Autisme en autistiforme stoornissen

38 belangrijke vragen over Autisme en autistiforme stoornissen

Wat zijn de belangrijkste veranderingen van DSM-IV-TR naar DSM-V voor autisme spectrum stoornissen (ASS)?

  • ASS werd één categorie; subtypes hadden weinig bewijs.
  • Onderscheid elimineren tussen klassiek autisme en Asperger.
  • Vage criteria PDD-NOS bedoeld voor uitzonderingen.
  • Betere toepasbaarheid op volwassenen.
  • Domeinen gereduceerd van drie naar twee.
  • Symptomen verminderd van twaalf naar zeven.

Welke criteria zijn verwijderd en toegevoegd in de DSM-V voor ASS?

  • Criteria voor vertraging in taalontwikkeling is verwijderd.
  • Beperkingen in fantasie- en sociaal-imiterend spel is verwijderd.
  • Hyper- en hyporeactiviteit op zintuigelijke prikkels toegevoegd.
  • Alle drie criteria in domein A en twee van vier in domein B vereist.

Wat is de nieuwe classificatie voor sociale communicatiestoornis in DSM-V?

  • Nieuwe classificatie voor sociale communicatiestoornis.
  • Niet genoeg criteria in domein B.
  • Kan als aparte stoornis of nieuwe restcategorie gezien worden.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn de domeinen van ASS volgens de DSM-V?

  • Domein A: Sociale communicatie.
  • Domein B: Beperkte, repetitieve interesses.
  • Voldoen aan alle criteria van domein A.
  • Twee van de vier criteria in domein B vereist.

Wat zijn de criteria voor het gedrag op het gedragsniveau volgens het *hersengedrag model*?

De criteria zijn als volgt:
1. Symptomen:
  • Persisterende deficiëntie in sociale communicatie en interactie.
  • - Beperkte, repetitieve gedragspatronen en interesses.
2. Vroeg herkenbare symptomen.
  1. Klinische betekenisvolle lijdensdruk.
  2. Geen verklaring door verstandelijke beperking.

Welke contextuele factoren beïnvloeden de klinische betekenis van symptomen?

Factoren die invloed uitoefenen zijn:
  1. Klinische betekenisvolle lijdensdruk.
  2. Problemen in sociaal of beroepsmatig functioneren.
  3. Hulp in fases van levensloop wanneer dit nodig is.

Wat houdt heterogeniteit in het kader van sociaalemotionele wederkerigheid in?

Het betreft persisterende beperkingen zoals:
  • Niet afgestemd zijn op anderen
  • Abnormale sociale benadering en conversatie
  • Totale afwezigheid van besef van anderen
  • Geen initiatief tot contact

Wat wordt verstaan onder gedeelde aandacht bij kinderen met ASS?

Dit houdt in:
  • Twee personen kijken naar een object samen
  • Bewustzijn dat ze dit samen doen
  • Kinderen met ASS tonen soms instrumentele gebaren
  • Gebrek aan positief affect
  • Ondersteuningsbehoefte aanwezig

Wat is van belang bij het bepalen van symptomen van ASS in relatie tot verstandelijke beperkingen?

Belangrijke punten zijn:
  • Nagaan of symptomen verklaarbaar zijn door verstandelijke beperkingen
  • Formerlijk dacht men dat 25% normaal tot hoog IQ had, nu 75%
  • Sociale communicatie kan onder het verwachte niveau liggen
  • Taalontwikkeling varieert van mutisme tot zeer verbaal

Wat zijn de implicaties van intelligentie en taalvaardigheid voor begeleiding bij ASS?

De implicaties zijn:
  • Goede voorspellers voor de begeleiding in het leven
  • Verstandelijke beperking kan invloed hebben op sociale communicatie
  • Variëteit in ontwikkeling van gesproken taal heeft effect op ondersteuning

Waarom is het moeilijk om ASS te onderscheiden van een dwangmatige persoonlijkheidsstoornis?

De gedragskenmerken overlappen, zoals:
  1. Vasthouden aan routines en rituelen
  2. Verlies in activiteiten en interesses
  3. Geen beperkingen in sociaal-emotionele wederkerigheid, communicatie, enz.
  4. Dwangmatige persoonlijkheidsstoornis ontwikkelt door gebeurtenissen, terwijl ASS aangeboren is.

Wat zijn de mogelijke verklaringen voor de stijgende prevalentie van ASS?

Mogelijke verklaringen omvatten:
  1. Verbeterde diagnostiek en herkenning
  2. Verruiming van het begrip 'autisme'
  3. Hogere maatschappelijke eisen aan sociale vaardigheden
  4. Hoger gemiddelde ouderleeftijd

Waarom zijn meisjes met ASS mogelijk ondergediagnosticeerd?

Onderdiagnostiek kan te wijten zijn aan:
  1. MALE BIAS in diagnostische criteria
  2. Andere uitingsvormen van ASS bij meisjes
  3. Sociaal gewenst gedrag vertonen door meisjes
  4. Hogere sociale eisen die energiekosten en overbelasting veroorzaken

Wat is de rol van cognitieve processen in het Hersengedragmodel?

Cognitieve processen sturen:
  1. (Sociaal) observeerbaar gedrag
  2. Verwerking van sociale informatie
  3. Uitkomsten van prominent aanwezige theorieën zoals ToM, CC en EF

Wat houdt Theory of Mind (ToM) in?

ToM betreft het vermogen om:
  1. Evalueer eigen en andermans gedachten en gevoelens
  2. Mentale toestanden aan gedrag toe te kennen
  3. MIND-BLINDNESS, moeite met herkennen van mentale toestanden van anderen
  4. Dit is niet altijd aanwezig bij cliënten met ASS en kan ook bij andere stoornissen voorkomen

Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen ASS en dwangmatige persoonlijkheidsstoornis?

Belangrijke verschillen zijn:
  1. Geen beperkingen in sociaal-emotionele wederkerigheid bij dwangmatige persoonlijkheidsstoornis
  2. Communicatieve en relationele vaardigheden zijn niet aangetast bij de persoonlijkheidsstoornis
  3. ASS is vaak aangeboren, terwijl de persoonlijkheidsstoornis zich ontwikkelt na gebeurtenissen

Hoe hebben veranderingen in de samenleving bijgedragen aan de stijgende prevalentie van ASS?

Bijdragen van maatschappelijke veranderingen zijn:
  1. Verhoogde eisen aan sociale en communicatieve vaardigheden
  2. Complexere en prikkelrijkere omgeving voor individuen
  3. Verandering in de manier waarop autisme wordt herkend en gediagnosticeerd

Wat zijn metarepresentaties en waarom zijn ze belangrijk voor cliënten met ASS?

Individuen met ASS missen het vermogen om metarepresentaties te creëren. Dit houdt in dat ze:
  1. Geen intern beeld kunnen vormen van andermans gedachten.
  2. Moeite hebben met inlevingsvermogen.
  3. Problemen ervaren met doen alsof en het begrijpen van sociale situaties.

Wat is de focus van peuters met ASS tijdens communicatie?

Onderzoek toont aan dat:
  1. Normaalontwikkelde peuters de ogen van anderen fixeren
  2. Peuters met ASS meer op de mond gericht zijn
  3. Eye-tracking werd gebruikt om deze bevindingen te demonstreren

Wat onthult het onderzoek naar "Reading the mind in the eyes"?

Proefpersonen moesten emotionele reacties op basis van ogen interpreteren. Kenmerken zijn:
  1. Normaal om fouten te maken
  2. Veel fouten kunnen wijzen op ASS
  3. Multiple choice-vragen werden gebruikt voor de evaluatie

Hoe hebben cliënten met ASS moeite met emotieregulatie?

Veel cliënten met ASS:
  1. Weten niet wat ze voelen of kunnen dit niet verwoorden
  2. Hebben moeite met het herkennen en reguleren van emoties
  3. Kunnen haperen in emotie, wat leidt tot controleverlies

Wat stelt de intense world theory over cliënten met ASS?

Deze theorie stelt dat cliënten:
  1. Problemen hebben met prikkelverwerking
  2. Overprikkeld raken door sterke waarnemingen
  3. Intens ervaren, wat leidt tot terugtrekken uit sociale situaties

Welke strategieën zijn effectief voor cliënten met ASS om hun emoties te reguleren?

Effectieve strategieën zijn:
  1. Praten over emoties kan belastend zijn
  2. Time-out nemen wanneer emoties hoog oplopen
  3. Afleidende activiteiten toepassen om te helpen

Wat zijn de kenmerken van false beliefs-taken?

Deze taken omvatten:
  1. Het vermogen om te begrijpen dat anderen andere overtuigingen kunnen hebben.
  2. Voorspelling van gedrag op basis van onjuiste waarneming.
  3. Meetmethode voor Theory of Mind (ToM) met validiteitsvraagstukken.

Hoe werd de Sally-Anne taak toegepast bij primaten?

*In dit onderzoe

Wat blijkt uit de relatie tussen leeftijd en false beliefs-taken?

Bij jonge kinderen:
  1. Ongeveer 50% faalt in het oplossen.
  2. Naarmate kinderen ouder worden, stijgt dit percentage naar 90%.
  3. Kinderen met ASS herkennen false belief taken later.

Wat is de relatie tussen verbale, mentale leeftijd en ToM-prestaties?

Observaties tonen aan dat:
  1. Er is een sterke samenhang met verbale en mentale leeftijd.
  2. ToM-problemen worden gemaskeerd door intelligentie.
  3. Voorbeelden van advanced ToM-taken zijn relevant: Strange Stories en Faux-Pas test.

Wat zijn enkele voorbeelden van advanced ToM-taken?

De volgende taken worden genoemd:
  1. STRANGE STORIES TEST: Begrijpen van niet-letterlijke uitingen.
  2. FAUX-PAS TEST: Herkennen van onhandige opmerkingen en begrijpen van emoties.
  3. PROJECTIEVE TESTEN (e.g., TAT): Verhaal bedenken bij een afbeelding.

Wat is de paradox bij cliënten met hoog functionerend ASS?

De paradox houdt in dat:
  1. Deze cliënten slagen in advanced ToM-taken.
  2. Ze ervaren problemen in sociale interacties, vooral in ongestructureerde situaties.
  3. Dit wijst op een tekort in spontaan mentaliseren.

Hoe wordt het tekort in sociaal functioneren bij cliënten met ASS verklaard?

Mogelijke verklaringen zijn:
  1. Tekort in spontaan mentaliseren.
  2. Gebruik van cognitieve compensatiemechanismen zoals leren van sociale regels.
  3. De ecologische validiteit van tests is mogelijk laag.

Wat zijn de implicaties van de validiteit van false beliefs-taken?

De implicaties omvatten:
  1. Er is twijfel over hoe goed deze taken ToM meten.
  2. Onderzoeken zoals de Smarties Task en Sally-Anne taak laten vragen over resultaten.
  3. Dit heeft invloed op de interpretatie van sociaal gedrag bij verschillende populaties.

Wat zijn de drie perspectieven van de cognitieve architectuur van Theory of Mind (ToM)?

1. Simulatieperspectief
  • Mentale toestand van anderen begrijpen door eigen gevoelens te gebruiken.
  • - Affectieve benadering: 'Ik voel wat jij voelt'.

2. Modulaire perspectief (ToM-module)
  • Specifiek aangeboren vermogen dat zich ontwikkelt tijdens rijping.
  • - Domeinspecifiek en specialized gebieden in het brein voor type-I informatie.

3. Theorietheorieperspectief
  • Algemeen gebrekkig leermechanisme beïnvloedt ToM.
  • - Cognitief defect: fouten in beredeneren en metarepresentaties.

Hoe verschilt het Simulatieperspectief van het Modulaire perspectief in de ontwikkeling van Theory of Mind?

  • Simulatieperspectief
  • - Gebruikt eigen mentale toestand om anderen te begrijpen.
  • - Benadrukt affectieve verbinding: 'Ik voel wat jij voelt'.
  • Modulaire perspectief
  • - Beschouwt ToM als specifiek aangeboren vermogen.
  • - Ontwikkeling tijdens rijping met domeinspecifieke breinstructuren.

Wat is er aan de hand met het waarnemen voor cliënten met ASS?

Er is sprake van CONTEXTBLINDHEID, wat leidt tot verwarring omdat:
  1. De wereld op verschillende manieren kan worden geïnterpreteerd
  2. De context essentieel is voor begrip

Wat houdt de bottom-up benadering in bij cliënten met ASS?

De benadering richt zich eerst op:
  1. Detailniveau
  2. Extra tijd voor taken
  3. Langzaam en intensief overzicht verkrijgen
  4. Weinig fouten maken, wat een voordeel is

Hoe verschilt de top-down benadering van de bottom-up benadering?

Deze benadering begint met:
  1. Totaaloverzicht
  2. Invullen van relevante details
  3. Globale informatieverwerking
  4. Focus op relevantie en overzicht houden

Wat is het inversie-effect bij het herkennen van gezichten?

Het betreft:
  1. Moeilijkheid bij herkenning van gezichten ondersteboven
  2. Bottom-up strategie toepassen
  3. Belang van losse fragmenten
  4. Opvallende rol van de onderste gezichtshelft bij kinderen met ASS

Wat zijn specifieke talenten van cliënten met ASS?

Talenten kunnen omvatten:
  1. Goed geheugen voor feiten en cijfers
  2. Creativiteit in gedetailleerd tekenen
  3. Goede auditieve vaardigheden
  4. Absoluut gehoor voor muziek
  5. Verbale vaardigheden in taalfouten herkennen

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo