Angststoornissen bij kinderen en jongeren (05/09/2024)

39 belangrijke vragen over Angststoornissen bij kinderen en jongeren (05/09/2024)

Wat is de dimensionele visie binnen de klinische ontwikkelingspsychologie?

Deze visie stelt dat de eigenschappen van angststoornissen niet kwalitatief verschillen van normale angst. Belangrijke componenten zijn:
  • DENKEN: cognitieve beoordelingen (bijv. ‘Ik ben in gevaar.’)
  • VOELEN: emotionele reacties (bijv. angst, twijfel)
  • GEWAARWORDEN: fysiologische symptomen (bijv. verhoogde hartslag)
  • DOEN: gedragsreacties (bijv. vluchten)

Wat zijn de twee soorten diagnoses die door een diagnosticus gemaakt moeten worden?

Diagnoses omvatten:
  1. BESCHRIJVENDE DIAGNOSE: het label dat gedrag categoriseert (geen oorzaak).
  2. VERKLARENDE DIAGNOSE: inzicht in de oorsprong van de angststoornis.

Op welke manier kan angst leiden tot impairment in het dagelijks functioneren?

Impairment door angst kan zich manifesteren in:
  1. Sociale relaties: moeilijkheden in interacties met anderen.
  2. School: problemen met leren en concentratie.
  3. Ontwikkelingstaken: achterstanden in belangrijke ontwikkelingsactiviteiten.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is het belang van de trigger versus betekenis in de beoordeling van angst?

Bij het beoordelen van angst is het cruciaal om:
  • De trigger: waardoor ontstaat de angst te identificeren.
  • De betekenis: hoe de situatie doelbewust ervaar wordt te begrijpen.

Hoe kunnen ouders en gezinnen lijden door de angststoornis van een kind?

Lijden binnen gezinnen kan omvatten:
  • Ouders: verdriet vanwege de beperking van het kind.
  • Broers/zussen: minder aandacht ontvangen door de angst van het kind.

Wat zijn beschrijvende diagnoses en hoe worden ze vastgesteld?

Er zijn richtlijnen voor het gebruik van specifieke instrumenten bij beschrijvende diagnoses.
  • Categorische visie (DSM) geeft een label, zegt niets over oorsprong.
  • Dimensionele visie (ASEBA) laat scores zien ten opzichte van leeftijdsgenoten.
  • Diagnose vereist dat criteria behaald worden.

Wat zijn de kenmerken van de categorische benadering?

Bij deze benadering zijn normaal en afwijkend gedrag kwalitatief verschillend.
  • Psychiatrische visie.
  • Vaak gebaseerd op DSM (APA) of ICD (WHO).
  • Diagnoses zijn duidelijk, bijvoorbeeld "deze persoon heeft wel/niet een probleem".

Wat houdt de gegeneraliseerde angststoornis in?

Dit betreft buitensporige en oncontroleerbare angst over verschillende zaken.
  • Vaak gepaard met aanhoudend piekeren.
  • Betreft meerdere gebeurtenissen of activiteiten.

Wat zijn de angststoornissen door middelen of medicatie?

Deze betreft angst die ontstaat bij middelen zoals alcohol, cafeïne of hallucinogenen.
  • Kan ook optreden tijdens afkick- of medicijngebruik.
  • Duidelijke angst of paniekaanvallen bij intoxicatie.

Wat zijn enkele algemene kenmerken van angststoornissen volgens de DSM?

Belangrijkste kenmerken zijn:
  • Vermijding van wat men vreest (bijv. sociale situaties)
  • Beperking in persoonlijk, sociaal of professioneel leven
  • Significant lijden voor kind of gezin
  • Langdurig en inadequaat aanwezig
  • Niet verklaarbaar door andere aandoeningen

Wat is de prevalentie van angststoornissen onder jongeren?

Prevalentie onder jongeren is:
  • 33.7% is de meest voorkomende psychopathologie
  • 9.9% krijgt deze stoornis voor het 16e levensjaar
  • 15-20% levensprevalentie onder 18 jaar
  • 24.9% jaarprevalentie

Hoe verhoudt de prevalentie van angststoornissen zich tussen jongens en meisjes?

Meisjes hebben meer risico met een ratio van:
- 2:1 (meisjes:jongen)

Wat zijn de prevalentiepercentages voor verschillende specifieke angststoornissen?

Prevalentie van verschillende stoornissen:
  • Specifieke fobieën: ongeveer 15%
  • Sociale-angststoornis: ongeveer 10%
  • Separatie-angststoornis: 3–8%
  • Gegeneraliseerde-angststoornis: ongeveer 2%
  • Agorafobie: 1–2%
  • Paniekstooris: < 1%

Wat zijn enkele specifieke percentages voor gegeneraliseerde-angststoornis op basis van leeftijd?

Percentages voor deze stoornis zijn:
  • 1% voor 12-13 jaar
  • 3% voor 17-18 jaar

Wat zijn enkele kernpunten over comorbiditeit bij emotionele problematiek?

  • 75% van personen met een angststoornis heeft ook een andere.
  • Asymmetrische comorbiditeit: depressie vaker als hoofdstoornis.
  • Gelijktijdige en sequentiële comorbiditeit mogelijk.
  • Verklaringen:
  • - Pech
  • - Symptoomoverlap
  • - Itemoverlap
  • - Gedeelde etiologie
  • - Angst als risicofactor
  • - Gemeenschappelijke hogere orde factor

Wat zijn belangrijke correlaties bij internaliserende en externaliserende problematiek?

  • Gedeelde risicofactoren.
  • Jongeren in ‘angstaanjagende situaties’.
  • Symptoomoverlap: bijvoorbeeld niet stil kunnen zitten.
  • ‘General psychopathology factor’.
  • Angst kan ook beschermend zijn bij externaliserende problematiek, vooral bij jongens.

Hoe functioneren ASEBA-vragenlijsten bij internaliserende problematiek?

  • Bieden een profiel met diverse subschalen.
  • Scores worden vergeleken met DSM-diagnoses.
  • Interne probleemschalen omvatten:
  • - Emotioneel reageren
  • - Angstig/depressief
  • - Lichamelijke klachten
  • - Teruggetrokken
  • - Affectieve problemen

Welke andere probleemschalen zijn er in de ASEBA-structuur?

  • Externaliserende probleemschalen omvatten:
  • - Aandachtsproblemen
  • - Agressief gedrag
  • Overige problemen zijn:
  • - Slaapproblemen

Wat zijn de t-scores en hun interpretaties bij internaliserende problematiek?

Er zijn verschillende t-scores die een indicatie geven over de ernst van de problematie

Waarom is zelfrapportage bij kinderen beperkt?

Dit komt door factoren zoals:
  1. Beperkte cognitieve capaciteiten
  2. Introspectief vermogen
  3. Emotioneel bewustzijn
  4. Taalvaardigheid
  5. Gebruik van andere informanten (ouders, leraren) is gewenst.

Wat zijn de vervolgstappen na een beschrijvende diagnose?

Vervolginterventies na diagnose omvatten:
  1. Cognitieve Gedragstherapie (CBT)
  2. CBT in combinatie met medicijnen
  3. Enkel medicijnen
  4. Richtlijnen zoals VGCT-factsheet bieden aanbevelingen.

Wat zijn de doelen van emotieregulatievaardigheden en strategieën?

Hoofddoelen zijn:
  1. Emotionele uitingen op een handiger manier leren
  2. Leren omgaan met emoties
  3. Lichamelijke signalen bij emoties herkennen
  4. Veiligheid en ontspanning bevorderen

Wat is een voorbeeld dat helpt om lichamelijke signalen met emoties te verbinden?

Het 'spaghetti'-voorbeeld demonstreert:
  1. Stijf en aangespannen = Pak spaghetti (voor spanning)
  2. Kookt en ontspannen = Gekookte spaghetti (voor ontspanning)
  3. Lichaam leren dat ontspannen veilig is

Wat zijn verklarende diagnoses en hoe worden ze beïnvloed door etiologische factoren?

  • Gebaseerd op etiologische factoren.
  • Analyseert waar gedrag vandaan komt.
  • Onderzoekt risicofactoren en beschermende factoren.
  • Integreert multicausale theorieën.
  • Modellen omvatten equifinality, multifinality en transactionality.

Wat houdt *equifinality* in binnen het context van verklarende diagnoses?

  • Verschillende factoren leiden tot gelijkaardig gedrag.
  • Factoren zijn genetische predispositie, ouderschapsstijl, en trauma.
  • Belangrijk om de relevante factor te achterhalen.

Hoe verklaart *multicausality* gedrag binnen verklarende diagnoses?

  • Gedrag heeft meerdere oorzaken.
  • Belicht het samenspel van diverse factoren.
  • Verschillende oorzaken werken samen.

Wat is de rol van *transactionality* in verklarende diagnoses?

  • Invloed gaat verder dan de uitkomst.
  • Beïnvloedt ook onderliggende voorspellers.
  • Onderstreept dynamische interacties.

Welke factoren spelen een rol in het verklaren van angst volgens de diagram?

  • Factoren: cognitieve, fysiologische, en interpersoonlijke aspecten.
  • Cognitief: oordeel- en attentiebias.
  • Fysiologisch: hersenfunctie, HPA As.
  • Interpersoonlij

Wat bepaalt of gedrag herhaald wordt in operante conditionering?

Herhaling is afhankelijk van beloning en bestraffing. Belangrijk zijn:
  1. Gedrag wordt versterkt door positieve beloningen.
  2. Negatieve gevolgen kunnen gedrag verminderen.
  3. Evaluatie van uitkomsten om toekomstige acties te bepalen.

Wat beschreven Mowrer's two-factor model of avoidance learning?

Dit model verduidelijkt de ontwikkeling van angst. Belangrijkste aspecten:
  1. Ontstaat via klassieke conditionering.
  2. Blijft bestaan door operante conditionering.
  3. Vermijdingsgedrag biedt negatieve beloning.

Wat is het doel van functieanalyse in gedragsstudie?

Dit analyseert de functies van bepaald gedrag. Belangrijke elementen:
  1. Sensory (S) - sensorische functies.
  2. Escape (E) - ontsnappingsgedrag.
  3. Attention (A) - aandacht trekken.
  4. Tangible (T) - tastbare beloningen.

Hoe werkt de behandeling van angst via exposure?

Deze behandeling omvat:
  1. Identificeren van het engste scenario
  2. Verloop in stappen
  3. Afhankelijkheid van verwachting
  4. Gedragactivatie

Wat is habituatie versus expectancy violation in de context van exposure?

Het verschil houdt in:
  1. Eerst dacht men dat wennen aan angst leidde tot effectiviteit
  2. Tegenbewijs speelt een cruciale rol

Welke stappen omvat de cognitieve theorie van angst volgens Beck en Emery (1985)?

De stappen zijn:
  1. Chronische activatie van schema's
  2. Onderdelen van gedachten identificeren
  3. Cognitieve herstructurering toepassen

Welke technieken worden er gebruikt voor cognitieve herstructurering?

De technieken zijn:
  1. Goede gesprekken (non-directief)
  2. Ontlokkers zoals vragenlijsten
  3. Socratische dialoog
  4. Neerwaartse pijlen techniek

Wat zijn de twee hoofddoelen bij het aanpakken van disfunctionele gedachten?

Doelen zijn:
  1. Disfunctionele gedachten vangen
  2. Helpende gedachten ontwikkelen

Wat laat de studie van Gerull & Rapee (2002) zien over angst bij kinderen?

De studie toont aan dat:
  1. Kinderen die bang speelden meer angst vertoonden
  2. Observationeel leren beïnvloedt angstige reacties

Welke rol spelen schema's in de cognitieve theorie van angst?

Schema's zijn:
  1. Neurale netwerken die informatieverwerking beïnvloeden
  2. Verbinding tussen gedachten en emoties

Waarom wordt het niet aangeraden om exposure stap voor stap te doen?

De redenen zijn:
  1. Risico dat angst als reëel wordt ervaren
  2. Kan leiden tot een gevoel dat angst 'opgebouwd' moet worden

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo