Extra vragen: verwijderd

69 belangrijke vragen over Extra vragen: verwijderd

In 1872  werd in Cambridge, Massachusetts, de Metaphysical Club opgericht.  Ze timmerden grondslag van de Amerikaanse filosofie in elkaar. Wat waren daarbij hun uitgangspunten?

Uitgangspunt daarbij was hun onvrede over het rationalisme dat de filosofie in zijn greep hield.

Kunnen we stellen dat Wittgenstein zijn filosofie een sociaal-constructivistische filosofie is?

Ja, want hij zegt immers dat we samen afspreken hoe de wereld eruit ziet (denk aan de taalspelen die gespeeld worden)

Kunnen we bij Peirce's ook spreken van een sociaal constructivistische filosofie?

Nee, want want hij beweert namelijk niet dat wij de wereld zelf creëren door af te spreken hoe de wereld eruit ziet! Consensus is bij Peirce meer een hypothetisch einddoel.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waarom is filosofie van Peirce wel een  echte  correspondentie filosofie is?

Omdat hij ook opzoek is naar de correspondentie tussen onze overtuiging en de werkelijkheid. (Consensus is een logisch gevolg van correspondentie)

Aristoteles noemde vier oorzaken die ten grondslag lagen aan de fenomenen.
a vormoorzaak b God-oorzaak c stofoorzaak d werkoorzaak

B god oorzaak

Wie mechaniseerde in navolging van de natuurwetenschappen de economische wetenschappen (laws of economics)?

Smith

Wat is volgens de pragmatisten het einddoel van dat alternatief (papieren twijfel en levende twijfel)?



De staat ‘state of belief’ behalen is het doel.  Het gaat echt om een geloofsovertuiging, maar zonder dat die per definitie religieus is. Het is de overtuiging dat de gedragsregels die we onszelf aanmeten de juiste zijn. Die staat is het doel dat we voortdurend proberen te bereiken. Zolang we in die overtuiging leven, houden we rustig vast aan de gewoonten die ons gedrag richting geven en verkeert ons denken in rust. De pragmatisten nemen dus duidelijk afstand van het Europese intellectualisme en geven daarvoor in de plaats een filosofie die is gebaseerd op ons alledaagse voelen en handelen.

Bacon bespreekt vier ‘Idols’ (vooringenomenheden). De ‘Idols of the theatre’(vooringenomenheid van het theater) zijn

tekortkomingen als gevolg van het vastklampen aan oude dogma’s en denktradities die niet of niet meer kritisch onderzocht worden.

Waarop is de pragmatische filosofie gebaseerd?

Die is gebaseerd op ons alledaagse voelen en handelen.

Wat is het probleem van fixatie door een autoriteit?



Het probleem met deze methode is echter dat geen enkele autoriteit volledige controle kan uitoefenen. Ook in een goed gecontroleerde samenleving blijven zich situaties voordoen die het individu aan het twijfelen brengen. Zodra dat gebeurt, zal automatisch ook de autoriteit  in twijfel getrokken worden. Ten gevolge daarvan zullen individuen de basis van hun overtuigingen bij zichzelf gaan zoeken. Op dat moment werpen zij de willekeurigheid van hun overtuigingen van zich af, en kiezen zij met hun eigen ratio de overtuigingen die hen het beste passen. Deze methode heet dan ook de a priori methode van fixatie.

Welke uitspraak zou bij Locke horen als deze het over een witte brandende kaars op tafel heeft?
a De kaars is wit, ook als ik de kleur niet waarneem.
b De kaars staat op tafel, ook als ik deze niet waarneem.
c Pas als ik de kaars waarneem is deze cilindervormig.
d De kaars is heet, ook als ik de hitte niet waarneem.

b De kaars staat op tafel, ook als ik deze niet waarneem.

Leg uit waarom fixatie door autoriteit de makkelijkste/ simpele manier van fixatie is?

Doordat onze overtuigingen veroorzaakt worden door het contact met de mensen om ons heen.

Het is dan betrekkelijk eenvoudig om af te gaan op de autoriteit van anderen. Ons verlaten op autoriteit is dan ook de tweede vorm van fixatie van onze overtuigingen. Bij deze vorm van fixatie ligt de verantwoordelijkheid voor de vorming van onze overtuigingen deels bij de mensen om ons heen.

Wat zegt Hume over ideeën?
a Ideeën zijn betekenisvol wanneer ze gestoeld zijn op ervaring.
b Ideeën zijn holle mentale concepten die pas inhoud krijgen door de ervaring.
c Ideeën opgedaan door ervaring leveren een directe kijk op de werkelijkheid.
d Ideeën sturen ervaring en geven zodoende de werkelijkheid vorm

a Ideeën zijn betekenisvol wanneer ze gestoeld zijn op ervaring.

Wat is het probleem van fixatie voor vermijdingsgedrag?


Door te vermijden informeren we onszelf niet, en kunnen we dus onkritisch vasthouden aan onze huidige overtuigingen. In het meest extreme geval leidt deze vermijding tot een volledig terugtrekken uit de sociale wereld. Het probleem met dergelijk vermijdingsgedrag is dat de mens tegelijkertijd ook een sociale impuls heeft. Deze dwingt ons anderen op te zoeken, waardoor wij vanzelf terecht komen in sociale situaties die twijfel oproepen over onze individuele overtuigingen.

Wat zegt Hume over causaliteit?
a Dankzij het bestaan van causaliteit kunnen we ons handelen en denken plannen.
b Dankzij het bestaan van causaliteit hebben de natuurwetenschappen een basis voor ware kennis.
c Dankzij ons gevoel van causaliteit hebben we een basis voor ons handelen en denken. d Dankzij ons gevoel van causaliteit kunnen we binnen de wetenschap tot ware kennis komen.

c Dankzij ons gevoel van causaliteit hebben we een basis voor ons handelen en denken.

Wat is een voorbeeld van fixatie door een autoriteit?


het educatie- en sanctiesysteem waarop onze beschaving gebaseerd is. Deze systemen schrijven ons grotendeels voor hoe wij ons dienen te gedragen.

Wat zegt Kant over de noodzakelijkheid van kennisuitspraken?
a Deze moet worden ontdekt in de wereld. b Deze is slechts een illusie van ons verstand
c Deze moeten we ons herinneren.
d Deze heeft haar oorsprong in ons verstand.

d Deze heeft haar oorsprong in ons verstand.

Kennisuitspraak: 7 + 5 = 12. Welk type oordeel is dit volgens Kant?
a synthetisch a priori
b synthetisch a posteriori
c analytische a priori
d analytisch a posteriori

A synthetisch a priori

Welke vraag stellen mensen in het eerste stadium van de intellectuele vooruitgang van beschavingen volgens Comte?
a de vraag naar het hoe
b de vraag naar het waarom
c de vraag naar het goddelijke
d de vraag naar het schone

b de vraag naar het waarom

Waar lijkt het werk van William James in de hoofdlijnen op?

Op het werk van Peirce.

Hoe zag Comte de verhouding tussen de diverse wetenschappen?
a De methodologie van de natuurwetenschappen is substantieel anders dan de methodologie van de sociale wetenschappen.
b Lagere wetenschappen kunnen wel gebruikmaken van de kennis van hogere wetenschappen, maar niet andersom.
c Wetenschappen verhouden zich niet specifiek tot elkaar. Elk kent zijn eigen onderzoeksobject en zijn eigen, unieke methodologie.
d De wetenschappen zijn te ordenen op grond van de complexiteit van de mechanismen die zij onderzoeken

De wetenschappen zijn te ordenen op grond van de complexiteit van de mechanismen die zij onderzoeken.

Welke verschillen en overeenkomsten zijn er tussen Peirce en James?

Beide zijn ze pragmatisten en zeggen ze dat als we een beweren voor waar aannemen ze verwachten dat er in de toekomst niet een tegenbewijs geleverd kan worden, alleen laat volgens James de wetenschap uiteindelijk altijd ruimte voor geloof.

In welke 4 categorieën onderscheidde Kant de metafysica?


1) Ontologia (of zijnsleer): beslaat alles m.b.t tot de essentie van dingen
2) Theologia: beslaat alles m.b.t. God
3) Pychologia: beslaat alles m.b.t menselijke ziel
4) Cosmologia: beslaat alles m.b.t de wereld

Wat was het doel van de Wiener Kreis?
a wetenschap zuiveren van metafysica en theologie
b wetenschap funderen op ervaringen alleen
c wetenschap funderen op de filosofie
d wetenschap zuiveren van het subjectief ervaren

wetenschap zuiveren van metafysica en theologie

Wat zegt Heraclites over kennis?

dat veranderen het hart van het bestaan is. Panta Rhei: 'alles stroomt'
later werd Kai ouden menei toegevoegd 'en niets blijft'
Je kunt nooit 2x in dezelfde rivier stappen, je kunt niet 2x in dezelfde rivier stappen omdat het water stroomt. Het is dus ander water waar je in stapt.

Wat vindt de vroege Wittgenstein van de a priori synthetische uitspraken van Kant?
a Deze kunnen uitsluitend door een filosoof en een wetenschapper tezamen beoordeeld worden.
b Juist deze uitspraken bevatten logische nieuwe kennis die leidt tot vooruitgang.
c Deze zijn onbruikbaar, want ze zijn noch empirisch te verifiëren, noch logisch te toetsen.
d De filosoof moet deze uitspraken opschonen opdat de wetenschapper ze kan toetsen.

c Deze zijn onbruikbaar, want ze zijn noch empirisch te verifiëren, noch logisch te toetsen.

Van wie komt te uitspraak 'Niets is, alles veranderd?'

Heraclites.

Welke stroming sluit het dichtst aan bij Mach?
a kritisch rationalisme
b logisch positivisme
c dualistisch rationalisme
d inductief empirisme

b logisch positivisme

Hoe zagen de ideeën van Parmenides eruit?

Hij was het niet eens met de ideeën van Heraclites. De dingen veranderen niet steeds, maar iedereen neemt ze anders waar. Het zijn de zintuigen die voor deze verandering zorgen. Lauw water, voelt voor de een als koud en voor de ander als warm. De ook aan de tafel, iedereen ziet de vorm anders. Doordat je bv op een andere hoogte of afstand staat.

Otto Neurath stelde dat in de wetenschap alleen nog verwezen mag worden naar fysiek meetbare eigenschappen. Een dergelijke fysicalistische beschrijving van een object is altijd
a onfeilbaar en ontegenzeggelijk.
b waar voor de observator.
c objectief in relatie tot de werkelijkheid.
d hypothetisch en te herzien

d hypothetisch en te herzien.

Wie zegt dat er onderliggend aan alle veranderingen een onveranderde realiteit ligt?

Parmemides

Wat was volgens Popper in zijn tijd het grootste probleem met sociale wetenschappers?
a Ze pasten hun theorie aan om beter toetsbare voorspellingen te kunnen doen.
b Ze gebruikten de hermeneutische in plaats van de positivistische methode.
c Ze werkten volgens rationalistische in plaats van empiristische beginselen.
d Ze verdedigden hun favoriete theorie als een alles verklarende ideologie.

Ze verdedigden hun favoriete theorie als een alles verklarende ideologie.

Wat is het probleem van confirmatie als criterium voor de wetenschappelijkheid van theorieën?
a dat er geen definitief onderscheid gemaakt kan worden tussen wetenschap en andere kennis
b dat uitsluitend natuurkundige theorieën geconfirmeerd kunnen worden
c Geen enkele theorie kan ooit voldoen aan het criterium van confirmatie.
d dat het een onderscheid maakt tussen de sociale en de natuurwetenschappen

a dat er geen definitief onderscheid gemaakt kan worden tussen wetenschap en andere kennis

Wat moeten wetenschappers volgens Popper doen om kennis te vergaren?
a objectief empirische data verzamelen en beheren
b gewaagde voorspellingen opstellen en deze streng testen
c alleen uit ware theorieën kennis afleiden d in debat treden met elkaar over de aard van de werkelijkheid

b gewaagde voorspellingen opstellen en deze streng testen

Waarom is Plato een Rationalist en aanhanger van het nativisme?


Plato beweert dat het menselijk redeneren de bron van kennis is. Hij zegt dat wij kennis kunnen verwerven door zelf te redeneren. Kennis (de forms) is vanaf de geboorte aanwezig (nativisme), maar we zijn het eerst vergeten. Begrijpelijk adhv zijn reïncarnatie theorie. Je onsterfelijke ziel, behoort tot de wereld van de forms. Forms zijn steeds toegankelijk door redenatie.
Denk aan het voorbeeld van Meno, waarin Socratis laat zien hoe een slaaf een wiskundige berekening oplost zonder kennis van wiskunde te hebben.

Beoordeel de juistheid van de volgende twee stellingen.
I Volgens Popper zijn sociale situatie vele malen complexer dan natuurkundige situaties
II Volgens Popper is de toepassing van de experimentele methode in de sociale wetenschappen gecompliceerder dan in de natuurwetenschappen

II is juist

Wie staat er het dichtst bij de late Wittgenstein als we het hebben over de manier waarop we in de wetenschap uitspraken over de wereld moeten beoordelen? a Mach b Hume c Neurath d Kant

Neurath

Welke stelling is volgens alle constructivisten juist? I Observaties zijn theoriegeladen. II De realiteit is een construct van onszelf.

I en II zijn juist

Wat betekent het begrip Intuïtie in de filosofie?

Het wordt gebruikt als een aanduiding van pure, directe kennis die niet uit eerdere kennis kan worden afgeleid.  Een vorm van ‘direct weten’ zonder dat je het eerst beredeneert hebt. Je ziet het plots! Dit is volgens Aristoteles de gave van de geest die ons helpt om op basis van beperkte waarnemingen toch tot algemeenheden te komen.

Wat kenmerkt de voorwetenschappelijke periode van Kuhn? Tijdens een voorwetenschappelijke periode
a worden verklaringen gegeven door kracht toe te kennen aan God of aan objecten.
b houden wetenschappers kritiekloos vast aan hun theoretische uitgangspunten.
c is er geen consensus over theoretische uitgangspunten of wetenschappelijke methode.
d worden oude theorieën gefalsifieerd door een nieuwe theorie die allesverklarend is.

c is er geen consensus over theoretische uitgangspunten of wetenschappelijke methode.

Waarom was deze verandering zo revolutionair?

Copernicus baseerde zich niet op dogmatische geschriften maar op observaties en logische mathematica. Voor het eerst werd het wereldbeeld weer bepaald door empirie en ratio en niet meer door dogma. Er kan dus met recht gesproken worden over een ongekende revolutie.

Wat bedoelt Kuhn als hij zegt dat paradigmata incommensurabel zijn?
a Paradigmata zijn niet volledig falsifieerbaar.
b Paradigmata zijn onderling niet vergelijkbaar.
c Paradigmata kunnen niet altijd geverifieerd worden.
d Paradigmata schieten altijd te kort in hun verklaringskader.

b Paradigmata zijn onderling niet vergelijkbaar.

Wat moet je volgens Bacon doen voordat je nauwkeurige kennis van de wetenschap kunt vaststellen?

Je moet eerst je verstand zuiveren. Geen mening hebben, vrij zijn van fouten.  De realiteit wordt meestal verdraaid geprojecteerd door ‘idolen’ die de waarneming kromtrekt. Wil je onbevangen kennis vergaren via de waarneming, dan moeten wij de idolen afwerpen.

Stelling: Theorieën worden getoetst aan de werkelijkheid met een experiment, zonder de achterliggende theorieën in twijfel te trekken. Bij toetsing van een theorie moeten we dus voor het gemak aannemen dat onze achtergrondkennis en methodologische aannames kloppen. Bij welke stroming past deze stelling?
a methodologisch falsificationisme
b dogmatisch falsificationisme
c verfijnd falsificationisme
d inductief falsificationisme

a methodologisch falsificationisme

Welke wetenschapsfilosoof beschreef de richtlijnen voor de wetenschapper als negatieve en positieve heuristieken? a Kuhn b Comte c Dilthey d Lakatos

d Lakatos

Bacon zegt als we onze idolen afgeworpen hebben, we de werkelijkheid echt observeren zoals die is. Hij zegt dat wetenschap gebaseerd moet zijn op de ervaringen, maar dat er nog meer bij komt kijken dan alleen observeren. Hoe legt hij dit uit in zijn insectenanalogie met de mieren, spinnen en bijen?

Hij vergelijkt de wetenschapper met een mier dan wel een spin. Een hardwerkende mier die allemaal stukjes verzameld en op een grote hoop gooit. Tegelijkertijd is er de spin die van zijn eigen substantie een web van ideeën spint.  De mier (empirist) verzamelt kennis maar legt geen verbanden. De spin (rationalist) maakt een prachtige constructie zonder daarbij naar de echte wereld te kijken. Wat een wetenschapper moet doen is zich gedragen als een bijen:  hij bouwt wel (net als een spin), maar met materialen die hij in de wereld verzameld heeft (als een mier)

Welke stelling positioneert de wetenschapsfilosofie van Lakatos het beste?
a Lakatos bouwt voort op de visie van Kuhn om deze bestand te maken tegen de kritiek van Popper.
b Lakatos verwerpt de visies van Popper en Kuhn omdat beide geen sterk demarcatiecriterium bieden
c Lakatos bouwt voort op de visie van Popper om deze bestand te maken tegen de kritiek van Kuhn.
d Lakatos verwerpt de visies van Popper en Kuhn omdat beide gebaseerd zijn op een historische simplificering.

Lakatos bouwt voort op de visie van Popper om deze bestand te maken tegen de kritiek van Kuhn.

Wat vind Feyerabend ervan als er meerdere meningen zijn over een onderwerp?
a Met behulp van falsificatie kan de beste mening geselecteerd worden.
b Een historische analyse wijst vanzelf de juiste mening aan.
c Het is nodig om democratisch slechts één opinie te selecteren.
d Dit is prima en noodzakelijk om tot kennis en inzicht te komen.

d Dit is prima en noodzakelijk om tot kennis en inzicht te komen.

Leg uit waarom Bacon eigenlijk dezelfde boodschap uitdraagt als Copernicus? Waarom zijn ze beiden een belichaming van de wetenschappelijke revolutie?

De samenwerking/ combinatie tussen empirie en kritisch gebruik van de ratio is wat zowel Bacon als Copernicus doen. Copernicus gebruikte ervaringsgegevens om zich op te baseren, maar knoopte die op een logische wijze (dus door redenering) aan elkaar tot een exact model. Bacon formuleerde op epistemologisch niveau hoe de wetenschapper zich diende te gedragen, terwijl Copernicus daar het goede voorbeeld van gaf.
Beiden hebben ze gemeen dat ze een methode ontwikkelden waarmee ze de kerkelijke dogmata konden weren uit de wetenschap.

Volgens Peirce is de mens voortdurend op zoek naar rust in zijn denken. Wanneer bereiken we die rust volgens Peirce?
a alleen als we geverifieerde kennis hebben b alleen als we een vaste overtuiging hebben
c alleen als we gefalsifieerde kennis hebben
d alleen als we falsifieerbare kennis hebben

alleen als we een vaste overtuiging hebben

Waarin verschilt de inductie theorie van Bacon met die van Aristoteles?

Volgens Bacon moeten we niet alleen zoveel mogelijk empirisch bewijs verzamelen, maar ook redenatie en of experimenteren toe passen.

Stelling: Opvattingen zijn regels voor ons handelen. Bij welke stroming past deze stelling?
a pragmatisme
b anarchisme
c rationalisme
d hermeneutiek

a pragmatisme

Stel dat we de volgende stelling aan James zouden voorleggen. Hoe zou James hierop reageren? Stelling: Het begrip ‘God’ kent geen gevolgen en is dus betekenisloos.
a Deze stelling is slechts deels waar, want geloof in het begrip ‘God’ kent wel gevolgen en maakt het dus toch betekenisvol.
b Deze stelling is volledig correct, want hij is opgesteld geheel in lijn met het pragmatisch axioma.
c Deze stelling is slechts deels waar, het begrip ‘God’ kent weliswaar geen gevolgen, maar is toch betekenisvol als.
d Deze stelling is fout, want hij maakt gebruik van metafysische begrippen die niet controleerbaar zijn.

a Deze stelling is slechts deels waar, want geloof in het begrip ‘God’ kent wel gevolgen en maakt het dus toch betekenisvol.

Wat bedoelen we met het begrip mechanische filosofie?

Met het begrip mechanische filosofie wordt bedoelt dat alle natuurlijke fenomenen waarneembaar moeten zijn en fysiek te verklaren. De filosofie die dus zegt dat wetenschap waarneembaar moet zijn en fysiek te verklaren.

Welke filosofische stroming is sterk geïnspireerd door de evolutietheorie van Charles Darwin?
a relativisme van Kuhn
b pragmatisme van James
c anarchisme van Feyerabend
d positivisme van Wittgenstein

b pragmatisme van James

Waaruit blijkt dat de opkomst van de nieuwe wetenschap een breuk veroorzaakte met Aristoteles zijn wetenschap metaphysica ?


-  het onderscheid tussen sublunery en superlunery werd afgeschaft.
-  en de alleen de efficiënt causes bleef overeind, de werkoorzaak: beschrijft hoe iets/ dingen tot stand is/ zijn gekomen.

Elke periode in de Westerse denktraditie is op een bepaalde manier te karakteriseren. In een van die perioden stonden bijvoorbeeld de twijfel, observatie en analyse centraal als methoden om tot kennis te komen. Welke periode was dat?
a antieke oudheid (ca. 500 v.Chr. tot 500 na Chr.)
b middeleeuwen (ca 500-1500)
c verlichting (ca 1500-1800)
d moderne tijd (ca 1800-heden)

c verlichting (ca 1500-1800)

Wat betekent het begrip substantie in de filosofie?

Het verwijst het naar wat permanent is in de dingen die veranderen. De interpretaties van wat substantie is variëren al naargelang het ingenomen standpunt: zij die stellen dat er slechts één substantie is (de monisten) en zij die het bestaan van twee of meerdere substanties aannemen (dualisten en pluralisten)

Wat bedoelt Descartes met de denkende substantie en de uitgebreide substantie?

Descartes maakt op de volgende manier onderscheid tussen de geest / ziel (denkende substantie) en de materie (uitgebreide substantie).
De ziel (denkende substantie) is een denkend ding, dat is een substantie die naar wezen denken is, en de stof (uitgebreide substantie) is een uitgebreid ding, een substantie die naar wezen ruimte inneemt.

Hoe riep, geheel in tegenstelling tot het verlichtingsideaal, Descartes God weer binnen?

Descartes zat klem want hij weet dat hij weet dat hij helemaal niets weet (wat Socrates ook concludeerde). Hij voegt er aan toe dat hij het bestaan van een denkende substantie (er iets in hem die er voor zorgt dat hij kan denken) niet kan ontkennen dus om zich hieruit te redden liet hij God weer binnen. Elk kind heeft bij de geboorte het idee van God en omdat God perfect is kan het niet zo zijn dat hij ons voor de gek houdt.

Volgens Locke is onze bewust zijn een ‘tabula rasa’, wat bedoelde hij hiermee?

Dat ons bewustzijn een ongeschreven blad is, hij verwerpt de rationalistische theorie dat ideeën aangeboren zijn. 

Op welke 2 punten weerspiegelt de filosofie van Locke de technologische vooruitgang, sinds de tijd van Aristoteles (300 c.ch en Locke bijna 2000 jr later) het meest?

Locke heeft het over een ongeschreven papier, terwijl Aristoteles het nog heeft over een wax tablet.
Veel belangrijker is de vooruitgang in de optica die er voor zorgt dat Locke een preciezere waarnemingstheorie kan opstellen! De oude Grieken zeiden nog dat de wereld letterlijke indrukken achter liet in onze geest. Locke zegt dat via een waarnemingsproces een soort representaties in ons hoofd ontstaan van de wereld.

Wat verstaat Locke onder het begrip ‘kennis’?

Hieronder verstond hij het inzicht in de relaties tussen ideeën.

In de zoektocht naar de oplossing voor het correspondentie probleem brengt Descartes een tweedeling aan in denkende substantie en in uitgebreide substantie (dualisme). Locke geeft de voorkeur aan slechts een substantie. Welke is dat en leg uit waaruit dit blijkt.

Locke geeft de voorkeur aan de uitgebreide substantie , die is immers waarneembaar (fysiek).

Aan welke substantie geeft Berkeley de voorkeur?

Hij geeft de voorkeur aan de denkende substantie, hij geeft voorrang aan de geest, niet in morele zin, maar als bepalende substantie van de werkelijkheid.

Net als Locke onderscheid Hume twee fasen in het waarnemingsproces.
Waarin is Hume zijn opvatting anders dan die van Locke?

De  categorie, de impressies, kun je grotendeels gelijkstellen aan de eerste fase de sensatie van Locke. Dat zijn ruwe sensaties van primaire kwaliteiten. In de tweede fase wijkt hij duidelijk af van Locke. Bij Locke was in die fase sprake van reflectie en daarmee een bepaalde toevoeging vanuit de geest. Bij Hume wordt er niets door de geest toegevoegd het zijn louter kopieën van onze impressie.


Denk aan het voorbeeld van de ananas, die je eerst geproefd moet hebben voordat je weet hoe hij smaakt. Maar er zijn geen secundaire kwaliteiten zoals Locke beweert.

Waar draait het om in de periode die ‘verlichting’ (rond 1776 ) wordt genoemd?

De omslag waarin de sociale wereld (de maatschappij) niet langer beheerst werd door kerkelijke dogma, maar door de redelijkheid van de mens. Kennis in plaats van geloof, zelfstandigheid in plaats van autoriteit en vrijheid in plaats van dwang

Waaruit blijk dat Hume een belangrijke exponent van de verlichting was?

Hij is er van overtuigd dat goede kennis van de mens noodzakelijk is om het verlichtingsideaal te bereiken.

Volgens Hume worden wij geleid door onze passie, hoe wordt deze passie in moderne termen genoemd?

Instincten.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo