Onderliggende verstoringen van depressie (19/09/2024)
22 belangrijke vragen over Onderliggende verstoringen van depressie (19/09/2024)
Welke criteria gebruikt de DSM-V om depressie te diagnosticeren?
- DEPRESSIEVE STEMMING
- VERMINDERDE INTERESSE EN PLEZIER IN DE MEESTE ACTIVITEITEN
- VERLIES VAN EIGENWAARDE OF SCHULDGEVOELENS
- DIVERSE LICHAAMELIJKE SYMPTOMEN (bijv. buikpijn, gewichtsafname/-toename, slaapproblemen)
Wat bestudeert de neuropsychologie en hoe wordt inzicht verkregen in hersen-gedragsrelaties?
- Neuropsychologie bestudeert hersen-gedragsrelaties.
- Observeerbaar gedrag en DSM-V-diagnoses zijn gekoppeld aan cognitieve functies.
- Cognitief onderzoek geeft inzicht in het brein en gedrag.
- Omgeving kan faciliterend of belemmerend werken.
Wat zijn de gevolgen van meerdere depressieve episoden op het geheugen?
- Verminderde geheugencapaciteit
- Beperkt vermogen tot informatieopslag
- Moeilijkheden met onthouden van gebeurtenissen
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke functies worden aangetast door een verstoord executief functioneren?
- Zelfregulatie
- Doelgericht handelen
- Omgaan met onverwachte situaties
Wat zijn de kernpunten van Beck's cognitieve theorie van depressie?
- Negatieve cognities leiden tot een sombere stemming
- Een negatieve interpretatie bias ontstaat (neutrale informatie wordt negatief geïnterpreteerd)
- Deze spiraal kan leiden tot een depressieve episode
Hoe beïnvloedt negatieve informatie de emoties van een cliënt?
- Stemmingscongruente informatie
- Verdere versterking van negatieve emoties
- Vastlopen in een negatieve/depressieve spiraal (door weerstand, vermijding, passiviteit)
Wat is het effect van een depressieve stemming op selectieve aandacht?
- Bias voor stemmingscongruente, negatieve informatie.
- Zoeken naar bevestiging van de stemming.
- Verhoogde tijd om kleur van negatieve woorden te noemen.
- Sneller signaleren van stippen bij negatieve smiley.
Wat onthouden cliënten met depressieve klachten voornamelijk uit hun autobiografisch geheugen?
- Negatieve gebeurtenissen.
- Algemene herinneringen in plaats van specifieke episodes.
- Dit leidt tot een overgegeneraliseerd geheugen dat depressie in stand houdt.
Hoe worden cognitieve stoornissen in relatie tot depressie gekarakteriseerd?
- Verminderde prestatie op cognitieve taken zoals geheugen en executieve functies.
- Selectieve aandacht voor stemmingscongruente informatie.
- Mogelijk een trait marker voor depressie.
Wat zijn de functionele afwijkingen in een rusttoestand bij depressie?
- Verminderde activatie van het frontosubcorticale circuit.
- Hypofrontaliteit (minder activiteit frontaal).
- Verminderde doorbloeding van het striatum, wat relevant is voor executieve controle.
Hoe werkt het Emotional Dot-Probe Paradigm bij depressieve cliënten?
- Verschijnt een kruis gevolgd door een positieve of negatieve smiley.
- De stip wordt sneller gesignaleerd bij de negatieve smiley.
- Dit duidt op een beperkt vermogen om aandacht van negatieve informatie los te maken.
Welke rol speelt medicatie met betrekking tot cognitieve stoornissen en depressie?
- Een storende factor zijn bij cognitief herstel.
- Mogelijk een vertraging in cognitief herstel veroorzaken bij afbouw.
- Dit is relevant volgens prospectieve studies.
Wat zijn de bevindingen over de relatie tussen neurale functie, cognitieve stoornis en stemming?
- Geen causale relatie tussen verminderde neurale functie en prestaties.
- Inconsistent bewijs voor cognitieve stoornis en functionele afwijking.
- Disbalans tussen dorsolaterale prefrontale cortex en subgenuale cingulum.
- Beïnvloeden evenwicht in stemming en gedachten.
- Onzeker of afwijkingen oorzaak of gevolg zijn van breinveranderingen.
Hoe beïnvloedt emotie de verwerking van taal?
- Globale verwerking bij vrolijke stemming.
- Locale verwerking bij bedroefde stemming.
- Neuropsychologische verschijnselen, zoals:
- Semantische priming.
- - Stereotypen.
- - Heuristische verwerking.
Wat zijn de kenmerken van een vrolijke en een bedroefde stemming in de taalverwerking?
1. Vrolijke stemming:
- Globale, relationele verwerking.
- - Aandacht voor relaties tussen factoren.
- Locale, stimulusspecifieke verwerking.
- - Meer precisie in de verwerking.
Wat zijn de neuropsychologische verschijnselen die verband houden met vrolijke stemming?
1. Semantische priming:
- Activering van gerelateerde woorden.
2. Stereotypen:
- Overdreven beelden van groepen.
3. Heuristische verwerking:
- Simpele vuistregels voor verwerking.
Hoe beïnvloedt stemming de verwerking van taal en het P600-effect?
- Heuristische Route: Positieve stemming bevordert standaard P600 na grammaticale schending.
- P600-Effect: Veranderingen bij grammatica en betekenis.
- Vrolijke Stemming: Normaal P600-effect.
- Bedroefde Stemming: Sterk gereduceerd P600.
Wat toont het P600-effect na een grammaticale schending?
- P600 Positieve Verschuiving: Na grammaticale of betekenisschending.
- Heranalyse/Monitoren: Gevoelig voor grammaticaal conflict.
- Voorbeelden: "De agenten... de boef" vs. "De boef... de agenten".
Wat illustreert de grafiek met het P600 effect?
- Acceptable vs. Unacceptable: Verschillen in breinreacties.
- Sterk Verminderde P600: Bij incorrecte zinnen.
- Heuristische en Grammaticale Route: Impact op P600.
Hoe verhoudt de Happy Feet-groep zich tot de Sophie’s Choice-groep?
- Breed verdeeld P600-effect
- Sophie’s Choice-groep had een sterk gereduceerd P600-effect
Wat schrijft de conclusie voor de relatie tussen stemming en informatieverwerking?
- Vrolijke stemming bevordert P600-effect
- Bedroefde stemming vermindert P600-effect
- Stemming beïnvloedt informatie verwerking
Hoe is het gebruik van anti-depressiva in Nederland opmerkelijk?
- Nederland is welvarend en veilig
- Vragen over herkenning en behandeling van depressie
- Mogelijke invloed van de farmaceutische industrie
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden