhankelijke variabele kunnen verklaren?
Waaruit is de totale variantie in de score op de afhankelijke variabele opgebouwd bij een factorieel ontwerp?
- Variantie verklaard door experimentele condities (SSm) die weer is opgebouwd uit variantie verklaard door de condities van de onafhankelijke variabelen en de variantie verklaard door de interactie tussen die condities.
- Onverklaarde verschillen (SSr) in score op de afhankelijke variabele. De R in SSr staat voor residuele verschillen (residuals), ook wel within error variance of kortweg error genoemd. De beste term is binnengroepenvariantie (within group error variance).
Wat moet je doen als je in een factoriële variantieanalyse een significant interactie-effect constateert?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe herken je een interactie-effect in een plot?
Hoe herken je een Cross-over-effect?
In je analyse herken je een cross-over-effect doordat er een significant hoofdeffect is voor een onafhankelijke variabele die bij de betreffende analyse eigenlijk geen effect zou moeten hebben.
Wat zijn gemengde ontwerpen (Mixed Designs, of Mixed Measures)?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden