Toedieningswijzen en doseervormen - overzicht

3 belangrijke vragen over Toedieningswijzen en doseervormen - overzicht

Welke systemische toedieningsoutes bestaan er?

Enteraal (GI is betrokken)
  • oraal
  • sublinguaal
  • rectaal
parentaal (GI niet betrokken)
  • injecties
    • subcutaan
    • intraveneus
    • intramusculair
    • intra-arterieel
    • intraperitoneaal (in buikvlies)
  • inhalatie
  • transversaal of percutaan
  • nasaal
  • vaginaal

Welke lokale toedieningsroutes zijn er?

  • Dermaal
  • zintuig-organen:
    • intra(nasaal)
    • oculair
  • oraal mucosaal (huid in de mond):
    • buccaal (wang)
  • rectaal
  • vaginaal
  • pulmonaal (longen)
  • intra-articulair (gewricht)
  • epiduraal (rug)
  • inrathecaal (tussen de ruggenwervels)
  • intramammair (veterinair

Hoe beslist men via welke toedieningswijze men een geneesmiddel toedient?

  • Afhankelijk van de aard en de ernst van de ziekte
  • opnamesnelheid en plasmaspiegels van eenzelfde gm kunnen enorm verschillen afhankelijk van de toedieningsroute

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo