BA201 humorale immuniteit

14 belangrijke vragen over BA201 humorale immuniteit

B cel activatie
In werkcollege 2 heb je geleerd dat B-cellen in het beenmerg aangemaakt worden. Waar bevinden zich naïeve B-cellen die klaar zijn om geactiveerd te worden?

In de lymfeknopen en de milt (secundaire lymfe organen)

In werkcollege 3 zagen we dat gespecialiseerde APC’s nodig zijn om antigeen naar T-cellen toe te brengen zodat deze geactiveerd kunnen worden.
Hoe komt het antigeen op de juiste plek terecht om de B-cellen te activeren?

Verschillende routes:
1.Afferente perifere lymfevaten : De meeste antigenen worden vanuit het weefsel via deze route getransporteerd naar de B-cellen. De vaten komen uit in de subcapsulaire sinus van de knoop. Kleine antigenen (<70 kD) bereiken dan de B-cel zones via kanalen de knoop in.
2.Subcapsulaire sinus macrofagen : Deze van grote microben en antigen – antilichaam complexen en brengen deze naar de follikels
Complement receptoren: Antigenen in een immuuncomplex kunnen binden aan compliment receptoren (CR2) in B cellen en deze zullen kunnen het complex met antigen dan transporteren de cel in. Immuuncomplexen kunnen ook binden aan CR2 aan het oppervlakte van folliculaire dendritische cellen en worden vanuit daar gepresenteerd aan antigen specifieke B-cellen.
3.Macrofagen in de marginale zone of milt lymfocytaire follikels kunnen polysaccaride antigenen vangen en dan presenteren aan B-cellen in dit gebied

Voor T-cel-activatie moet het antigeen door een APC afgebroken worden en in stukjes gepresenteerd worden aan de T-cel.Is het voor B-cel-activatie ook nodig om het antigeen af te breken?

Nee, Het antigen dat gepresenteerd wordt aan B-cellen is in de meeste gevallen intact en in zijn oorspronkelijke vorm. Daarnaast worden ze ook niet in stukjes gehakt door APC
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

In werkcollege 3 zijn verschillende Th-cellen aan bod gekomen: Th1, Th2 en Th17. De Th-cel die over het algemeen betrokken is bij B-cel-activatie is nóg een ander type Th-cel! Hoe heet deze Th-cel?

T folliculair helper cellen

Niet zomaar elke willekeurige geactiveerde Th-cel kan het signaal 2 voor een B-cel verschaffen. Onder welke voorwaarde kan een Th-cel een B-cel helpen activeren?

Het moet een klasse II MHC hebben. Als hij dan bindt aan de B-cel moet de B-cel de T-cel herkennen en dan kan hij pas beginnen. T cellen herkennen het antigeen via MHC II. Zowel de B cel en T cel moeten hetzelfde specifieke antigen kunnen herkennen voor dat ze geactiveerd kunnen worden. Een B cel zit helemaal vol met MHC II moleculen waarop hij het pathogeen presenteert.




Antilichamen zitten eigenlijk altijd al in je bloed. <-- de losse antigenen (niet verbonden aan een cel).

Behalve plasmacellen kunnen geactiveerde B-cellen zich ook tot een ander type B-cel differentiëren.


-Over welk type B-cellen gaat het hier?
-Wat is de functie van deze cellen?

-Hebben de genen van deze cellen ook de veranderingen ondergaan die je in vraag 2a beschreven hebt?

Over memory B cellen. De functie van deze cellen is een snelle reactie op al eerder geïntroduceerde antigenen. Veel van deze cellen hebben ook een klasse switch ondergaan. T cel geeft het signaal tot vorming van klasse switch en naar memory cel.

De variabele en constante regio van het antilichaam herken je als het goed is uit WC-2. In onderstaande figuur wordt het antilichaam verdeeld in een Fab- en een Fc-regio. Waar staan deze benamingen voor en wat is de functie van beide regio’s?

Fab (fragment, antigen binding) Regio waaraan het antigen kan binden.
Fc (fragment, crystallization) Regio die belangrijk is voor de effector functie van het antilichaam.

Het Fc-gedeelte van het antilichaam kan binden aan Fc-receptoren. Bij welke van de processen uit vraag 2c zijn Fc-receptoren betrokken? Op welke celtypen worden ze in dat proces tot expressie gebracht?

Fagocyten, NK cellen, mestcellen en complement eiwitten. Proces A, C en D

1.Passieve en actieve immunisatie
a)In de grafiek hieronder zie je dat de humorale respons bij een eerste infectie anders is dan bij een tweede infectie met hetzelfde pathogeen.
-Welke verschillen zijn er te zien?
-Hoe zijn deze verschillen te verklaren?

In de eerste reactie worden voornamelijk IgM en IgG antilichamen geproduceerd. Als eerste IgM en wat later IgG. Als er opnieuw een besmetting plaats vindt met hetzelfde pathogeen is de reactie vele malen hoger. Er wordt veel meer IgG geproduceerd en veel minder IgM. Dit heeft te maken met de memory cellen. Minder grote lag time.

Het fenomeen wat in de grafiek hierboven geïllustreerd wordt is de reden dat mensen d.m.v. vaccinatie immuun kunnen worden tegen bepaalde pathogenen.
Vaccins zijn in verschillende vormen beschikbaar, hieronder zie je welke vormen vaccins gebruikt worden in het rijksvaccinatieprogramma.
Wat zijn de verschillen tussen deze typen vaccins?


-BMR (bof, mazelen, rode hond): levend geattenueerd vaccin
-DTP (difterie, tetanus, polio): geïnactiveerd vaccin

-Pneumokokken: subunit vaccin

BMR : verzwakte virussen
DTP : gedode virussen 
Pneumokokken : Gebruik van alleen specifiek delen van microbe

Is immunisatie d.m.v. een vaccin actieve of passieve immunisatie? Onderbouw je keuze.

Het is een vorm van actieve immunisatie. Door de patiënt bloot te stellen aan een verzwakte of gedode pathogeen zorg je ervoor dat het pathogeen weinig tot geen schade kan aanrichten maar dat je wel eigen antilichamen/ memory cellen kan ontwikkelen tegen het pathogeen.

Wat wordt verstaan onder de andere vorm van immunisatie?

Bij passieve immunisatie geef je antilichamen aan een patiënt die het pathogeen doden maar waarbij geen memory cellen worden aangemaakt. Dit pas je toe als iemand op korte termijn bescherming nodig heeft tegen een pathogeen. Het duurt namelijk enige weken voordat het lichaam genoeg afweer heeft opgebouwd door middel van een vaccinatie

Zou je bij iemand die geïnfecteerd is met de tetanus-bacterie kiezen voor actieve of passieve immunisatie? Onderbouw je keuze.

Er moet in het bloed een bepaald niveau van antistoffen aanwezig zijn om de bacterie direct bij binnenkomst op te ruimen. De bacterie maakt gifstoffen aan die ernstige spierkrampen veroorzaken. Met levensbedreigende spierkrampen. Ik zou eerst voor een hoge dosering passieve immunisatie kiezen om eerst de bacterie te doden. Daarna voor een vaccin (actieve immunisatie) om een secundaire immuunreactie te creëren als een patiënt opnieuw besmet wordt.

Aangeboren vs adaptief immuunsysteem
Stel dat in een lab een rat gekweekt wordt die alleen beschikt over een aangeboren immuunsysteem en geen adaptief immuunsysteem. Daarnaast wordt een rat gekweekt die alleen beschikt over een adaptief immuunsysteem en geen aangeboren immuunsysteem.
Welk van beide dieren heeft de grootste kans om te overleven? Onderbouw je keuze.

Alleen de rat met een aangeboren immuunsysteem. De dendritische cellen (van het aangeboren immuunsysteem) zijn de link tussen het aangeboren immuunsysteem en het adaptieve immuunsysteem. Zonder het aangeboren immuunsysteem (APC) kunnen antigenen niet gepresenteerd worden aan cellen van het adaptieve immuunsysteem en kan het ook niet in werking treden.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo