Startpagina / Samenvattingen / Experimenten en Quasi - experimenten / variantieanalyse-factoriele-variabel

Factoriële variantieanalyse (Factorial ANOVA)

Q: Wat moet je doen als je bij een factoriële variantieanalyse significante effecten vindt?

Net als bij de eenweg‐variantieanalyse moet er bij een ongerichte hypothese met post‐hocanalyses onderzocht worden welke groepen er nu precies van elkaar verschillen en moet er bij een gerichte hypothese met contrasten het voorspelde verschil tussen de groepen onderzocht worden.

5 belangrijke vragen over Factoriële variantieanalyse (Factorial ANOVA)

Waaruit bestaat de totale variantie bij een factoriële variantieanalyse?

Bij een factoriële variantieanalyse bestaat de totale variantie uit de within groups variance, de between groups variance van alle onafhankelijke variabelen en de variantie die verklaard wordt door de interactie tussen de onafhankelijke variabelen, en eventueel uit de variantie die verklaard wordt door de covariaat.

Wat moet je doen als je bij een factoriële variantieanalyse significante effecten vindt?

Net als bij de eenweg‐variantieanalyse moet er bij een ongerichte hypothese met post‐hocanalyses onderzocht worden welke groepen er nu precies van elkaar verschillen en moet er bij een gerichte hypothese met contrasten het voorspelde verschil tussen de groepen onderzocht worden.

Welke test gebruik je in SPSS als je een factoriële variantieanalyse wil doen?

Een factoriële variantieanalyse kan met SPSS uitgevoerd worden door hetzelfde pad te volgen als het pad voor een analyse met een covariaat:

Analyze → General Linear Model → Univariate

De Dependent List bevat de afhankelijke variabele en de Fixed Factor(s) zijn de onafhankelijke variabelen.

Waarom heeft het uitvoeren van een post-hocanalyse voor de variabele 'geslacht' geen zin?

Het uitvoeren van een post‐hocanalyse voor de variabele 'geslacht' heeft geen zin, aangezien deze variabele maar twee waarden heeft en de F‐ en p‐waarden al aangeven of er een verschil is tussen beide groepen.

Wanneer voer je bij een factoriële variantieanalyse post-hocanalyses uit?

Dit doe je bij een ongerichte hypothese (bij een gerichte hypothese gebruik je contrasten) voor een onafhankelijke variabele die meer dan twee groepen heeft en waarvoor je een significant hoofdeffect hebt gevonden. SPSS voert overigens geen post‐hocanalyses uit voor interacties.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Experimenten en Quasi - experimenten

Bekijk samenvatting