BA201 adaptief immuunsysteem
19 belangrijke vragen over BA201 adaptief immuunsysteem
Aangeboren vs adaptief immuunsysteem a)Bij welk deel van het immuunsysteem horen onderstaande stellingen? Zet de nummers in de juiste kolom.
(Hoofdstuk 1, Abbas et al.)
2.Reageert meteen op pathogenen
3.Complement vormt hier een onderdeel van
4.Herkent een grote variatie aan antigenen
5.Reageert in principe niet op lichaamseigen moleculen
6.Herkent een beperkte variatie van pathogene of schade-gerelateerde moleculaire patronen
7.Maakt een geheugen aan
8.Reageert pas na een paar dagen op pathogenen
Aangeboren immuunsysteem: 2, 3, 5, 6
Adaptief immuunsysteem: 1, 3, 4, 5, 7, 8
Geef voor elk celtype in onderstaande figuur aan bij welk deel van het immuunsysteem ze horen.
(Hoofdstuk 2, Abbas et al.)
Selectief: B cellen, T cellen, natural killer cellen, mest cellen, eosinophil, basophil, dendritische cel
Dendritische cel vormt de linkt van niet selectief naar selectief. Macrofagen kunnen geactiveerd worden door T helper cellen om fagocytose plaats te laten vinden.
Het woord antigeen is opgebouwd uit de afkortingen van 2 verschillende Engelse woorden. Welke woorden zijn dit en wat leid je hieruit af?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe zou je een antigeen definiëren?
Welke van de onderstaande moleculen kunnen als antigeen optreden in het lichaam van je medestudent Noor?
-Koemelkeiwit Ja
-Noor’s eigen rode bloedcellen (bloedgroep A+) Ja
-Bacteriële toxines Ja
-Pinda-eiwit Ja
-Rode bloedcellen van een donor (bloedgroep B+) Ja
-Viraal DNA Ja
-Graspollen Ja
-Eiwitmantel van een virus Ja
In onderstaande figuur zijn een aantal antigenen te zien, met gebonden antilichamen. Wat representeren de bolletjes, driehoeken en kubussen?
Sommige antigenen zijn te klein om uit zichzelf een immuunreactie te genereren. Hoe heten deze antigenen? Wat moet er gebeuren zodat deze antigenen wel een immuunreactie kunnen veroorzaken?
In ons lichaam zijn miljoenen lymfocyten aanwezig, die miljoenen verschillende antigenen kunnen herkennen.
Waar in ons lichaam wordt deze grote variatie aan lymfocyten aangemaakt?
(Hoofdstuk 2 paragraaf ‘Lymphocytes’, Abbas et al.;
Hoofdstuk 8 paragraaf ‘Overview of lymphocyte development’, Abbas et al.)
Om miljoenen verschillende antigenen te herkennen zijn miljoenen verschillende antigeen-receptoren nodig. Net als alle andere eiwitten in een cel wordt de antigeen-receptor van een B- of T-lymfocyt gecodeerd door een gen.
Hoe zorgt het lichaam ervoor dat elke lymfocyt een antigeenreceptor heeft die een ander antigeen herkent? Zoek voor zowel B-lymfocyten als T-lymfocyten op hoe de diversiteit in antigeen-receptoren tot stand komt.
Maak een schematisch overzicht van de route die B-lymfocyten en T-lymfocyten afleggen door het lichaam nadat ze aangemaakt zijn in het beenmerg.
B cellen: beenmerg --> perifeer weefsel
Een B-cel die in dit weefsel een lichaamseigen antigeen herkent heeft drie mogelijke opties. Welke zijn dit?
oVerwijderen (apoptose)
oAnergy (het kan niet reageren maar blijft wel bestaan, het blokkeren van het antigen signaal waardoor het niet kan werken)
Een T-cel die in dit weefsel een lichaamseigen antigeen herkent heeft twee mogelijke opties. Welke zijn dit?
oDifferentiatie in Tregs (regulatory T cellen, inhiberen de responses)
Perifere tolerantie:(Hoofdstuk 15, paragraaf ‘Peripheral T cell tolerance’ en ‘Peripheral B cell tolerance’, Abbas et al. Let op: beperk je tot de hoofdlijnen!)
a)In welk weefsel vindt dit plaats?
Waarom is, naast centrale tolerantie, ook nog perifere tolerantie nodig?
Wat gebeurt er met een T-cel die in de periferie een lichaamseigen antigeen herkent?
oApoptose
oVorming Tregs
Een MHC waar een antigen (bijvoorbeeld fagocyten) opzit kan worden herkend door een T-cel.
Is het logisch dat het ene celtype de ene invader herkent en het andere celtype de andere invader? Waarom wel of niet?
In bovenstaande figuur staat de route beschreven van een bepaald celtype. - Over welke cellen gaat het hier?
Welk proces wordt hier beschreven?
-Wat wordt door elke kleur voorgesteld?
Voorstelling kleuren: Verschillende segmenten. V is variabel (herkent het epitoop van het pathogeen), D diversiteit (extra diversiteit, vorming ook een onderdeel van het antigen bindende gedeelte) , J joining (vormt de brug tussen het constante gedeelte en het variabele gedeelte). Het blauwe is het constante gedeelte (bepaald de klasse en de functie)
Welk proces wordt hier weergegeven?
- Waar vindt dit proces plaats?
Centrale tolerantie. Pas bij rechts beneden als de cel daar goed gekeurd wordt mag hij het beenmerg uit naar het perifere weefsel.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden