Middelen die hemostase en trombose beinvloeden

8 belangrijke vragen over Middelen die hemostase en trombose beinvloeden

Welke typen middelen die hemostase en trombose beinvloeden kennen we?

  1. Heparine/laag-moleculair gewicht heparine
  2. Coumarine derivaten
  3. Aspirine
  4. Fibrinolyse bevorderende middelen

Hoe remt heparine de stolling?

Activeert anti-thrombine III, waardoor stollingsfactoren IX, X, XI, XII en trombine worden geremd.

Hoe verschillen low molecular weight heparins van gewone heparine?

Remmen alleen factor Xa omdat ze alleen aan AT III kunnen binden.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is de farmacokinetiek van warfarine?

Bijna geheel opgenomen uit MDK, bindt aan plasma-eiwitten, gemetaboliseerd in lever, sterk variabele halfwaardetijd (gevaarlijk)

Hoe beinvloedt aspirine de hemostase/trombose?

Remt COX-1, dat remt een enzym waardoor een thrombocyt minder tromboxane A2 vormt, dit is irreversibel.

Wat zijn de indicaties van lage doseringen aspirine?

Thrombo-embolieen, thromboflebitis, laminitis.

Welke 2 fibrinolyse bevorderende middelen zijn er en hoe werken ze?

Streptokinase (activeert plasminogeen, komt immuniteit tegen), recombinant tissue plasminogen activators (hebben effect op fibrine gebonden plasminogeen).

Waarom gebruiken we fibrinolyse beinvloedende middelen veterinair niet?

Wekrt niet beter dan andere farmaca, teveel bijwerkingen

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo