Suïcide en suïcidaal gedrag (12/09/2024)
32 belangrijke vragen over Suïcide en suïcidaal gedrag (12/09/2024)
Wat maakt het praten over zelfmoord uitdagend?
- Verschillende perspectieven: sommige betrachten het als ramp, anderen als oplossing.
- Hoe elkaar te vinden: het begrijpen van uiteenlopende zienswijzen is cruciaal.
Hoe wordt suïcidale gedrag gekarakteriseerd?
- Uitzichtloos lijden: ontsnapping hieruit is de motivatie.
- Dood niet altijd doel: soms is verandering het uiteindelijke doel.
Wat is de historische zienswijze op zelfbeschikking in de Griekse/Romeinse cultuur?
- Recht op levenseinde: zelfbeschikking leidde tot beslissing uit schaamte.
- Schaamte als motivatie: culturele context bepaalde motivatie voor suïcide.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe veranderde het perspectief op suïcide in de religieuze context?
- Alleen God: alleen Hij mag leven beëindigen.
- Verhoogde schuld: leidde tot meer taboe rond suïcide.
Wat is het sociologisch perspectief volgens Émile Durkheim?
- Registratie van niet-natuurlijke dood: noodzakelijk voor inzicht.
- Maatschappelijke binding: invloed van gemeenschap op suïcide.
Wat betekent zelfbeschikking versus zelfbeschikkingsvermogen?
- Inschatten van 'mogen': wie bepaalt dit in de praktijk?
- Wilsbekwaamheid: vooral relevant bij kwetsbare ouderen.
Welke maatschappelijke factoren beïnvloeden suïcidecijfers?
- Economische crisis: kan leiden tot verhoogde suïcidecijfers.
- Geslacht: twee keer zoveel mannen plegen suïcide dan vrouwen.
Wat zijn de demografische trends in suïcide onder verschillende leeftijden?
- Leeftijdsgroep 40-60 jaar: hoogste zelfdodingen, grotere groep.
- Jongeren: nummer één doodsoorzaak bij 10-20 jaar en 20-40 jaar.
Welke variabelen dragen bij aan regionale verschillen in suïcide?
- Religie: invloed op suïcide-incidentie.
- Toegankelijkheid van zorg: kan variëren per land.
- Seizoenen: jaargetijden beïnvloeden stemming en gedrag.
Welke rol speelt alcoholmisbruik in suïcidecijfers in Rusland?
- Significante impact: verhoogt kans op suïcide.
- Relatie met seizoensgebondenheid: kan verschuiven met seizoenen.
Waarom is zelfbeschikkingsvermogen belangrijk in het kader van suïcidepogingen?
- Het verschil tussen ‘mag het’ en ‘is de cliënt in staat tot een weloverwogen keuze’ is cruciaal.
- Verlies van zelfbeschikkingsvermogen kan door extreme depressie komen.
Wat drijft suïcidegedachten volgens de verklaringmodellen?
- De wisselwerking tussen kwetsbaarheid en stress is belangrijk.
- Dit veroorzaakt een gevoel van klem zitten.
- Dit gevoel kan zeer ondraaglijk en onoplosbaar zijn.
Wat is entrapment in de context van suïcidaliteit?
- In de val te zitten
- Verlies, afwijzing of vernedering ervaren
- Dit gevoel vermindert de kans op suïcide
- Focus in crisisbehandeling is op het verminderen van dit gevoel
Hoe wordt entrapment gekarakteriseerd in termen van cognitie?
- COGNITIEF DISFUNCTIONEREN
- Verlies van 'helder' denken
- Moeite om uit de situatie te denken
- Geen directe link met diagnose
Wat gebeurt er met een depressieve cliënt na een terugval met betrekking tot entrapment?
- Kan er een terugval optreden
- De cliënt kan denken ‘Ik wil dit niet meer’
- Dit gebeurt ondanks eerdere verbetering
Wat houdt het Cry of Pain Model in met betrekking tot entrapment?
- Sensationeel gevoel van nederlaag
- Toestanden:
- GEZOND OPTIMISME
- - DEPRESSIEF REALISME
- - SUÏCIDAAL NEGATIVISME
- Herkenning van ingehouden agressie
- Ervaren van hopeloosheid
- Afwezigheid van een redding in de toekomst
Wat beschrijft het Escape from Self Model met betrekking tot suïcidaliteit?
- Ontsnappen aan onverdraaglijk bewustzijn
- Gevoelens van falen
- Vulnerabiliteit van het ego
Wat zijn de fasen in het Integrated Motivational-Volitional Model van suïcidaal gedrag?
- Pre-Motivationele Fase: Achtergrondfactoren zoals diathese, milieu en levensgebeurtenissen.
- Motivationele Fase: Ontstaat door nederlaag, vernedering en insluiting; beïnvloed door 'Threat to Self Moderators' en 'Motivational Moderators'.
- Volitionele Fase: Beïnvloed door 'Volitional Moderators'; leidt tot suïcidaal gedrag.
Wat omvat de pre-motivationele fase in het suïcidaal model?
- Diathese: Genetische aanleg, persoonlijkheidskenmerken.
- Omgeving: Familie, cultuur, maatschappij.
- Levensgebeurtenissen: Trauma, verlies, verandering.
Wat is de rol van 'Volitional Moderators' in de volitionele fase?
- Toegang tot middelen: Beïnvloedt de kans op actie.
- Planning en impulsiviteit: Gerelateerd aan gedrag.
- Fysieke pijnsensitiviteit en sociale steun: Beïnvloeden reacties op suïcidaliteit.
Welke algemene risicofactoren kunnen het risico op suïcide verhogen?
- Mannelijk geslacht
- Leeftijd jonger dan 19 of ouder dan 45
- Depressie
- Eerdere suïcidepogingen
- Overmatig alcohol- of middelengebruik
- Verlies van rationeel denken
- Relatieproblemen (uit elkaar of single)
- Aanwezigheid van een suïcideplan
- Gebrek aan sociale steun
- Aanwezigheid van ziekte
Wat zijn de belangrijkste biologische risicofactoren voor suïcidaliteit?
- Genetica: Kwetsbaarheid zonder suïcide-gen.
- Stress-respons-systeem: Hogere reactiviteit en cortisolwaarden verhogen risico.
- Serotoninesysteem: Laag activiteit leidt tot meer negatief gedrag.
Hoe speelt het stress-respons-systeem een rol bij suïcidaliteit?
- Hogere reactiviteit: Vier keer hoger risico.
- Cortisolwaarden: Zeven keer hoger bij suïcidaliteit.
- Familieleden: Lagere waarden voorspellen suïcidaliteit.
Wat zijn de signalen dat een cliënt aan suïcide denkt?
- Niet aankijken en onverzorgdheid.
- Verdrietig gedrag en terugtrekking.
- Afscheid nemen en automutilatie.
Wat is de rol van serotonine in het gedrag van suïcidale cliënten?
- Terugtrekreflex bij negatieve prikkels.
- Gedrag gericht op stoppen van negatieve informatie.
- Laagactiviteit leidt tot meer piekeren en focus op negativiteit.
Wat zijn de gevolgen van jeugdtrauma volgens de epigenetica?
- Jeugdtrauma een link heeft met suïcidaal gedrag.
- Genetische kwetsbaarheid kan worden versterkt door trauma.
- Deze factoren beïnvloeden de reactie op stress.
Wat houdt de CASE-benadering in bij de taxatie van suïcidaal gedrag?
- De CASE-benadering onderzoekt suïcidale episodes chronologisch.
- Begin met actuele suïcidale gedachten.
- Analyseer recente voorgeschiedenis.
- Beoordeel ruimere voorgeschiedenis en eerdere suïcidale episodes.
- Eindig met verwachtingen en plannen voor de toekomst.
Hoe kan een psycholoog signalen van toenemende zelfmoordneigingen herkennen en mogelijk voorkomen?
- Let op veranderingen in gedrag of stemming.
- Gebruik de CASE-benadering voor grondige analyse.
- Onderzoek eerdere episodes en huidige gedachten.
- Wees alert op toekomstverwachtingen.
- Blijf regelmatig communiceren en monitoren met de cliënt.
Hoe krijg je een indruk van de ernst van suïcidale gedachten?
- Gedachten aan de dood.
- Gedachten aan zelfmoord.
- Heeft de cliënt een concreet plan?
- Is het een urgente situatie (vandaag of morgen)?
- Is de situatie onveilig?
Wat zijn de do's en don'ts bij het bespreekbaar maken van suïcide?
Do's:
- Vraag: ‘Denk je soms aan zelfmoord?’
- Luister en toon begrip.
- Vraag naar gedachten en plannen.
- Zoek samen hulp.
Don'ts:
- Zeg: ‘Na regen komt zonneschijn!’
- Beveel: ‘Beloof me dat je jezelf niets aan zal doen.’
Wat zijn de paradoxen in de behandeling van suïcidaliteit?
- Rust versus alarm: rust geeft inzicht, terwijl alarm het contact onder druk zet.
- Risico versus veiligheid: geen risico nemen kan uiteindelijk meer risico betekenen.
Wat zijn de vormen van therapie voor behandeling van suïcidaliteit?
- Probleemoplossende therapie (PST) om stress te verminderen.
- Cognitieve therapie (CGT) voor stresshantering.
- Interpersoonlijke therapie (IPT) voor omgaan met verlies.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden