Samenvatting: Farmacologie 3
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Farmacologie 3
-
Belangrijkste termen uit de farmacologie
Dit is een preview. Er zijn 17 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 24/01/2021
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de 7 belangrijkste termen uit farmacologie ?
- Farmacotherapie
- Geneesmiddelen
- Indicaties
- contra indicaties
- dosering
- bijwerkingen
- interacties
- Farmacotherapie
-
Wat is een causale therapie?
Dit is een therapie om de oorzaken weg te nemen. Bijvoorbeeld antibiotica -
Wat is een symptomatische therapie?Benoem een vb van deze therapie>
Dit is een therapie waarmee de verschijnselen verlichten/ onderdrukken worden.
Een voorbeeld is antihypertensiva tegen hoge bloeddruk -
Wat is een substitutie therapie?Geef een voorbeeld van deze therapie?
Dit is een therapie waarmee de tekorten worden aangevuld. Zoals bij diabetes melliutes. -
Met wat worden de drie verschillende therapieen behandeld?
Door geneesmiddelen.
Andere benamingen zijn:- Farmacon
- Medicijn
- medicament
- Farmacon
-
Farmacokinetiek
Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 24/01/2021
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is farmacokinetiek?Benoem de vijf fasen van farmacokinetiek?
Farmacokinetiek betekent: Wat het lichaam doet met de medicatie.
De fasen van farmacokinetiek:- Absorptie= opnemen
- Distributie= verdelen
- metabolisme= omzetten
- Uitscheiden= distrubutie
- Absorptie= opnemen
-
Door welke orgaan wordt de medicatie afgebroken?Door welke orgaan wordt de medicatie uitgescheiden?
- Door de lever.
- Door de nier.
- Door de lever.
-
Op welke drie manieren vindt absorptie van medicatie plaats?
- Enteraal: oraal, rectaal, sonde;
- Parenteraal: subcutaan, intraveneus, intramusculair, intra- articulair, (overig: pleister, sublinguacl, inhalatie);
- Lokaal: op de plek zelf, oogdruppels, zalf, crème, inhalatie.
- Enteraal: oraal, rectaal, sonde;
-
Benoem twee eigenschappen van enteraal inname van medicatie?
1. Absorptie van medicatie verloopt langzaam en geleidelijk
2. Absorptie verloopt via de lever -
Benoem 1 eigenschap van parenteraal inname van de medicatie?
1. Medicatie zit veel sneller in het bloed omdat deze niet via de over wordt opgenomen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden