Gedragsstoornissen en ADHD (17/09/2024)

33 belangrijke vragen over Gedragsstoornissen en ADHD (17/09/2024)

Wat houdt ADHD in volgens de DSM-V?

Dit is een neurobiologische ontwikkelingsstoornis. ADHD wordt beschouwd als een beschrijvende term die gedrag observeert en meet. De diagnose is subjectief en de neurobiologie wordt niet gemeten.

Hoe wordt ADHD gemeten?

ADHD-meting is gebaseerd op observeerbaar gedrag, met gebruik van vragenlijsten zoals de Conners en K-SADS-PL. Er moet sprake zijn van:
  1. Hyperactiviteit/impulsiviteit of
  2. Aandachts-/concentratieproblemen

Welke symptomen wijzen op aandacht- of concentratieproblemen bij ADHD?

Ten minste zes symptomen (of vijf bij 17+) zoals:
  1. Moeite om de aandacht erbij te houden
  2. Vergeetachtig
  3. Slordige fouten
  4. Lijkt niet te luisteren
  5. Volgt instructies niet op
  6. Gemakkelijk afgeleid
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn de vereisten voor de diagnose ADHD?

Er moet sprake zijn van:
  1. Bepaalde last in het leven
  2. Aanwezig in meerdere situaties
  3. Symptomen voor twaalf jaar aanwezig
  4. Niet beter verklaarbaar door andere stoornissen

Wat zijn de verschillende constructen die gerelateerd zijn aan ADHD?

De constructen omvatten:
  1. Diagnostische subgroep: Observeerbaar gedrag categoriseert dit als ADHD.
  2. Psychologische constructen: Verklaringsmodellen zoals zwakke gedragscontrole.
  3. Neurobiologische constructen: Onderzoek naar hersenactiviteit zoals dysfunctie beloningssysteem.
  4. Genetische factoren: Focus op erfelijkheid en genen.

Hoe wordt inattentie gekarakteriseerd?

Dit type heeft:
  • Zes of meer symptomen van aandachts-/concentratieproblemen.
  • Minder dan zes symptomen van hyperactiviteit/impulsiviteit.
  • Voorbeeld: Liza, een rustig meisje dat vaak dagdroomt en afgeleid is.

Wat zijn de kenmerken van hyperactiviteit/impulsiviteit?

Dit type heeft:
  • Zes of meer symptomen van hyperactiviteit/impulsiviteit.
  • Minder dan zes symptomen van aandachts-/concentratieproblemen.
  • Voorbeeld: Mees, een drukke jongen die de klas verstoort en niet kan blijven zitten.

Wat is de meest voorkomende comorbide stoornis bij ADHD, en welke andere stoornissen komen vaak voor?

  • Meest voorkomende comorbide stoornis: Conduct disorder of oppositionele gedragsstoornis (~50%)
  • Andere comorbide stoornissen:
1. Leerproblemen (20%-30%)
  1. Angststoornissen (~25%)
  2. Depressieve stoornissen (9%-38%)

Wat percentage van de volwassenen heeft blijvende ADHD-symptomen en hoe is het mogelijk dat er LATE ONSET ADHD bestaat?

Het percentage dat blijvende symptomen ervaart is als volgt:
  1. 50 tot 70 procent heeft blijvende symptomen en beperkingen.
  2. LATE ONSET ADHD mogelijk, maar moet nog verder onderzocht worden.
  3. Longitudinale studies geven aanwijzingen voor dit fenomeen.

Wat zijn de behandelingsopties voor ADHD?

Behandelmethoden omvatten:
  1. Psychostimulantia: 75% reageert goed; 25-30% ervaren afname van kernsymptomen.
  2. Psychoeducatie: verduidelijkt kennis over ADHD, o.a. het ontkrachten van fabels.
  3. Psychosociale interventies: omvat oudertraining, kindinterventies, leerkrachtprogramma's en interventies voor volwassenen.

Wat zijn de verklaringsmodellen voor ADHD?

Verklaringsmodellen richten zich op oorzaken zoals:
  1. Omgevingsfactoren: bijvoorbeeld roken tijdens de zwangerschap.
  2. Genetische factoren: tot 80% erfelijkheid.
  3. Rol van het brein: dopamine- en noradrenalinesystemen, fronto-stratiale en fronto-pariëtale circuits.
  4. Rol van cognitie: gedragsremming speelt een rol.

Wat is het cognitief-energetisch model van Joe Sergeant (2000)?

  • Gebaseerd op Sanders' model (1983).
  • Behandelt menselijke informatieverwerking.
  • Optimale conditie: arousal en activatie optimaal.
  • Arousal: ontvangen van informatie.
  • Activatie: reageren op informatie.
  • Effort: extra inspanning bij suboptimale toestand.
  • ADHD: snellere suboptimale arousal en activatie.

Hoe worden arousal en activatie beschreven in het model?

  • Arousal heeft betrekking op energie en alertheid om informatie te ontvangen.
  • Activatie gaat over energie en alertheid voor een reactie.
  • Beide moeten optimaal zijn voor beste verwerkingskwaliteit.
  • Suboptimale niveaus vereisen meer effort.

Wat is de rol van effort in het cognitief-energetisch model?

  • Effort is de inspanning die geleverd wordt bij suboptimale arousal/activatie.
  • Het helpt opgelet te blijven.
  • Cruciaal bij ADHD, waar arousal/activatie sneller suboptimaal zijn.

Waarom hebben mensen met ADHD moeite met het reguleren van hun gedrag?

  • Moeite met regulatie bij niet-optimale arousal.
  • Meer last van onder- en overarousal.
  • Bevinden zich vaak buiten de ideale arousal zone.
  • Moeilijkheden met bijsturen door inspanning.

Wat houdt de meta-analyse van de go/no-go taak in en wat zijn de kernbevindingen met betrekking tot ADHD?

De meta-analyse bestudeert gedragsremming bij ADHD. Kernbevindingen zijn:
  1. Langzame taaksnelheidlangzamere reactietijd ADHD-groep.
  2. Hoge taaksnelheidsnellere false alarms ADHD-groep.
  3. Arousal beïnvloedt reactietijd en impulsiviteit.

Wat zijn de klinische implicaties van de onderzoeksbevindingen?

De bevindingen suggereren dat:
  1. Optimale snelheid van informatie verwerken helpt in onderwijs en thuis.
  2. Training voor het verbeteren van gedragsremming is mogelijk.
  3. Medicijnonderzoek kan focussen op noradrenaline paden voor arousal regulering.

Wat is de unifying theory van Russell Barkley en wat stelt het over ADHD?

De unifying theory stelt dat:
  1. Kern van ADHD ligt in zwakke gedragsremming.
  2. Dit leidt tot problemen zoals afleiding en impulsiviteit.
  3. Gedragsremming is essentieel voor executieve functies.

Hoe wordt gedragsremming in het lab gemeten volgens de unifying theory?

Dit gebeurt via het stop paradigma waar:
  1. Deelnemers knop indrukken bij een vliegtuig.
  2. Ze moeten stop signaal negeren.
  3. Er wordt gekeken naar stop-signaal reactietijd.

Wat gebeurt er met de reactietijden op go-trials bij ADHD-groep bij verschillende taaksnelheden?

De reactietijden zijn als volgt:
  1. Hoge taaksnelheidlangzamere reacties van ADHD-groep.
  2. Lage taaksnelheidnog traagere reacties van ADHD-groep.
  3. Onder-arousal speelt een grote rol bij vertraging.

Welke problemen ondervindt de ADHD-groep met betrekking tot false alarms op no-go trials?

De ADHD-groep ervaart:
  1. Meer false alarms → vaker de knop indrukken als het niet moet.
  2. Hoge taaksnelheid → gemiddelde snelle reacties.
  3. Over-arousal leidt tot impulsiviteit.

Hoe kan de presentatie van informatie verbeterd worden voor mensen met ADHD?

Presentatie kan geoptimaliseerd worden door:
  1. Variatie in snelheid van informatie aanbieden.
  2. Aandacht voor instructies zowel op school als thuis.
  3. Weblectures aanpassen aan verschillende snelheden.

Waarom vermeldt de unifying theory dat gedragsremming belangrijk is?

Gedragsremming is cruciaal omdat:
  1. Het een onderdeel is van executieve functies.
  2. Het helpt bij doelgericht gedrag in nieuwe situaties.
  3. Effectieve gedragsremming voorkomt problemen zoals impulsiviteit.

Welke experimentopzet wordt gebruikt om gedragsremming te testen?

De experimentele opzet omvat:
  1. Participanten knop indrukken bij een vliegtuigbeeld.
  2. Stopbord krijgt voorrang ongedaan te maken.
  3. Metingen van de stop-signaal reactietijd worden gedaan.

Wat is de belangrijkste bevinding met betrekking tot Barkley’s model en ADHD?

De ADHD-groep verschilt van controles op:
  1. Inhibitietaken
  2. Langzaam in stoppen
  3. Effectgrootte is medium

Dit wijst op een inhibitieprobleem bij minder dan de helft van de ADHD'ers.

Wat zijn de klinische implicaties van zwakke inhibitie?

Klinische implicaties omvatten:
  1. Slechte prestaties op inhibitietaken kunnen ADHD niet bevestigen.
  2. Normale prestaties op inhibitietaken uitsluiting niet mogelijk.
  3. Beschrijvend gebruik bij sterkte-zwakteprofielen.
  4. Focus op executieve functies bij interventies.

Hoe heeft het onderzoek naar zwakke inhibitie het begrip van ADHD beïnvloed?

Onderzoek heeft aangetoond dat:
  1. Geen enkele onderliggende oorzaak ADHD-symptomen verantwoordt.
  2. Het kleurrijke pallet van symptomen complex is.
  3. Belang van meerdere factoren in diagnose.

Wat houdt Sonuga-Barke’s Dual Pathway Model in?

  • Eerste model voor meerdere oorzaken van AD/HD.
  • Gebaseerd op Barkley's model van inhibitie.
  • Toegevoegde component van delay aversion.
  • Twee onafhankelijke paden:
1. Inhibitieproblemen
2. Hekel aan wachten.

Wat zijn de gedragsuitdrukkingen in Sonuga-Barke’s model?

  • Leidt tot AD/HD en engagement.
  • Executive Dysfunction en Delay Aversion resulteren in deze gedragingen.
  • Externe respons kan beïnvloed worden door Parental Response.

Wat is delay aversion en hoe kan dit gemeten worden?

Het fenomeen waarbij mensen moeite hebben met wachten, gemeten door:
  1. Delay discounting;
  2. Kiezen tussen directe en uitgestelde beloningen;
  3. Voorbeeld: 500 euro nu versus 1000 euro later.

Geef een voorbeeld van temporal discounting met uitgestelde beloningen.

Bij een studie met echte beloningen werd gevraagd om keuzes te maken.
  1. Wachtijden: 0, 5, 10, 20 of 30 seconden;
  2. Onmiddellijke beloningen: 0, 2, 4, 6, 8 of 10 cent;
  3. 60 keuzes werden gemaakt, lagere voorkeur voor wachten.

Hoe hangt ADHD samen met beloningsvoorkeuren?

Deze personen hebben een sterke voorkeur voor:
  1. Kleine, directe beloningen;
  2. Medium effectgrootte van d = .45;
  3. Dit beïnvloedt hun voorkeuren voor onmiddellijke versus uitgestelde beloningen.

Welke verklaringsmodellen zijn er voor het gedragspatroon dat ADHD wordt genoemd?

Er zijn drie modellen:
  1. OVER-ONDER-AROUSAL/ACTIVATIE (Cognitive Energetic Model)
  2. INHIBITIE (Unifying Theory)
  3. INHIBITIE OF DELAY AVERSION (Dual Pathway Model)
  • Geen enkel mechanisme verklaart alles.
  • Ondersteuning voor oorzakelijke factoren gevonden.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo