Psychodiagnostiek in de verslavingszorg (22/10/2024)

41 belangrijke vragen over Psychodiagnostiek in de verslavingszorg (22/10/2024)

Wat is de definitie van stoornissen in het gebruik van middelen?

Dit verwijst naar:
  1. Fysieke en/of mentale afhankelijkheid van middelen.
  2. Gedrag gericht op verkrijgen van het middel.
  3. Ernstige ontwenningsverschijnselen bij afwezigheid.
  4. Compulsief gedrag, zoals doorblijven drinken ondanks gevolgen.

Welke gedragingen duiden op controleverlies bij middelengebruik?

Gedragingen die op controleverlies wijzen zijn:
  1. Vaker gebruiken dan voorgenomen.
  2. Meer gebruiken dan gepland.
  3. Niet in staat zijn om te stoppen met gebruik.
  4. Tijdsverlies door gebruik en herstel.

Wat zijn de gevolgen van ontwenningsverschijnselen bij middelengebruik?

Ontwenningsverschijnselen leiden tot:
  1. Craving en hunkering naar het middel.
  2. Stress en dysforie.
  3. Angst en paniek.
  4. Kans op hernieuwd gebruik.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn de drie belangrijkste effecten geassocieerd met verslaving?

Belangrijke effecten zijn:
  1. Euferie: aangenaam gevoel en vermindering van angsten.
  2. Craving: voortdurende gedachten aan de stof ondanks negatieve effecten.
  3. Controleverlies: onvermogen om te stoppen met het gebruik.

Hoe beïnvloedt het dopaminerge systeem verslaving?

Bij verslavingen gebeurt het volgende:
  1. Het systeem wordt ongevoeliger.
  2. Normale stimulatie geeft geringe dopamineverhoging.
  3. Drugs veroorzaken sterke dopamineverhogingen.
  4. Hierdoor gaan middelen het leven domineren, resulterend in een slap en depressief bestaan zonder gebruik.

Hoe onderscheiden we verslavingen bij verschillende leeftijdsgroepen?

Bij jongeren en ouderen zien we de volgende verslavingen:
  1. Jongeren: cannabisverslaving komt vaker voor.
  2. Ouderen: alcoholverslaving is gebruikelijker.
  3. Dit is te vinden in de Nationale Drugsmonitor.

Wat zijn de implicaties van verslavingen in de DSM-V?

Belangrijk om te weten:
  1. Alleen gokverslaving is opgenomen in de DSM-V.
  2. Andere verslavingen kunnen echter ook aanzienlijk functioneren verstoren.
  3. Mechanismen zijn vergelijkbaar met middelverslaving.

Wat houdt de gewenningsrespons in bij verslaving?

Gewenningsrespons betekent dat:
  1. meer stof nodig is voor hetzelfde effect.
  2. dit leidt tot een toenemende gebruiksfrequentie.
  3. het brein minder gevoelig wordt voor dezelfde hoeveelheid.

Hoe beïnvloedt verslaving de aandacht?

Verslaving leidt tot:
  1. een psychologisch effect.
  2. attentional bias, waarbij de aandacht gaat naar belangrijke zaken.
  3. een intense zucht (craving) voor het middel.

Wat zijn de gevolgen van een tekort aan executieve controle?

Een tekort aan executieve controle resulteert in:
  1. verlies van regie over eigen gedrag.
  2. een impulsief systeem dat de overhand krijgt.
  3. onvoldoende remming door de thalamus.

Hoe beïnvloedt verslaving de hersenen?

Verslaving beschadigt:
  1. neuronen in de frontale cortex.
  2. gebieden zoals het limbisch systeem, hippocampus en cerebellum.
  3. myeline in de frontale cortex en cerebellum.

Wat zijn de kenmerken van een niet-verslaafd brein vergeleken met een verslaafd brein?

Bij een niet-verslaafd brein:
  1. systemen zijn in balans.
  2. de prefrontale cortex functioneert normaal.
  3. gedrag wordt als dynamisch resultaat gezien van processen.

Hoe verstoort verslaving de balans tussen automatische en controlerende processen?

Verslaving verstoort de balans door:
  1. de prefrontale cortex te lam leggen.
  2. het impulsieve gedrag de overhand te laten nemen.
  3. een dual procesmodel in werking te laten treden.

Welke aspecten van verslaving worden genoemd in het neuropsychologisch model en wat beïnvloeden ze?

  • Verslavingsgedrag: Beïnvloed craving en persoonlijkheidsverandering.
  • Cognitieve stoornissen: Beïnvloeden onttrekkingsverschijnselen en neurotoxiciteit.
  • Effecten op de hersenen: Beïnvloeden somatiek en thiamine-deficiëntie.
  • Omgeving: Beïnvloed door life events, opvoeding, peer pressure.
  • Aanleg en biologische factoren: Temperament speelt een rol.

Wat zijn de negatieve consequenties van een afname in dopaminereceptoren?

  • Hunkering: Verlangen naar middel.
  • Stress: Verhoogde spanning.
  • Dysforie: Ontevredenheid.
  • Angst en paniek: Gevoelens van dreiging.
  • Leidt tot hernieuwde middelgebruik.

Wat zijn de belangrijke elementen van de aanleg en biologische factoren van een individu?

  • Anlage/biologische factoren zijn cruciaal.
  • Belangrijke elementen zijn onder andere:
1. Temperament
  1. Hersenen
  2. Cognitie
  3. Gedrag
- Interactie met de omgeving is continu.

Hoe verloopt de rijping van het brein?

De ontwikkeling gaat:
  1. Van binnen naar buiten (subcorticaal naar corticaal)
  2. Van rechts naar links
  3. Van achter naar voren (occipitaal naar frontaal)
  4. Van globaal naar focaal
  5. Ontwikkeling van basale kernen naar prefrontale cortex.

Hoe beïnvloedt cannabis cognitieve functies?

Cognitieve impact van cannabis omvat:
  1. Semantisch/episodisch geheugen
  2. Verwerkingssnelheid
  3. Inhibitie
  4. Cognitieve flexibiliteit
  5. Werkgeheugen

Wat is de relatie tussen middelengebruik en cognitief functioneren?

Er zijn verschillende effecten:
  1. Middelen zijn neurotoxisch
  2. Effect is afhankelijk van:
  • Dosering
  • - Duur van gebruik
3. Combinatie van middelen complicaties bij behandeling.

Welke effecten hebben cocaïne en speed op cognitieve functies?

De invloed van deze middelen is als volgt:
1. Cocaïne:
  • Semantisch geheugen
  • - Executieve functies (bijv. inhibitie, besluitvorming)
2. Speed:
  • Impulsiviteit
  • - Motorische functies
  • - Geheugen
  • - Executieve functies

Wat zijn de bouwstenen voor het dagelijks functioneren volgens de tekst en afbeelding?

  • Verbaal geheugen: Belangrijk voor psychosociale training.
  • Volgehouden aandacht: Nodig bij probleemoplossing.
  • Executieve functies: Cruciaal voor maatschappelijk functioneren.
  • Training en toepassing in het dagelijks leven.

Wat is de betekenis van psychodiagnostiek in de context van middelengebruik?

Dit betreft het proces van het begrijpen en diagnosticeren van middelenmisbruik, inclusief:
  • Kennis over normale en gestoorde ontwikkeling
  • Effecten van alcohol- en middelenmisbruik
  • Werking van medicatie
  • Onderzoeksmethoden en ziektebeelden

Welke aspecten zijn belangrijk bij het opstellen van een diagnostisch zoekschema?

Belangrijke aspecten omvatten:
  1. Duidelijke hulpvraag formuleren
  2. Hypothesen ontwikkelen
  3. Keuze van instrumenten maken
  4. Psychometrische en symptoomvaliditeit evalueren
  5. Cognitieve domeinen onderscheiden
  6. Interpretatie van resultaten

Welke vragen moeten worden beantwoord als het gaat om de hulpvraag in psychodiagnostiek?

Het is belangrijk om de volgende vragen te beantwoorden:
  1. Wat is de hulpvraag?
  2. Welke klachten en wensen zijn er?
  3. Wat is de hulpverleningsgeschiedenis?
  4. Zijn er psychische stoornissen aanwezig?
  5. Zijn er somatische aandoeningen?
  6. Wat zijn de sociale problemen?
  7. Wat zijn de maatschappelijke problemen?
  8. Zijn er juridische problemen?
  9. Wat is het ontwikkelingsbeloop?

Wat omvat de anamnese in psychodiagnostiek?

Anamnese omvat het vastleggen van:
  • Geheugenklachten en beperkingen
  • Opleidingsniveau en werkervaring
  • Blootstelling aan chemische stoffen
  • Alcohol- en drugsgebruik
  • Eetpatronen en dagbesteding
  • Psychiatric history en eventuele medicatie

Welke soorten neuropsychologische testen zijn er voor verschillende domeinen?

De testen voor verschillende domeinen omvatten:
  • Intelligentie: RCPM, NLV, WAIS-IV
  • Geheugen en leervermogen: VLGT, RBMT (III)
  • Aandacht: TMT (DKEFS)
  • Executief functioneren: Tower of London
  • Waarneming: Fiets-tekening
  • Taal: Boston Naming Test
  • Motoriek: Observaties
  • Sociaal-cognitieve functies: Faux-pas

Wat zijn belangrijke testen voor symptoomvaliditeit en persoonlijkheid in psychodiagnostiek?

Voor symptoomvaliditeit en persoonlijkheid worden de volgende testen gebruikt:
  • Symptoomvaliditeit: TOMM, AKGT, SIMS, VAT-E
  • Persoonlijkheid: SCID, MMPI-2 RF, STIP-5
  • Gedragsvragenlijsten: DEX (BADS), BRIEF

Wat zijn de effecten van geheugenproblemen?

