Samenvatting: Farmacotherapie Proeftoets 1
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Farmacotherapie proeftoets 1
-
1 Proeftoets 1-15
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Opiaten oefenen hun werking uit op verschillende receptoren in het lichaam en hebben hierdoor onder andere een pijnstillend en sederend effect.Wat is JUIST ten aanzien van het werkingsmechanisme van opiaten?Ze verminderen de gevoeligheid van perifere nociceptoren.Ze remmen de prikkeloverdracht van neuronen in het ruggenmerg.Ze remmen prostaglandinesynthese in het brein.Ze remmen zenuwgeleiding van A- en C-vezels.
Zeremmen deprikkeloverdracht vanneuronen in hetruggenmerg .
Alle opiaatagonisten activeren de µ-receptor, in een aantal gevallen ook de κ-receptor en soms de δ-receptor. Deze bevinden zich in het ruggenmerg. Door het activeren van de opioïdreceptoren wordt de prikkeloverdracht geremd. -
CYP2D6 metaboliseert verschillende geneesmiddelen. Er is een grote genetische variabiliteit in de populatie. Sommige mensen zijn ‘poor CYP2D6 metabolizers’ en andere ‘ultrarapid metabolizers’. Welke van de volgende pijnstillers schrijft u liever NIET voor omdat de werkzaamheid onder andere afhankelijk is van activering door CYP2D6, waardoor niet te voorspellen is of het bij patiënten überhaupt zal werken?Methadon.Codeïne.Fentanyl.Morfine.
Codeïne .
Codeïne wordt voor circa 10% via CYP2D6 omgezet in morfine. Ongeveer 10% van de bevolking is niet in staat codeïne om te zetten door het ontbreken van het hiervoor benodigde enzym. Het is daarom beter om dit middel niet te gebruiken als pijnstiller. -
Een 40-jarige patiënte, bekend met een nefrotisch syndroom en chronische nierinsufficiëntie (eGFR: 45 ml/min per 1,73 m2), gebruikt enalapril en furosemide. Ze wordt naar de Spoedeisende Hulp gebracht in verband met een gebroken been na een val. Welke pijnstiller heeft bij deze patiënte de MEESTE voorkeur?Naproxen.Diclofenac.Oxycodon.Amitriptyline.
Oxycodon .
NSAID’s zijn bij deze patiënte gecontra-indiceerd in verband met een verhoogde kans op nierfalen. Risicofactoren in deze casus zijn pre-existent nierfalen, het gebruik van een RAAS-remmer (enalapril) en een diureticum (furosemide). Amitriptyline is als pijnstiller alleen geïndiceerd bij neuropathische pijn. -
Er zijn verschillende preparaten beschikbaar van oxycodon.Wat is het GROOTSTE klinische verschil tussen OxyNorm en OxyContin (en welke vormen zijn dit)?De mate van orale beschikbaarheid.De route van eliminatie.De grootte van het analgetisch effect.De duur van het analgetisch effect.
De duur van hetanalgetisch effect.
Verschillen tussenopiaten worden gevonden inbijwerkingen ,snelheid , duur en desterkte van werking en in optreden vanafhankelijkheid .OxyContin is eentablet metgereguleerde afgifte, waardoor het effect langeraanhoudt . -
Welke van de volgende aandoeningen is geassocieerd met een GROTERE kans op het ontwikkelen van een maagzweer bij gebruik van een NSAID?Ziekte van Alzheimer.COPD.Hartfalen.Nierinsufficiëntie.
Hartfalen .
Door remming van de productie van prostaglandinen wordt de beschermende functie op het maagslijmvlies verminderd. Er is meer kans op gastro-intestinale complicaties (zoals bloedend ulcus en maagperforatie) bij patiënten boven de 60-70 jaar, bij patiënten met een ulcus in de voorgeschiedenis, aanwezigheid van Helicobacter pylori of bij comorbiditeit zoals diabetes, reumatoïde artritis of hartfalen -
Een 54-jarige patiënt heeft erge hoofdpijn. Hij is bekend met alcoholabusus.Welke maximale dosering paracetamol wordt aanbevolen bij patiënten die chronisch alcohol gebruiken?Maximaal 0,5 g per dag.Maximaal 2 g per dag.Maximaal 4 g per dag.Maximaal 6 g per dag.
Maximaal 2g per dag. -
Welk geneesmiddel VERHOOGT het risico op obstipatie bij gelijktijdige behandeling met een opiaat het MEEST?Amitriptyline.Enalapril.Naproxen.Simvastatine.
Amitriptyline . -
Een 22-jarige vrouw presenteert zich op de SEH na een paracetamolintoxicatie. Zij heeft een uur geleden 40 tabletten paracetamol van 500 mg ingenomen.Welke van de volgende antidota is geschikt als behandeling van deze intoxicatie?N-acetylcysteïne.Naloxon.Flumazenil.Ascorbinezuur.
N-acetylcysteïne . -
Een patiënt krijgt na een myocardinfarct acetylsalicylzuur in lage dosis voorgeschreven. Het werkingsmechanisme in deze situatie is gebaseerd op:Activering van antitrombine III.Remming van aanmaak van stollingsfactor II, VII, IX en X.Remming van aanmaak van thromboxaan A2.Stimulering van vitamine K-epoxidereductase.
Remming van aanmaak van thromboxaanA2 . -
Nadroparine heeft een aantal therapeutische voordelen ten opzichte van heparine.Op welke van de onderstaande beweringen over nadroparine is dit voordeel ten opzichte van heparine het MEEST gebaseerd?Nadroparine heeft een langere halfwaardetijd.Het antistollend effect van nadroparine kan betrouwbaar gemeten worden met de APTT.Protamine werkt beter als antidotum bij bloedingen door nadroparine.De klaring van nadroparine is onafhankelijk van de nierfunctie.
Nadroparine heeft een langerehalfwaardetijd .
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden