Geneesmiddelenallergie - Trombocytopenie/ hemolytische anemie - Heparine geïnduceerde trombopenie (HIT)
3 belangrijke vragen over Geneesmiddelenallergie - Trombocytopenie/ hemolytische anemie - Heparine geïnduceerde trombopenie (HIT)
Wat is het pathofysiologische mechanisme achter het ontstaan van een HIT?
- Patiënt maakt antistof tegen het complex van heparine en plaatjesfactor-4 van bloedplaatjes.
- Binding antistof aan bloedplaatje leidt tot krachtige plaatjesactivatie
- Leidt tot verbruik trombocyten (trombocytopenie) en paradoxale tromboses
Welk aanvullend onderzoek is geïndiceerd als standaard routine bij patiënten die heparine gebruiken?
Wat zijn de verschillende tussen HIT type I en HIT type II? Denk aan immunologie, dagen, trombocytenaantal, tromboses, bloedingen en behandeling.
- Immunologisch: geen antilichamen (niet-gemedieerd)
- 1-4 dagen na start heparine
- Trombocytenaantal zakken tot 100x
- Geen trombose, geen bloedingen
- Heparine continueren
HIT type II
- Immunologisch: wel antilichamen (immuungemedieerd)
- 5-10 dagen na start heparine
- Trombocytenaantal zakken tot 30-50 x10^9 L (lager dan type I)
- 30% trombose, zelden bloedingen
- STAKEN HEPARINE
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden