Startpagina / Samenvattingen / extra samenvatting 2de zit / deontologische-plichten-ethiek

DEUGDETHISCHE THEORIE

5 belangrijke vragen over DEUGDETHISCHE THEORIE

Wanneer handelt iemand rechtvaardig volgens Aristoteles?

- Het hangt af van iemands karakter en houding, niet van concrete handelingen.
- Rechtvaardige handeling is een reflectie van de deugd van de persoon.
- Deugd betekent 'morele excellentie' zoals wijsheid, moed, medemenselijkheid, rechtschapenheid, gematigdheid, enzovoort.
- De deugd bevindt zich altijd in het midden tussen twee uiterste gebreken, bijvoorbeeld moed als midden tussen 'lafheid' en 'roekeloosheid'.

Wat is de kernfocus van de deontologische theorie?

- De deontologische theorie, ook wel plichtethiek genoemd, richt zich op rechten en plichten in plaats van karakter en houding.
- Een moreel goede handeling volgt morele regels en plichten, ongeacht de gevolgen.
- Bijvoorbeeld het folterverbod, dat zelfs geldt als enige middel om een kernramp te voorkomen.

Wat betekent een 'categorische imperatief' volgens Immanuel Kant?

- Een categorische imperatief is een onvoorwaardelijk moreel gebod.
- Kant formuleerde het als "Handel alleen volgens die maxime waarvan je tegelijkertijd kunt willen dat ze een algemene wet wordt."
- Dit staat tegenover het voorwaardelijke 'hypothetische' handelen.

Hoe verschilt de deontologische ethiek van deugdethiek?

- De deontologische ethiek focust op plichten en rechten, terwijl de deugdethiek zich richt op karakter en houding.
- In deugenethiek ligt de nadruk op morele excellentie en deugden als wijsheid, moed en medemenselijkheid.
- De deugdethiek stelt dat een goede mens handelt op basis van deugd, terwijl de deontologische ethiek regels en plichten volgt.

Wat betekent het om een handeling 'onvoorwaardelijk' te laten zijn volgens de deontologische ethiek?

- In de deontologie betekent 'onvoorwaardelijk' dat een handeling moet voldoen aan morele regels en plichten, los van de omstandigheden of gevolgen.
- De categorische imperatief van Immanuel Kant illustreert dit concept van onvoorwaardelijkheid in handelen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

extra samenvatting 2de zit

Bekijk samenvatting