Bij problemen met geheugen kunnen de volgende zaken optreden:
  1. Inhoud van gesprek vergeten
  2. Therapie afspraken niet herinneren
  3. Rationale van behandeling vergeten
  4. Risico situaties niet onderkennen
  5. Huiswerkopdrachten vergeten

Wat zijn de uitdagingen bij planning?

Problemen met planning leiden tot:
  1. Niet kunnen generaliseren van voorbeelden
  2. Moeite met inspelen op veranderingen
  3. Geen planning kunnen maken
  4. Gedrag niet kunnen bijsturen

Wanneer is het nuttig om gedragsobservatieschalen te gebruiken?

Het gebruik van observatieschalen is geïndiceerd voor:
  1. Screenen van gedragsverandering
  2. Ernstbepaling, evaluatie en monitoring
  3. Cliënten met ernstige cognitieve stoornissen
  4. Efficiëntie in observatie
  5. Structureren van observaties behandelteam

Hoe beïnvloedt alcoholgebruik de sociale cognitie en emotionele decoding?

  • Alcoholgebruik kan sociale cognitie verminderen.
  • Vermogen om intenties van anderen in te schatten wordt verstoord.
  • Emotionele decoding, nodig voor affectieve cues, is verstoord.
  • Toenemend alcoholgebruik leidt tot sociale isolatie en problemen.

Wat zijn enkele voorbeelden van stoorfactoren die invloed kunnen hebben op motivatie en faalangst?

Voorbeelden van stoorfactoren zijn:
  1. Motivatie
  2. Faalangst
  3. Culturele achtergrond
  4. Aggravatie (aandikken van klachten)
  5. Stoornissen in aandacht of bewustzijn
  6. Emotionele preoccupaties
  7. Onvoldoende zintuiglijke functies
  8. Abstinentie-effect
  9. Depressie/stemming

Hoe kan het cognitief functioneren zich ontwikkelen bij alcoholontwenningsverschijnselen?

De ontwikkeling van cognitief functioneren bij alcoholontwenning is als volgt:
  1. Verbetering van functies in de eerste weken na onthouding
  2. Sommige functies duren langer (tot jaren)
  3. Afhankelijk van frequentie en duur van gebruik
  4. Herstel van executieve functies is cruciaal voor behandeling
  5. Cognitief functioneren verbetert met langere abstinentietijd
  6. Minimaal zes weken voor herstel naar stabiel niveau

Wat zijn de voordelen van het inzetten van korte screeners zoals de MoCa?

Korte screeners zoals de MoCa bieden de volgende voordelen:
  1. Met verschillende versies kunnen verbeteringen in functioneren worden gevolgd.
  2. Ze dienen als een aanvullende behandelingsvorm.
  3. Ze helpen bij het identificeren van cognitieve stoornissen.

Hoe verschillen cognitieve stoornissen van aangeboren hersenletsel?

Cognitieve stoornissen hebben de volgende kenmerken:
  1. Ontstaan geleidelijk in tegenstelling tot direct.
  2. Moeilijk waarneembaar, vooral subtiele executieve problemen.
  3. Vallen minder op dan stemmings- of relatieproblemen.

Welke schade door alcohol beïnvloedt de frontale cortex en welke problemen ontstaan hierdoor?

Schade aan de frontale cortex leidt tot:
  1. Problemen met planning en organisatie van gedrag.
  2. Problemen in sociale cognitie.
  3. Problemen met werkgeheugen.

Welke consequenties hebben beschadigingen aan het limbisch systeem door alcohol?

Schade aan het limbisch systeem resulteert in:
  1. Emotionele problemen door atrofie aan de amygdala.
  2. Leer- en geheugenproblemen door volumevermindering van de hippocampus.

Wat is het syndroom van Korsakov en welke symptomen zijn er?

Dit syndroom ontstaat door alcoholmisbruik en slechte eetgewoonten, met symptomen zoals:
  1. Geheugenstoornissen.
  2. Desoriëntatie in tijd, plaats en persoon.
  3. Aandachts- en concentratiestoornissen.

Hoe reageren cliënten op geheugenproblemen?

Cliënten vertonen vaak verschillende gedragingen zoals:
  1. Bagatelliseren van problematiek.
  2. Onzekerheid en frustratie bij fouten.
  3. Anosognosie, gebrek aan ziektebesef.

Wat zijn de acute en chronische symptomen van het syndroom van Korsakov?

De symptomen zijn onder te verdelen in:
  1. Acute fase: encefalopathie van Wernicke - apathie, nystagmus, oogspierverlamming, verwardheid, ataxie.
  2. Chronische fase: geheugenstoornissen, confabuleren, aandachtstoornissen, planningsstoornissen, geen ziektebesef.

Wat beïnvloedt de MMPI-resultaten tijdens abstinentie bij cliënten met alcoholproblematiek?

  • Ziekte-inzicht speelt een rol bij zelfrapportage.
  • Behandeling en detoxificatie veranderen patronen over 30 dagen.
  • Het effect van crisisomgeving vermindert met tijd.
  • Regressie naar het gemiddelde beïnvloedt scores.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo