Depressie en angststoornissen in de late volwassenheid (10/09/2024)

28 belangrijke vragen over Depressie en angststoornissen in de late volwassenheid (10/09/2024)

Wat zijn enkele geestelijke gezondheidsproblemen die vaak voorkomen bij ouderen?

Bij ouderen komen de volgende problemen vaak voor:
  1. Neurocognitieve stoornissen (bijv. dementie)
  2. Lichamelijke comorbiditeit
  3. Functionele veranderingen (bijv. mobiliteitsproblematiek)
  4. Levensfaseproblematiek
  5. Variabiliteit in symptomen (early vs. late onset)

Wat is de relatie tussen depressie en leeftijd bij ouderen?

Er is geen directe relatie tussen kalenderleeftijd en somberheid, maar er is een relatie tussen leeftijd en het beloop van depressieve klachten. Prognose bij ouderen is meestal slechter.

Wat zijn de prevalentie percentages van depressie bij ouderen?

De prevalentie van depressie bij ouderen is als volgt:
  1. 2 tot 3 procent heeft MDD
  2. 10 tot 15 procent heeft subklinische klachten
  3. In verpleeghuizen: 15 procent MDD en 25 procent subklinische klachten
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

In welke mate signaleert de huisarts depressie en angststoornissen bij ouderen?

Slechts 25 procent van de depressies en angststoornissen wordt door de huisarts gesignaleerd. Dit toont aan dat deze problemen vaak over het hoofd worden gezien.

Wat zijn de risicofactoren voor mevrouw Dijkstra?

Risicofactoren zijn:
  1. Leeftijd (83 jaar)
  2. Gevolgen van CVA (afasie, geheugenstoornissen, beperkte mobiliteit)
  3. Medicatie (zes verschillende medicijnen, waaronder bètablokkers)
  4. Moeizame jeugd en verlies van familie (overlijden van zoon en dochter)
  5. Sociale isolatie (voelt zich regelmatig eenzaam)

Welke gevolgen heeft het CVA voor mevrouw Dijkstra?

Gevolgen van het CVA zijn:
  1. Afasie (communicatieproblemen)
  2. Geheugenstoornissen (verstoord geheugen)
  3. Beperkte mobiliteit (moeite met bewegen)
  4. Beperkingen in activiteiten (kunnen geen hobby's meer uitoefenen)

Welke sociale factoren beïnvloeden mevrouw Dijkstra's welzijn?

Sociale factoren zijn:
  1. Weduwe (echtgenoot overleden)
  2. Verlies van kinderen (zoon en dochter zijn overleden)
  3. Eenzaamheid (voelt zich regelmatig alleen)
  4. Vriendschappen (enkele vriendinnen, maar weinig sociale interactie)

Wat zijn de biologische risico- en beschermende factoren voor oudere depressie?

Biologische factoren omvatten:
1. Risicofactoren:
  • Eerdere depressie
  • - Somatische aandoeningen (bijv. CVA, Parkinson)
  • - Slechte visie/gehoor
  • - Cognitieve stoornissen
  • - Depressogene medicatie

2. Beschermende factoren:
  • Vrouwelijk geslacht
  • - Goede gezondheid/leefstijl
  • - Mannelijk geslacht

Welke psychologische factoren zijn er die als risico- of beschermende factoren fungeren?

Psychologische factoren bestaan uit:
1. Risicofactoren:
  • Jeugdtrauma's
  • - Persoonlijkheidstrekken (afhankelijk of vermijdend)
  • - Negatief ervaren life events
  • - Verlies van zelfstandigheid en zingevingsgevoel
  • - Negatieve subjectieve gezondheidsbeleving
  • - Beperkte copingsstrategie
  • - Eenzaamheid

2. Beschermende factoren:
  • Adequate copingstrategieën
  • - Religie
  • - Zingeving/nuttig voelen
  • - Positieve persoonlijkheidskenmerken

Wat zijn de sociale risico- en beschermende factoren voor ouderen?

Sociale factoren omvatten:
1. Risicofactoren:
  • Sociale isolatie
  • - Gebrek aan sociale steun
  • - Armoede
  • - Mantelzorger zijn
  • - Recente ingrijpende gebeurtenissen
  • - Verlies van betekenisvolle rol
  • - Verblijf in zorginstelling

2. Beschermende factoren:
  • Sociaal netwerk
  • - Adequate sociale steun

Welke rol speelt AGEISM bij huisarts en andere hulpverleners?

AGEISM beïnvloedt de manier waarop klachten worden beoordeeld. Kenmerken zijn:
  1. Lichamelijke interpretatie van klachten.
  2. Vaak snelle toeschrijving aan dementie.
  3. Onzekerheid bij hulpverleners over de juiste aanpak, verminderd door specialist ouderengeneeskunde.

Wat is het belang van de omgeving bij de diagnostiek van geheugen- en stemmingsklachten?

De omgeving is cruciaal omdat:
  1. Hetero-anamnese aanvullende inzichten biedt.
  2. De zelfrapportage van de cliënt kan discrepanties vertonen.
  3. Informatie over stemmingsgerelateerde klachten ontstaat door externe observaties.

Wat zijn enkele unieke kenmerken van depressie in vergelijking met dementie?

Kenmerken van depressie zijn:
  1. Veranderde stemming, soms niet duidelijk.
  2. Leegte in omgeving en verdriet om iets/iemand.
  3. Gevoel van waardeloosheid en schuldgevoelens.
  4. Somberheid over alles, vaak geen huilen.

Wat zijn de drie A’s die betrekking hebben op cognitieve stoornissen?

De drie A’s zijn:
  1. Afasie - taalgebruik niet goed.
  2. Apraxie - handelen niet doelmatig.
  3. Agnosie - niet kunnen herkennen, maar zintuigen functioneren.

Wat zijn de gevolgen van behandeling voor depressie bij ouderen?

Behandeling heeft invloed op:
  1. Levenskwaliteit van ouderen.
  2. Vermindering van recidieven en chronische problemen.
  3. Verlaging van sterftekans.
  4. Minder gebruik van gezondheidsvoorzieningen.

Wat zijn enkele redenen waarom angststoornissen bij ouderen vaak worden ondergediagnosticeerd?

Redenen hiervoor zijn:
  1. Focus op lichamelijke klachten.
  2. Terughoudendheid in communicatie over angst.
  3. Comorbiditeit met andere aandoeningen.
  4. Ageism - idee dat het hoort bij ouder worden.

Waarom is het belangrijk om ook in te zetten op preventie bij depressie?

Preventie is cruciaal omdat:
  1. Voorkomen van verergering van symptomen.
  2. Bevordering van geestelijke gezondheid.
  3. Vroegtijdige interventie kan noodzakelijk zijn.

Welke kenmerken onderscheiden rouw van depressie?

Kenmerken van rouw zijn:
  1. Gevoel van vooruitgang.
  2. Invoelbaar en begrijpelijk.
  3. Verdriet om iets/iemand.
  4. Geen patroon in emoties.

Waarom is vermijdingsgedrag een probleem bij angststoornissen in de ouderdom?

Vermijdingsgedrag is problematisch omdat:
  1. Het wordt bevestigd in plaats van herkend.
  2. Omgeving stimuleert dit gedrag.
  3. Het kan verergeren door niet zelf actie te ondernemen.

Wat zijn de thema's van een gegeneraliseerde-angststoornis bij ouderen?

Veelvoorkomende thema's zijn:
  1. Gezondheid.
  2. Welzijn van dierbaren.
  3. Verschil met jongeren: werk, geld en sociale relaties.

Wat is de prevalentie van PTSS bij dementie?

PTSS heeft in de algemene bevolking een prevalentie van:
  1. 1 tot 2 procent.
  2. Ten minste 8 procent bij dementie.
  3. Mogelijke oorzaa

Wat zijn risico- en beschermende factoren voor angst bij ouderen?

Risicofactoren zijn:
  1. Chronische stress.
  2. Lichamelijke aandoeningen.
  3. Langdurig geneesmiddelgebruik.
  4. Beschermende factoren: sociale steun en gezondheid.

Wat zijn de percentages van comorbiditeit met depressie en angst uit de NESDO-studie?

De resultaten toonden aan dat:
  1. ANGSTSTOORNIS: 41%
  2. SOCIALE-ANGSTSTOORNIS: 19.6%
  3. PANIEKSTOORNIS ZONDER AGORAFOBIE: 7.7%
  4. PANIEKSTOORNIS MET AGORAFOBIE: 10.8%
  5. GEGENERALISEERDE-ANGSTSTOORNIS: 10.6%

Hoe moet de inhoud van bezorgdheid bij angst en depressie worden onderscheiden?

Bij de diagnose is het belangrijk om te letten op:
  1. DEPRESSIE: Negatieve denkbeelden over zichzelf en verleden.
  2. GAS: Angstige bezorgdheid over toekomstige rampen en gebeurtenissen in het dagelijks leven.

Wat zijn de belangrijke meetinstrumenten voor de diagnostiek van angst en depressie?

De volgende instrumenten worden gebruikt:
  1. SCID-V: Gouden standaard, niet voor ouderen aangepast.
  2. GAI: Bepaalt wel/geen angststoornis, wel/geen GAS.
  3. Penn State Worry Questionnaire: Specifiek voor GAS.
  4. Worry Scale (De Zorgen Schaal-R): Voor GAS.
  5. HADS-A: Snelle screening op angststoornis.
  6. ZBV: Zelfbeoordelingsvragenlijst.

Wat zijn effectieve behandelingsmethoden voor comorbide angst bij ouderen?

Behandelingen omvatten:
  1. Cognitieve gedragstherapie: Meest effectief, vooral bij GAS.
  2. EMDR: Effectief bij dementie.
  3. Gedragstherapie met exposure.
  4. Mindfulness en ontspanningstechnieken.
  5. Omgevingsaanpassingen: Bij angst om alleen te zijn.
  6. Medicatie: Let op valrisico, interacties en verslaving.

Welke diagnostische bias wordt opgemerkt in de relatie tussen depressie en angst?

Het lijkt erop dat:
  1. Depressie: Wordt vaak overgediagnosticeerd.
  2. Angststoornissen: Krijgen te weinig aandacht.
  3. GAS: Wordt vaak aangezien voor depressie, vooral bij ouderen.

Welke punten zijn belangrijk om te onthouden over depressie en angst bij oudere volwassenen?

Wees zorgvuldig met de volgende aspecten:
  1. De terminologie die oudere volwassenen gebruiken.
  2. Signaleren van verborgen depressie en angst.
  3. Het onderscheid maken met andere stoornissen zoals dementie.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo