Frontotemporale dementie (17/10/2024)

43 belangrijke vragen over Frontotemporale dementie (17/10/2024)

Wat is een belangrijk kenmerk van de toestand van de vrouw in de introductie over Alzheimer dementie?

De vrouw vertoont symptomen zoals:
  1. Hulpeloosheid en verwarring.
  2. Problemen met het beantwoorden van vragen.
  3. Verlies van kortetermijngeheugen.
  4. Correcte naamgeving van enkele voorwerpen.

Welke hypothese legt een verband tussen het cholinerge systeem en Alzheimer?

De cholinerge hypothese stelt dat:
  1. Het cholinerge systeem belangrijk is voor cognitie.
  2. Schade vooral in de hippocampus van de temporaalkwab voorkomt.
  3. Geheugenproblemen kan verklaren, maar niet de enige oorzaak is.

Hoe verklaart de vasculaire hypothese de ontwikkeling van Alzheimer?

De vasculaire hypothese suggereert dat:
  1. Problemen met doorbloeding van de hersenen cruciaal zijn.
  2. Doorbloeding en plaquevorming samenhangen.
  3. Veel Alzheimer-patiënten ook vasculaire aandoeningen hebben.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke symptomen vertoont de vrouw met Alzheimer dementie tijdens de interactie?

Tijdens de interactie toont de vrouw:
  1. Onzekerheid over persoonlijke informatie.
  2. Verlies van korte termijn geheugen.
  3. Correcte identificatie van enkele objecten.

Wat houdt de cholinerge hypothese in over het verstoorde systeem?

De cholinerge hypothese houdt in dat:
  1. Het systeem essentieel is voor cognitieve functies.
  2. Aantasting in de hippocampus leidt tot geheugenproblemen.
  3. Niet alle cliënten met systeemproblemen dementie ontwikkelen.

Wat zijn enkele vasculaire aandoeningen die vaak voorkomen bij Alzheimer patiënten?

Vaak voorkomende vasculaire aandoeningen zijn:
  1. Hoge bloeddruk.
  2. Hartziekte.
  3. Beroerte.
  4. Diabetes.

Wat veroorzaakt de celschade en cognitieve achteruitgang volgens de amyloid-cascade hypothese?

Celschade en cognitieve achteruitgang worden veroorzaakt door:
  1. Opeenstapeling van amyloïde-bèta-eiwitten.
  2. Ontregeling van productie en afbraak van deze eiwitten.
  3. Opstapeling van tau-eiwitten door amyloïde.

Wat zijn de gevolgen van plaques in het brein volgens de amyloid-cascade theorie?

Schade aan hersenstructuren leidt tot:
  1. Achteruitgang in cognitieve functies (bijvoorbeeld geheugen)
  2. Ontwikkeling van een dementieel beeld
  3. Langdurige aanwezigheid van plaques zonder zichtbaar dementieel beeld

Wat blijkt uit post-mortem onderzoek over plaques en cognitieve gezondheid?

Veel gezonde mensen vertonen:
  1. Grote aantallen plaques zonder cognitieve problemen
  2. Geen 1-op-1-relatie tussen plaques en cognitieve achteruitgang
  3. Plaques kunnen met medicijnen opgeruimd worden, maar hebben bijwerkingen

Wat zijn de kenmerken van geheugen- en cognitiestoornissen bij Alzheimer?

Kenmerken zijn:
  1. Vroege achteruitgang in episodisch en semantisch geheugen
  2. Stoornissen in benoemen, woordvlotheid en conversatie
  3. Visuospatiële probleems (bijvoorbeeld weg vinden)
  4. Stoornissen in executieve functies en aandacht
  5. Relatief intact procedureel geheugen (leren, maar niet bewust)

Welke gedragsproblemen kunnen optreden bij dementie en hoe ontwikkelen deze zich in de stadia van de ziekte?

  • Vroege problemen: apathie, depressie, prikkelbaarheid.
  • Verergering bij voortschrijdende dementie:
  • - Verstoring van dag-nachtritme.
  • - Agitatie, angst.
  • - Abnormaal motorisch gedrag.
  • - Wanen, eetstoornissen.
  • - Ontremming, hallucinaties.
  • - Eventuele afname van kenmerken in vergevorderd stadium.

Wat zijn de belangrijkste klachten van mevrouw B die haar naar de neuroloog leidde?

Belangrijkste klachten zijn:
  1. Geleidelijk progressief verlies van gezichtsvermogen
  2. Problemen met het identificeren van voorwerpen
  3. Arbeidsongeschiktheid door lichte depressie

Welke scores zijn gemeten bij mevrouw B en wat tonen deze aan?

Gemeten scores zijn:
  1. MMSE-score: 28 (normaal bereik)
  2. CAMCOG-score: 93 (normaal bereik)
Dit wijst op afwezigheid van opvallende cognitieve achteruitgang.

Welke bevindingen werden op de MRI van mevrouw B gevonden?

De MRI toonde aan:
  1. Bilaterale pariëtale atrofie
  2. Geen hippocampusatrofie
  3. Geen vasculaire veranderingen

Wat waren de resultaten van de lumbaalpunctie die werd uitgevoerd bij mevrouw B?

De analyse van het hersenvocht gaf de volgende bevindingen:
  1. Laag amyloïd β1-42
  2. Verhoogd totaal tau
  3. Verhoogd gefosforyleerd tau

Welke diagnose werd gesteld bij mevrouw B en waarom?

De diagnose is:
  1. Ziekte van Alzheimer
  2. Hoge waarschijnlijkheid van de pathofysiologie van Alzheimer
Dit is gebaseerd op:
  • Leeftijd
  • Familiegeschiedenis van dementie
  • Progressief disfunctioneren

Hoe is de werkstatus van mevrouw B door haar toestand beïnvloed?

Haar universiteit heeft haar ziekteverlof gegeven vanwege:
  1. Ziekte
  2. Het progressieve disfunctioneren in haar werk

Wat zijn de genetische oorzaken van vroege ziekte van Alzheimer en hun frequentie?

  • Vroege ziekte van Alzheimer: veroorzaakt door genetische mutaties of complexe overerving.
  • Mutaties in het gen voor amyloïde-voorloper: gegarandeerd Alzheimer.
  • Dominante overerving: vaak 1% van de gevallen, leeftijd 30-60 jaar.
  • Complexe overerving: afhankelijk van genetische en omgevingsfactoren, circa 4%, vóór 65 jaar.

Hoe verschilt de presentatie van early-onset Alzheimer van late-onset Alzheimer?

De presentatie is verschillend in:
  1. Geheugenproblemen (typisch bij oudere groep).
  2. Visuospatiële problemen (typisch bij jongere groep).
  3. Aandacht en executieve functies (wrijven als probleem bij jongere groep).
  4. Plaques in de pariëtaalkwab (meer bij jongere groep).

Wat houdt fronto-temporale lobaire degeneratie in?

Dit is een verzamelterm voor:
  1. Frontale en/of temporale atrofie.
  2. Overlap in beelden naarmate degeneratie vordert.
  3. Hoofdvarianten: Gedragsvariantie (66%) en Primaire progressieve afasie (33%).

Welke subtypes zijn er binnen primaire progressieve afasie?

De subtypes bestaan uit:
  1. Logopene afasie: woordvindingsproblemen, minder gedragsproblemen.
  2. Semantische dementie: goede spraak, maar begrijpt woorden niet.
  3. Progressieve niet-vloeiende afasie: moeite met spreken, maar begrip is intact.

Wat zijn de symptomen van Semantische dementie?

Kenmerken zijn:
  1. Kan goed praten.
  2. Begrijpt de betekenis van woorden niet.
  3. Schade aan de frontaalkwab, vooral onderkant.
Dit type vertoont vaak een spraakvermogen maar beschadigt begrip.

Wat zijn de problemen bij Progressieve niet-vloeiende afasie?

De problemen zijn:
  1. Moeite met uit woorden komen.
  2. Moeite met uitspreken van klanken.
  3. Spraak is minder vloeiend.
  4. Zinnen worden niet correct geformuleerd, maar begrijpen blijven intact.
Kennis van schade aan linkerzijde tussen frontaal- en temporaalkwab.

Wat zijn voorbeelden van communicatieproblemen bij cliënten met semantische dementie?

Cliënten ervaren moeilijkheden met:
  1. Inhoudswoorden gebruiken.
  2. Anomie, wat leidt tot slechte objectbenoeming.
  3. Semantische parafasieën, zoals verwisseling van woorden.
  4. Taal blijft aanvankelijk vloeiend, maar wordt progressief inhoudsloos.

Wat zijn enkele kenmerken van de taalbij semantische dementie?

Bij semantische dementie valt op dat:
  1. Anomie aanwezig is.
  2. Het gebruik van te ruime categorieën vaak voorkomt.
  3. Vloeiendheid van spraak in het begin relatief gespaard blijft.
  4. Er een progressieve achteruitgang is in betekenis.

Welke gedragscomponenten zijn kenmerkend voor semantische dementie?

Typische gedragscomponenten zijn:
  1. Minder vaak verlies van inzicht dan bij andere FTD's.
  2. Mogelijke problemen met inzicht over de aandoening.
  3. Gedragsproblemen zoals irritatie, agressie en depressieve klachten.

Wat zijn de neuroimaging bevindingen bij progressieve niet-vloeiende afasie?

Neuroimaging toont:
  1. Omvangrijke atrofie in het brein.
  2. Aandoening van gebieden rond de groeve van Sylvius.
  3. Ernstigere aantasting van de linkerhemisfeer vergeleken met de rechter.

Welke taalkundige problemen komen voor bij progressieve niet-vloeiende afasie?

Kenmerken van deze afasie omvatten:
  1. Achteruitgang in fonologie en grammatica, wat tot mutisme kan leiden.
  2. Fonemische parafasieën, met verkeerde uitspraak van woorden.
  3. Aggramatisme, waarbij grammaticale structuren ontbreken.
  4. Relatief intact taalbegrip, maar moeilijkheden met lange zinnen.

Wat zijn de gedragsveranderingen bij progressieve niet-vloeiende afasie?

In het begin zijn gedragsveranderingen:
  1. Minder duidelijk aanwezig.
  2. Bij veranderingen zijn symptomen zoals apathie en egocentrisme te zien.
  3. Inflexibiliteit en soms agressie kunnen optreden.

Wat zijn de kenmerken van de gedragsvariant van fronto-temporale dementie?

Belangrijke kenmerken zijn:
  1. Ontstaan rond 45-65 jaar.
  2. Sterkere familiegeschiedenis dan bij Alzheimer (40-50%).
  3. Eerste symptomen zijn gedragsveranderingen, niet per se cognitief.
  4. Problemen met executieve functies en taalaspecten.

Wie beschreef de eerste rapportage van de gedragsvariant van fronto-temporale dementie?

De Duits neuroloog Arnold Pick (1892) doet de eerste beschrijving van deze variant.
  1. 71-jarige patiënt met ademproblemen door dementie.
  2. Autopsie toont gestorven hersencellen in de frontaalkwab.
  3. Overgebleven cellen waren abnormaal en opgezwollen.

Wat zijn opnames van mutaties bij fronto-temporale dementie?

Bij fronto-temporale dementie zijn er:
  1. Meerdere mutaties geïdentificeerd.
  2. Familiegeschiedenis is sterker dan bij Alzheimer.
  3. De aandoening kan zich uiten door gedragsveranderingen eerder dan cognitieve.

Wat zijn belangrijke kenmerken van fronto-temporale dementie?

Kenmerken van deze dementievorm zijn:
  1. Vroeg ontremd gedrag
  2. Apathie of onverschilligheid
  3. Dwangmatig gedrag
  4. Vroeg verlies van empathie
  5. Veranderingen in eetgewoonten
  6. Problemen met executieve functies
LET OP: sluipend begin en geleidelijke progressie.

Wat gebeurt er met het zelfinzicht bij cliënten met fronto-temporale dementie?

Klanten ervaren vaak geen klachten en er is weinig overlap tussen zelfinzicht en wat de omgeving waarneemt.
  1. Bij semantische dementie is er meer inzicht, maar niet volledig.
  2. Bij progressieve niet-vloeiende afasie is er veel inzicht.

Welke overlap is er met andere syndromen en fronto-temporale dementie?

Symptomen die vaak gedeeld worden met FTD zijn:
  1. Anhedonie
  2. Psychomotorische agitatie/remming
  3. Verminderde motivatie en energie
  4. Verminderde concentratie en aandacht.
Zelden gedeelde symptomen zijn:
  1. Depressieve stemming
  2. Gewichtsverlies
  3. Suïcidegedachten

Wat waren de gedragskenmerken van de 31-jarige vrouw in de casus?

Kenmerken bij de vrouw omvatten:
  1. Overmatig geld uitgeven
  2. Inactiviteit en verwaarlozing van de woning
  3. Weinig aandacht voor haar kind
  4. Veranderingen in eetgedrag
  5. Verbaal beperkte antwoorden en geen emoties
  6. Geen ziekte-inzicht

Welke neuropsychologische kenmerken zijn belangrijk bij fronto-temporale dementie?

Bij FTD zijn de neuropsychologische kenmerken voornamelijk gericht op:
  1. Problemen met executieve functies
  2. Vroege achteruitgang in sociaal interpersoonlijk gedrag
  3. Beperking in regulatie van persoonlijk gedrag
  4. Emotionele afstomping
  5. Verlies van inzicht in eigen ziekte

Wat typerend is aan de diagnose en behandeling van de vrouw in de casus?

De vrouw ontving verschillende diagnoses en behandelingen:
  1. Depressie vastgesteld
  2. Antidepressiva voorgeschreven
  3. Citalopram-behandeling voor schizoaffectieve stoornis
  4. Geen verbetering van symptomen gezien
  5. Diagnostiek resulteerde uiteindelijk in fronto-temporale dementie (FTD)

Wat was de invloed van de symptomen op het dagelijks leven van de cliënt in de casus?

De symptomen hadden aanzienlijke invloed op het dagelijks leven:
  1. Verwaarlozing van huishoudelijke taken
  2. Beperkte interactie met haar kind
  3. Problemen met persoonlijke hygiëne
  4. Inactiviteit, afgewisseld met ongeduldig gedrag
  5. Geen zorg voor gedrag of geen ziekte-inzicht

Wat zijn de kenmerken van compulsies en obsessies?

  • Compulsies: repetitief gedrag dat iemand denkt te moeten uitvoeren.
  • Obsessies: ongewenste, terugkomende intrusieve gedachten die angst veroorzaken.

Wat zijn de red flags voor cognitieve functiestoornissen?

  • Cognitieve functiestoornissen zoals afasie
  • Afwezigheid van 'distress'
  • Progressieve aandoening zonder verbetering door behandeling
  • Ongewone psychiatrische presentatie
  • Ontstaan op middelbare of latere leeftijd
  • Familiegeschiedenis van dementie of Parkinson

Noem enkele verschillen tussen fronto-temporele dementie en Alzheimer.

  • Geheugen: Fronto-temporeel intact, Alzheimer gestoord.
  • Fluency: Fronto-temporeel fors verstoord, Alzheimer verstoord.
  • Spraak: Fronto-temporeel verminderde spontane spraak, Alzheimer met woordvindproblemen.
  • Zorg en aandacht: Fronto-temporeel ernstig verstoord, Alzheimer matig verstoord.

Wat zijn de gedrags- en sociale cognitieve kenmerken van fronto-temporele dementie versus Alzheimer?

  • Fronto-temporeel: vroeg persoonlijkheidsveranderingen, gedragsstoornissen, en compulsief gedrag.
  • Alzheimer: laat in beloop, persoonlijkheids- en gedragsveranderingen, meer psychotische kenmerken.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo