Causaliteit in experimenteel onderzoek
6 belangrijke vragen over Causaliteit in experimenteel onderzoek
Aan welke drie voorwaarde moet zijn voldaan om causaliteit vast te kunnen stellen?
2.De onafhankelijke variabele (X) moet in de tijd voorafgaan aan de afhankelijke variabel (Y)
3.De relatie tussen de onafhankelijke variabele (X) en de afhankelijke variabele (Y) mag niet spurieus of wel schijnbaar zijn. Dat betekent dat het effect van X op Y niet verklaard kan worden door Z.
Voldoen experimenten aan de drie voorwaarden om causaliteit vast te stellen? Zo ja, leg uit waarom en anders waarom niet?
-ad. 1: een statistische toetsing een t- op een F-toets zullen aangeven op X effect heeft op Y.
-ad 2: X moet voorafgaan aan Y, wat overigens niet altijd evident (duidelijk) is.
-ad 3: ivm invloed van Z- variabele is het essentieel dat respondenten via toevalsprocedures (randomisatie) aan experimentele condities zijn toegewezen. Correcte randomisatie voorkomt dat Z-variabele effect hebben op de afhankelijke variabele.
Hoe los je het probleem van het niet kunnen randomiseren van de onderzoekseenheden op?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Klopt het dat je door het controleren van de Z-variabele toch een geldige causale hypothese kunt toetsen?
Wanneer kan een onderzoeker beslissen om ook Z-variabelen, of te wel covariaten, op te nemen in zijn statistische analyse?
Is het zinloos om coavariaten in je statistische analyse mee te nemen bij een correcte randomisatie?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden