Proeftoets 46-60
6 belangrijke vragen over Proeftoets 46-60
U start bij een 72 jarige patiënte met prednison vanwege een polymyalgia rheumatica. Dit middel werkt echter niet en ze heeft ook geen bijwerkingen. Ze vertelt dat ze naast de prednison ook nog een middel inneemt dat ze bij de drogist gekocht heeft. Welke van de volgende middelen is het MEEST waarschijnlijk verantwoordelijk voor het gebrek aan effect van de prednison?
Uw keuzes:
Pantoprazol.
Diclofenac.
Sint-Janskruid.
Echinaforce.
Een patiënt gebruikt amlodipine. Dit is een lipofiel geneesmiddel. Omdat de patiënt veel te zwaar is, besluit hij af te vallen. Zijn gewicht neemt af van 200 kg naar 100 kg.
Wat is de invloed van het afvallen op de halfwaardetijd van de amlodipine?
Deze neemt af.
Deze blijft hetzelfde.
Deze neemt toe.
Dit kun je op basis van deze gegevens niet zeggen.
Deze neemt af.
Een patiënt die bekend is met recidiverende jichtaanvallen en een verhoogd urinezuurgehalte in het bloed moet behandeld worden met allopurinol. Bij het begin van de therapie waarschuwt de reumatoloog voor bijwerkingen.
Wat is een ernstige bijwerking van allopurinol waar u extra bedacht op moet zijn wanneer u dit geneesmiddel voorschrijft?
Anafylactische reactie.
Stevens-Johnson-syndroom.
Trombocytopenie.
Stevens-Johnson-syndroom.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe deel je een anafylactische allergische reactie in (Sampson)? Wanneer geef je adrenaline?
Graad 2 - ook GI reactie
Graad 3 - ook respiratoir reactie
Graad 4 - ook hypotensie/ritmestoornis
Graad 5 - bewustzijnsverlies
Bij 4 en 5 geef je i.m. Adrenaline, vanaf 2/3 kun je het overwegen
Bijwerkingencentrum Lareb maakt onderscheid tussen teratogene effecten (deze leiden tot structurele en functionele aangeboren afwijkingen) en farmacologische effecten (tijdelijk nadelige effecten voor de foetus) van geneesmiddelen die tijdens de zwangerschap worden gebruikt. Het risico op farmacologische effecten bij de foetus verschilt per fase in de zwangerschap. Wanneer is het farmacologisch risico het HOOGST?
Het 1e trimester.
Het 2e trimester.
Het 3e trimester.
Tijdens de conceptie.
Het 3e trimester.
Welk van de onderstaande middelen kan ZONDER risico op teratogeen effect voorgeschreven worden aan een zwangere patiënte?
Acenocoumarol.
Amoxicilline.
Carbamazepine.
Enalapril.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden