Psychodiagnostiek in de verslavingszorg (22/10/2024)
41 belangrijke vragen over Psychodiagnostiek in de verslavingszorg (22/10/2024)
Wat is de definitie van stoornissen in het gebruik van middelen?
- Fysieke en/of mentale afhankelijkheid van middelen.
- Gedrag gericht op verkrijgen van het middel.
- Ernstige ontwenningsverschijnselen bij afwezigheid.
- Compulsief gedrag, zoals doorblijven drinken ondanks gevolgen.
Welke gedragingen duiden op controleverlies bij middelengebruik?
- Vaker gebruiken dan voorgenomen.
- Meer gebruiken dan gepland.
- Niet in staat zijn om te stoppen met gebruik.
- Tijdsverlies door gebruik en herstel.
Wat zijn de gevolgen van ontwenningsverschijnselen bij middelengebruik?
- Craving en hunkering naar het middel.
- Stress en dysforie.
- Angst en paniek.
- Kans op hernieuwd gebruik.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat zijn de drie belangrijkste effecten geassocieerd met verslaving?
- Euferie: aangenaam gevoel en vermindering van angsten.
- Craving: voortdurende gedachten aan de stof ondanks negatieve effecten.
- Controleverlies: onvermogen om te stoppen met het gebruik.
Hoe beïnvloedt het dopaminerge systeem verslaving?
- Het systeem wordt ongevoeliger.
- Normale stimulatie geeft geringe dopamineverhoging.
- Drugs veroorzaken sterke dopamineverhogingen.
- Hierdoor gaan middelen het leven domineren, resulterend in een slap en depressief bestaan zonder gebruik.
Hoe onderscheiden we verslavingen bij verschillende leeftijdsgroepen?
- Jongeren: cannabisverslaving komt vaker voor.
- Ouderen: alcoholverslaving is gebruikelijker.
- Dit is te vinden in de Nationale Drugsmonitor.
Wat zijn de implicaties van verslavingen in de DSM-V?
- Alleen gokverslaving is opgenomen in de DSM-V.
- Andere verslavingen kunnen echter ook aanzienlijk functioneren verstoren.
- Mechanismen zijn vergelijkbaar met middelverslaving.
Wat houdt de gewenningsrespons in bij verslaving?
- meer stof nodig is voor hetzelfde effect.
- dit leidt tot een toenemende gebruiksfrequentie.
- het brein minder gevoelig wordt voor dezelfde hoeveelheid.
Hoe beïnvloedt verslaving de aandacht?
- een psychologisch effect.
- attentional bias, waarbij de aandacht gaat naar belangrijke zaken.
- een intense zucht (craving) voor het middel.
Wat zijn de gevolgen van een tekort aan executieve controle?
- verlies van regie over eigen gedrag.
- een impulsief systeem dat de overhand krijgt.
- onvoldoende remming door de thalamus.
Hoe beïnvloedt verslaving de hersenen?
- neuronen in de frontale cortex.
- gebieden zoals het limbisch systeem, hippocampus en cerebellum.
- myeline in de frontale cortex en cerebellum.
Wat zijn de kenmerken van een niet-verslaafd brein vergeleken met een verslaafd brein?
- systemen zijn in balans.
- de prefrontale cortex functioneert normaal.
- gedrag wordt als dynamisch resultaat gezien van processen.
Hoe verstoort verslaving de balans tussen automatische en controlerende processen?
- de prefrontale cortex te lam leggen.
- het impulsieve gedrag de overhand te laten nemen.
- een dual procesmodel in werking te laten treden.
Welke aspecten van verslaving worden genoemd in het neuropsychologisch model en wat beïnvloeden ze?
- Verslavingsgedrag: Beïnvloed craving en persoonlijkheidsverandering.
- Cognitieve stoornissen: Beïnvloeden onttrekkingsverschijnselen en neurotoxiciteit.
- Effecten op de hersenen: Beïnvloeden somatiek en thiamine-deficiëntie.
- Omgeving: Beïnvloed door life events, opvoeding, peer pressure.
- Aanleg en biologische factoren: Temperament speelt een rol.
Wat zijn de negatieve consequenties van een afname in dopaminereceptoren?
- Hunkering: Verlangen naar middel.
- Stress: Verhoogde spanning.
- Dysforie: Ontevredenheid.
- Angst en paniek: Gevoelens van dreiging.
- Leidt tot hernieuwde middelgebruik.
Wat zijn de belangrijke elementen van de aanleg en biologische factoren van een individu?
- Anlage/biologische factoren zijn cruciaal.
- Belangrijke elementen zijn onder andere:
- Hersenen
- Cognitie
- Gedrag
Hoe verloopt de rijping van het brein?
- Van binnen naar buiten (subcorticaal naar corticaal)
- Van rechts naar links
- Van achter naar voren (occipitaal naar frontaal)
- Van globaal naar focaal
- Ontwikkeling van basale kernen naar prefrontale cortex.
Hoe beïnvloedt cannabis cognitieve functies?
- Semantisch/episodisch geheugen
- Verwerkingssnelheid
- Inhibitie
- Cognitieve flexibiliteit
- Werkgeheugen
Wat is de relatie tussen middelengebruik en cognitief functioneren?
- Middelen zijn neurotoxisch
- Effect is afhankelijk van:
- Dosering
- - Duur van gebruik
Welke effecten hebben cocaïne en speed op cognitieve functies?
1. Cocaïne:
- Semantisch geheugen
- - Executieve functies (bijv. inhibitie, besluitvorming)
- Impulsiviteit
- - Motorische functies
- - Geheugen
- - Executieve functies
Wat zijn de bouwstenen voor het dagelijks functioneren volgens de tekst en afbeelding?
- Verbaal geheugen: Belangrijk voor psychosociale training.
- Volgehouden aandacht: Nodig bij probleemoplossing.
- Executieve functies: Cruciaal voor maatschappelijk functioneren.
- Training en toepassing in het dagelijks leven.
Wat is de betekenis van psychodiagnostiek in de context van middelengebruik?
- Kennis over normale en gestoorde ontwikkeling
- Effecten van alcohol- en middelenmisbruik
- Werking van medicatie
- Onderzoeksmethoden en ziektebeelden
Welke aspecten zijn belangrijk bij het opstellen van een diagnostisch zoekschema?
- Duidelijke hulpvraag formuleren
- Hypothesen ontwikkelen
- Keuze van instrumenten maken
- Psychometrische en symptoomvaliditeit evalueren
- Cognitieve domeinen onderscheiden
- Interpretatie van resultaten
Welke vragen moeten worden beantwoord als het gaat om de hulpvraag in psychodiagnostiek?
- Wat is de hulpvraag?
- Welke klachten en wensen zijn er?
- Wat is de hulpverleningsgeschiedenis?
- Zijn er psychische stoornissen aanwezig?
- Zijn er somatische aandoeningen?
- Wat zijn de sociale problemen?
- Wat zijn de maatschappelijke problemen?
- Zijn er juridische problemen?
- Wat is het ontwikkelingsbeloop?
Wat omvat de anamnese in psychodiagnostiek?
- Geheugenklachten en beperkingen
- Opleidingsniveau en werkervaring
- Blootstelling aan chemische stoffen
- Alcohol- en drugsgebruik
- Eetpatronen en dagbesteding
- Psychiatric history en eventuele medicatie
Welke soorten neuropsychologische testen zijn er voor verschillende domeinen?
- Intelligentie: RCPM, NLV, WAIS-IV
- Geheugen en leervermogen: VLGT, RBMT (III)
- Aandacht: TMT (DKEFS)
- Executief functioneren: Tower of London
- Waarneming: Fiets-tekening
- Taal: Boston Naming Test
- Motoriek: Observaties
- Sociaal-cognitieve functies: Faux-pas
Wat zijn belangrijke testen voor symptoomvaliditeit en persoonlijkheid in psychodiagnostiek?
- Symptoomvaliditeit: TOMM, AKGT, SIMS, VAT-E
- Persoonlijkheid: SCID, MMPI-2 RF, STIP-5
- Gedragsvragenlijsten: DEX (BADS), BRIEF
Wat zijn de effecten van geheugenproblemen?
- Inhoud van gesprek vergeten
- Therapie afspraken niet herinneren
- Rationale van behandeling vergeten
- Risico situaties niet onderkennen
- Huiswerkopdrachten vergeten
Wat zijn de uitdagingen bij planning?
- Niet kunnen generaliseren van voorbeelden
- Moeite met inspelen op veranderingen
- Geen planning kunnen maken
- Gedrag niet kunnen bijsturen
Wanneer is het nuttig om gedragsobservatieschalen te gebruiken?
- Screenen van gedragsverandering
- Ernstbepaling, evaluatie en monitoring
- Cliënten met ernstige cognitieve stoornissen
- Efficiëntie in observatie
- Structureren van observaties behandelteam
Hoe beïnvloedt alcoholgebruik de sociale cognitie en emotionele decoding?
- Alcoholgebruik kan sociale cognitie verminderen.
- Vermogen om intenties van anderen in te schatten wordt verstoord.
- Emotionele decoding, nodig voor affectieve cues, is verstoord.
- Toenemend alcoholgebruik leidt tot sociale isolatie en problemen.
Wat zijn enkele voorbeelden van stoorfactoren die invloed kunnen hebben op motivatie en faalangst?
- Motivatie
- Faalangst
- Culturele achtergrond
- Aggravatie (aandikken van klachten)
- Stoornissen in aandacht of bewustzijn
- Emotionele preoccupaties
- Onvoldoende zintuiglijke functies
- Abstinentie-effect
- Depressie/stemming
Hoe kan het cognitief functioneren zich ontwikkelen bij alcoholontwenningsverschijnselen?
- Verbetering van functies in de eerste weken na onthouding
- Sommige functies duren langer (tot jaren)
- Afhankelijk van frequentie en duur van gebruik
- Herstel van executieve functies is cruciaal voor behandeling
- Cognitief functioneren verbetert met langere abstinentietijd
- Minimaal zes weken voor herstel naar stabiel niveau
Wat zijn de voordelen van het inzetten van korte screeners zoals de MoCa?
- Met verschillende versies kunnen verbeteringen in functioneren worden gevolgd.
- Ze dienen als een aanvullende behandelingsvorm.
- Ze helpen bij het identificeren van cognitieve stoornissen.
Hoe verschillen cognitieve stoornissen van aangeboren hersenletsel?
- Ontstaan geleidelijk in tegenstelling tot direct.
- Moeilijk waarneembaar, vooral subtiele executieve problemen.
- Vallen minder op dan stemmings- of relatieproblemen.
Welke schade door alcohol beïnvloedt de frontale cortex en welke problemen ontstaan hierdoor?
- Problemen met planning en organisatie van gedrag.
- Problemen in sociale cognitie.
- Problemen met werkgeheugen.
Welke consequenties hebben beschadigingen aan het limbisch systeem door alcohol?
- Emotionele problemen door atrofie aan de amygdala.
- Leer- en geheugenproblemen door volumevermindering van de hippocampus.
Wat is het syndroom van Korsakov en welke symptomen zijn er?
- Geheugenstoornissen.
- Desoriëntatie in tijd, plaats en persoon.
- Aandachts- en concentratiestoornissen.
Hoe reageren cliënten op geheugenproblemen?
- Bagatelliseren van problematiek.
- Onzekerheid en frustratie bij fouten.
- Anosognosie, gebrek aan ziektebesef.
Wat zijn de acute en chronische symptomen van het syndroom van Korsakov?
- Acute fase: encefalopathie van Wernicke - apathie, nystagmus, oogspierverlamming, verwardheid, ataxie.
- Chronische fase: geheugenstoornissen, confabuleren, aandachtstoornissen, planningsstoornissen, geen ziektebesef.
Wat beïnvloedt de MMPI-resultaten tijdens abstinentie bij cliënten met alcoholproblematiek?
- Ziekte-inzicht speelt een rol bij zelfrapportage.
- Behandeling en detoxificatie veranderen patronen over 30 dagen.
- Het effect van crisisomgeving vermindert met tijd.
- Regressie naar het gemiddelde beïnvloedt scores.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden