Behind a Veil of Ideas: Early Modern Rationalism and Empericism - Aristoteles' Empirisme - John Locke

23 belangrijke vragen over Behind a Veil of Ideas: Early Modern Rationalism and Empericism - Aristoteles' Empirisme - John Locke

Hoe beschrijft Locke de pasgeborenen

als een onbeschreven blad. We bezitten geen kennis wanneer wij geboren worden.

Waar gaven de Britse filosofen John Locke, George Berkeley en David Hume een nieuw antwoord op?

De vraag waar Descartes op vast liep, ‘hoe moet de fysieke wereld onderzocht worden?’ Deze filosofen bliezen het empirisme nieuw leven in.

Wat zijn de 3 principes van algemene instemming/universal consent van John Locke?

1: wat is, is
2: het is onmogelijk om te zijn en tegelijkertijd niet te zijn
3: morele principes

De 1ste 2 zijn niet aangeboren volgens Locke want ze worden niet gevonden bij kinderen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onze ideeën/voorstellingen komen voort uit twee dingen volgens Locke. Welke 2?

1. Sensation (gevoel): zintuigen komen binnen in onze hersenen. Zij zorgen voor waarneming.

2. Reflection (reflecteren/overdenken): in onze hersenen doen we ervaringen op van dingen, zodat we we weer nieuwe ideeën kunnen creëren.

Wat is de waarnemingstheorie volgens Locke?

Al onze ideeën, onze mentale representaties komen voort uit sensatie en reflectie. Deze 2 samen leiden tot ervaring. De nadruk ligt op interne en externe zaken als bron van kennis.

De ideeën die we creëren zijn niet altijd waar volgens Locke. Welke 3 eigenschappen hebben ze? En waar staan ze voor?

1. Primary qualities: Alle materialen hebben eerste eigenschappen. Deze horen erbij.

2. Secondary qualities: Deze eigenschappen zijn subjectief. Ze zijn waarneembaar. (kleuren, geluiden, geuren) Ze worden geproduceerd door eerste eigenschappen.
of
waargenomen eigenschappen die door de ervaringen van de hersenen worden erkend en op deze manier krijgen de objecten uit de natuur een secundaire eigenschap.

Secundaire eigenschappen kunnen niet in natuurlijke objecten aanwezig zijn.

3. Tertiary qualities
Dit zijn de krachten waarmee het ene object een ander object kan beïnvloeden zodat onze waarneming verandert.

Hoe zijn de drie 'qualities' beschreven door Locke?

Primair - bijv. vorm: primaire kwaliteiten kunnen gemeten worden
Secundair - deze bestaan alleen wanneer het object is waargenomen: bijv. kleur
Tertair: deze objecten hebben de kracht om andere objecten te laten veranderen voor onze waarneming

Waar ging Lock zijn essay ‘concerning human understanding’ over die hij in 1690 publiceerde?

Zijn onderzoek naar welke objecten we kunnen begrijpen en wat niet kunnen begrijpen.
Hij probeerde inzicht te krijgen in het bereik en de grenzen van het menselijk begripsvermogen.

Welke 3 soorten kennis onderscheidt Locke?

  • Intuïtieve kennis: omvat inzichten die volkomen zeker zijn, dat er niet eens bewijs nodig is. Zwart is niet wit.
  • Demonstratieve kennis: omvat inzichten die met zekerheid bewezen kan worden. 2+2=4 (o.a. wiskunde)
  • Sensitieve kennis: omvat inzichten die het niet verder brengen dan een zekere mate van waarschijnlijkheid (empirische wetenschap)

Welke 3 kenmerken die we toeschrijven aan objecten onderscheidde Locke die hij qualities noemde?

1: primaire kwaliteit: de basisvorm van een object of je ze daadwerkelijk ziet of niet. Bv: een sneeuwbal blijft rond. Of we die nu zien of niet. objectief.
2: secundaire kwaliteit: de vorm van een object zoals het daadwerkelijk gezien wordt. Kleur, geur,warmte, koude en textuur. Ze bestaan enkel als het object gezien wordt. Bv: de sneeuwbal is wit. Subjectief. Het object verschilt van persoon tot persoon.
3: tertiaire kwaliteit: de kracht om een object in een ander object te veranderen. Bv: vuur maakt lood vloeibaar.

Op welke gronden verwerpt Locke het rationalisme van filosofen als Descartes en wat is het alternatief dat hij biedt?

Locke verwierp de gedachte van de aangeboren ideeën, aangezien we zogenaamde ideeën helemaal niet terug vinden bij gekken of kinderen. Die proberen we ze juist bij te brengen, dus er is niets aangeboren. Ook de grote verschillen in waarden en normen laten zien dat ideeën helemaal niet aangeboren zijn.

Waar halen we volgens Locke het materiaal (dus de ideeën) vandaan dat door het verstand tot kennis (ideeën) kan worden verwerkt?

Uit ervaringen. Enerzijds uit zintuigelijke ervaringen (sensitieve) en anderzijds uit de introspectieve (reflectie) ervaringen. 

Volgens Lock zijn alle onze ideeën uit twee vormen van ervaringen ontleend, namelijk de zintuigelijke ervaring en de introspectieve ervaring. Leg uit wat Locke hiermee bedoelt.

Al onze ervaringen zijn ontleend aan zintuigelijke ervaringen van de dingen om ons heen en de introspectieve ervaringen van de processen in onze geest. Eerst zijn er de eenvoudige ideeën, die door het verstand passief worden opgenomen. Het verstand combineert eenvoudige ideeën tot complexe ideeën.

Is op basis van de beschrijving van de waarnemingstheorie echt vol te houden dat Locke een empirist is? Of is er nog iets anders aan de hand?

De kwaliteiten doen er in het betoog van Locke weinig toe. Het grootste probleem met de interpretatie van Locke is juist het onderscheid tussen primaire en secundaire kwaliteiten. Is dit onderscheid wel echt empiristisch? Locke veronderstelt dat secundaire kwaliteiten waarnemerafhankelijk zijn, maar zijn ze dan nog wel door de ervaring gegeven? Het antwoord lijkt negatief te zijn, want Locke stelt dat deze kwaliteiten vanuit de waarnemer op het object geprojecteerd worden. Waar deze secundaire waarnemingen dan wel vandaan komen, wordt echter niet duidelijk.

Een sneeuwbal heeft de ‘kwaliteit’ wit en rond. Wat bedoelt Locke met ‘kwaliteit”?

Het complexe idee van een sneeuwbal is een combinatie van de eenvoudige ideeën wit, rond en koud. Wit, rond en koud zijn kwaliteiten. Van deze kwaliteiten samen maakt de geest een sneeuwbal.

Tussen welke drie soorten 'kwaliteiten' maakt Locke onderscheid?

  1. Primaire kwaliteiten: of we het object wel/niet zien, het heeft steeds dezelfde vorm (sneeuwbal, bureau, menselijk lichaam)
  2. Secundaire kwaliteiten: eigenschappen die alleen bestaan wanneer het object wordt waargenomen. Deze zijn subjectief (zoals kleuren, hitte, geur, textuur)
  3. Tertiaire kwaliteiten: de kracht van objecten om een ander object te veranderen, zodat deze een andere sensatie in ons losmaken (denk aan de zon)

Locke maakt een onderscheid tussen primaire kwaliteiten en secundaire kwaliteiten. Leg uit wat hij hiermee bedoelt.

Primaire kwaliteiten hebben betrekking op de uitgebreidheid, vorm, omvang, gewicht, de beweging en het aantal. Ze zijn onveranderlijk, de zintuigen geven daar de werkelijke eigenschappen van aan. De secundaire eigenschappen zijn kleur, smaak, geur en geluid.
Hiervan geven de zintuigen niet de werkelijke eigenschappen weer, maar bestaan alleen in onze bewustzijn.  ‘Over smaak valt niet te twisten’.

Klopt de uitspraak dat de secundaire kwaliteiten in de waarnemer liggen besloten en de primaire kwaliteiten in de dingen zelf?

Ja dat klopt. We zullen allemaal zeggen dat een sinaasappel rond is, maar als we hem proeven als de ene hem zuur vinden en de ander zoet.

Wat beschouwt Locke als enkelvoudige ideeën?

Kennis die ontstaat door het waarnemen middels één zintuig, bijvoorbeeld de kleur geel. 

Locke maakt nog een derde onderscheid in kwaliteiten en dat is de tertiaire kwaliteit. Wat houdt deze kwaliteit in?

Dat zijn de powerobjecten, objecten die objecten doen veranderen. De zon die de kleur doet veranderen of de wax doet smelten.

Hoe komen die ideeën, die representaties in ons hoofd terecht? Volgens Locke...


komen deze uit de ervaring langs een proces dat in twee fasen verloopt:

  1. Sensatie: moment waarop ruwe indrukken onze zintuigen betreden en de wereld in stukjes bij ons binnenkomt.
  2. Reflectie: proces dat van onze ruwe ervaringen, complete samengestelde ideeën maakt.

Volgens Locke is onze kennis gebaseerd op deze twee processen van sensatie en reflectie die tezamen de ervaring vormen.

(Voor het eerst in de geschiedenis een soort van psychologische theorie over het proces van waarneming)

Wat zegt Berkeley over Locke zijn primaire en secundaire kwaliteiten?

Dat we eerst de secundaire kwaliteit moeten bestuderen voordat we tot de primaire komen. Volgens hem bestaat de primaire kwaliteit dus ook alleen maar in de geest.

Locke probeerde het correspondentieprobleem op te lossen langs de empirische weg door en onderscheid te maken tussen primaire en secundaire kwaliteiten. Betekent dit dat ook Locke een onderscheidt maakte tussen wat werkelijkheid is en wat de geest daarmee doet?

Ja de primaire kwaliteit waren waarnemer onafhankelijke, dus maakt niet uit wie waarneemt iedereen zal hetzelfde zien. De secundaire kwaliteit is waarnemer afhankelijk. Het is wat de geest er van maakt en mee doet.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo