I. GENEESMIDDELENALLERGIE - Trombocytopenie / hemolytische anemie
9 belangrijke vragen over I. GENEESMIDDELENALLERGIE - Trombocytopenie / hemolytische anemie
Wat is de door heparine geïnduceerde trombopenie (HIT)?
- Antistof tegen heparine en plaatjesfactor-4
- Leidt tot trombocytopenie en trombose
- Paradoxale trombose bij heparinebehandeling
Waarom is het controleren van het trombocytengetal wekelijks geïndiceerd bij heparinebehandeling?
Welke vorm van heparine wordt meestal geassocieerd met HIT?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat zijn de verschillen in symptomen tussen HIT Type I en HIT Type II?
- Type II: treedt op 5-10 dagen na start heparine
- Bij Type I zakt trombocytenaantal tot hoogstens 100 x 10^9/l
- Bij Type II zakt dit meestal tot 30-55 x 10^9/l
- Type I heeft geen anti-HEP/PF4 antilichamen; Type II wel
- Type I heeft geen trombose of bloedingscomplicaties; 30% kans op trombose bij Type II
Wat moet er gebeuren met de heparine behandeling bij HIT Type I en II?
- Bij Type II: heparine behandeling onmiddellijk stoppen
Wat zijn belangrijke veroorzakers van geneesmiddel geïnduceerde hemolytische anemie?
Wat veroorzaakt de door penicilline veroorzaakte hemolytische anemie?
Wanneer treedt de hemolytische anemie op na start van het sensitiserende geneesmiddel?
Wat gebeurt er doorgaans met de hemolytische anemie nadat het veroorzakende geneesmiddel is gestopt?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden