Samenvatting: Farmacologie
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van farmacologie
-
1 les 1: inleiding in de farmacologie
Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
wat zijn 3 belangrijke stappen vanaf het toedienen van het farmacon tot het therapeutisch effect.
1.De farmacie: hierbij wordt de vormgeving gedaan van het geneesmiddel.
2.De farmacokinetiek: hierbij gaat het om de ADME
3. De farmacodynamiek: hierbij gaat het om de interactie tussen farmacon en de receptor. -
de E in ADME staat voor
·Excretie: het uitscheiden van het farmacon -
waar staat de D voor in ADME
distirbutie, hoe wordt het farmacon in het lichaam getransporteerd -
welke namen voor een farmacon zijn er en wat is het kenmerk
De meeste farmaca zijn bekend onder verschillende namen.
Type naam
Kenmerk van het type naam
Chemische naam
Nauwkeurige omschrijving van de chemische samenstelling.
Generieke naam(soort-/stofnaam)
De officiële internationale naam
Merknaam
Handelsnaam, meestal beter bekent dan de generieke naam
Familienaam
Naam voor stoffen met dezelfde werkzame groep molecuul -
welke verschillende typen farmaca zijn er en welke functie heeft en desbetreffende type
Type
Functie
Voorbeeld
Causaal
Bestrijd oorzaak van de afwijking
Antibiotica
Symptomatisch
Bestrijd symptomen van de afwijking
Paracetamol
Substitutie
Aanvullen van homeostase
Insuline/ vitamine
Preventief
Ter voorkoming van een afwijking
Cholesterolverlagers
Ondersteunend
Vergemakkelijkt de genezing
Anesthetica(morfine)
Diagnostisch
Opsporen van een afwijking
Markers voor visuele diagnostiek -
op welke niveaus wordt er in de farmacodynamiek onderzoek gedaan en wat is het onderzoeksdoel van de desbetreffende niveau's
·Organisme: hierbij wordt een proefdier of proefpersoon gebruikt en wordt er gekeken naar een dosis effect curve.
· Orgaan: hierbij wordt op een los orgaan getest en kan men het werkingsmechanisme bestuderen en een dosis effect curve opstellen voor een bepaald orgaan.
·Cellen: hierbij wordt met een celkweek gewerkt en kan men een bepaald effect zien van een farmacon op cellen.
·Moleculair: hierbij gaat het om target (receptor/enzym/transcriptie factor) binding en kan er onderzoek worden gedaan naar enzym activiteit. Dit is een van de belangrijkste onderdelen voor de farmacie. -
wat is een bijwerking en wat kan een oorzaak hiervoor zijn
·Een farmacon niet specifiek aan een target bindt, maar aan meerdere targets bindt.
·Een target in verschillende weefsels voorkomt zodat het niet meer specifiek voor 1 type weefsel is.
·Een farmacon te hoog in de signaal transductie route aangrijpt. (veel stimulatie van andere processen)
·De metabolieten(afbraak producten) van een farmacon die een ongewenst effect hebben. -
uit een dosis effect curve kunnen 2 belangrijke begrippen worden gehaald namenlijk:
1.Therapeutische breedte(TB): geeft het verschil tussen de TD50/TC50 en de ED50/EC50 aan. (TD50-ED50)
2.Therapeutische index(TI): geeft aan hoe vaak een effectieve dosis kan worden ingenomen voordat het een toxisch gevolg heeft. (TD50÷ED50) -
de verschillende fasen van het ontwikkelingsproces van een farmacon zijn:
1.Chemisch + biologisch onderzoek: hierin worden allemaal chemische groepen getest op cellijnen en uiteindelijk ook op proefdieren.
2.Onderzoek bij de mens: hier in wordt gekeken naar het effect op mensen van de medicijn en ook of het effect heeft op de afwijking waarvoor het bedoeld is.
3.Registratie + productie: in deze fase wordt als alle voorgaande fases goed verlopen zijn het product geregistreerd en wordt het geproduceerd, tijdens deze fase is het medicijn ook alleen nog maar op recept te halen bij een huisarts wat later nog zou kunnen veranderen. -
in de eerste fase wordt gekeken naar welke functionele groepen er nodig zijn waarna de stof ontwikkeld wordt hier zijn 2 methodes voor:
1.Rational drug design: bij deze methode wordt er gekeken naar welke functionele groepen er nodig zijn en wordt er op die manier een stof ontwikkeld.
2.Library screening: bij deze methode wordt er gekeken naar een stof die mogelijk het gewilde effect bereikt.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden