Startpagina / Samenvattingen / Farmacotherapie Voor de Zorgprofessional / betablokkers-antiaritmica-klasse

Middelen met effect op de circulatie - Middelen met effect op hart en vaten

34 belangrijke vragen over Middelen met effect op de circulatie - Middelen met effect op hart en vaten

Waar hebben bètablokkers en calciumantagonisten een vaatverwijdend effect op? Op de venen of arterien?

Arteriën. Hierdoor neemt de druk af in het vaatstelsel, maar verminderd het ook met name de belasting van het hart

Wat doen nitraten? (werking achter het middel)

De werkzame stof wordt omgezet in stikstofoxide (NO), deze stof zorgt voor lokale vaatverwijdend effect.
Nitraten hebben vooral effect op het veneuze vaatstelsel, pas bij hoge doseringen heeft het ook effect op de arteriën. Doordat veneuze vaatverwijding toeneemt, neemt de pre-load van de LV en dus de myocardbelasting af.

Wat is de functie van het endotheel?

Bescherming van het capillaire vaatbed in nier en hersenen, zogenaamd myogeen effect

Lokale autoregulatie onder invloed van stikstofoxide (NO)

Preventie van ongewenste trombocytenaggregatie

Welk geneesmiddel hebben de voorkeur om rebound-angina pectoris te voorkomen?

Betablokkers

Wat is rebound-angina pectoris?

Ontwikkeling van nitraattolerantie kan vermijden worden door een nitraatvrij interval, hierin kan de gevoeligheid van de vaten voor nitraten zich herstellen. Tijdens dit interval is overigens wel een toename van (nachtelijke) angina pectoris beschreven, hetgeen een rebound-effect suggereert

Welke neurotransmitter geeft het signaal vanuit de sympathicus door aan het hart- en gladde spierweefsel?

Noradrenaline

Welke receptoren bevinden zich met name in het hartspierweefsel en prikkelgeleidend weefsel?

Bèta 1 receptoren

Welk sympathicolytica met effect op het hartvaatstelsel in relatie tot noradrenerge zijn de niet selectieve bèta-receptoren?

A1   / Carvedilol, labetolol
B1   / Carvedilol, Sotalol, Labetalol
B2    /   Carvedilol, Sotalol, Labetalol

Op welke noradrenerge receptor heeft Doxazosine als sympathicolytica effect?

Een alfablokker (A1) -> niet de voorkeur bij hypertensie

Wat is er specifiek aan sotalol?

Het is een bètablokker die ook de refractaire periode van het prikkelgeleidend weefsel verlengt. Daarom is het teven een antiaritmica

Wat is allemaal het doelweefsel van het autonome zenuwstelsel?

Hartspierweefsel
Prikkelgeleidend weefsel van het hart
Glad spierweefsel (arteriën, bronchiën, spijsvertering, uterus)
Klierweefsel (Bronchiën, Spijsverteringsstelsel)

Wat doen selectieve bètablokkers?

Het zijn bètablokkers die 2x zo gevoelig zijn voor enkel de beta-1-receptoren

Wat is een nadeel van de niet selectieve betablokkers?

Er kan mogelijk bronchoconstrictie en remming van de glycogenolyse optreden.
Het is daarom niet zo geschikt voor astma patiënten en mensen met diabetes

Waar worden selectieve bètablokkers voor voorgeschreven?

Bij hypertensie, na een myocardinfarct en bij congestief hartfalen

Wat zijn klachten bij het gebruik van bètablokkers?

Koude handen en voeten
Vermoeidheid
Erectiestoornissen
Alarmsymptomen bij hypoglykemie kunnen worden onderdrukt

Wat zijn de algemene noradrenerge effecten?

* Toename van gaswisseling
* Toename van cardiac output (toename hartfrequentie en contractiliteit)
* Redistributie van de circulatie (vasoconstrictie van huid en inwendige organen, vasodilatatie van de skeletspieren)
* Toename van de ventilatie van de bronchodilatatie

Toename van energiebronnen
Lever: Glycogenolyse, gluconeogenese
Vetweefsel: Lipolyse

Welk effect hebben de noradrenerge bij de B1 receptoren?

Hart: verhoogde hartfrequentie, versnelde AV geleiding, versterkte contractie

Nier: Versterkte afgifte van renine

Middelen: Metoprolol, Nebivolol, Bisoprolol

Welk effect hebben de noradrenerge bij de B2 receptoren?

Arteriën: Vasodilatatie van de skeletspieren
Bronchiën: Bronchodilatatie
Hart: Verhoogde hartfrequentie en versterkte contractie
Lever: Versterkte gluconeogenese en glycogenolyse

Wat zijn bekende bijwerkingen van calciumantagonisten?

Hoofdpijn
Duizeligheid
Oesofagiale reflux

Wat typeren de medicamenten Diltiazem en Verapamil?

Deze twee medicamenten zorgen naast het verminderen van de afterload voor de LV en het versterken van de perfusie van het myocard als enig ook voor:
Vermindering van de hartfrequentie en de contractiliteit

Welke calciumantagonisten (geneesmiddelen) worden met name bij hypertensie en angina pectoris klachten gegeven?

Verapamil -> verminderen tevens hartfrequentie en contractiliteit
Diltiazem -> verminderen tevens hartfrequentie en contractiliteit

Amlodipine
Nifedipine
Felodipine
Nicardipine

Wat doet een klasse I preparaat antiaritmica en welke zijn dit?

Het remt het herstel van de natriumkanalen waardoor de refractaire periode langer aanhoudt. (blokkade van de natriumkanalen)

Flecainide
Propafenon
Fenytoine
Kinidine
Lidocaine

*Heftig spul, moet onder bewaking gegeven worden

Wat doet een klasse II preparaat antiaritmica en welke zijn dit?

Klasse II antiaritmica zijn de bètablokkers. Het blokkeert de sympathicusactiviteit

Metoprolol

Wat doet een klasse III preparaat antiaritmica en welke zijn dit?

Het verlengd de actiepotentiaal. Ze blokkeren de kaliumkanalen zodat het langer duurt totdat de actiepotentiaal afgerond wordt.
(blokkade kaliumkanalen)

Amiodaron
Sotalol
Ibutilide

Wat doet een klasse IV preparaat antiaritmica en welke zijn dit?

Klasse IV preparaten zijn de calciumantagonisten. Ze blokkeren de calciumkanalen

Wat doen de klasse I, II, III & IV antiaritmica preparaten?

Klasse I = Blokkade natriumkanalen
Klasse II = Blokkade Sympathicusactiviteit
Klasse III = Blokkade kaliumkanalen
Klasse IV = Blokkade calciumkanalen

Welke risico's kunnen optreden bij antiaritmica?

Het heeft een smal therapeutische breedte.
En er bestaat een risico op het ontwikkelen van ritmestoornissen of een AV blok

Wat zijn bekende bijwerkingen van antiaritmica preparaten klasse I en klasse III ?

Duizeligheid
Visus en gehoorstoornissen
Spraakstoornissen
Verwardheid

Hoe kan je een digoxine intoxicatie behandelen?

Met actieve kool (onderbreekt de enterohepatische kringloop)
en Antilichamen (zorgt dat de intoxicatieverschijnselen binnen 30min afneemt)

Wat zijn verschijnselen van een digoxine intoxicatie?

Hartritmestoornissen

Stoornissen in het centraal zenuwstelsel:
Geel zien
Vermoeidheid
Verwardheid
Hallucinaties

Stoornissen in het spijsverteringsstelsel:
Misselijkheid
Braken
Diarree

Vocht- en zoutenverlies

Welke geneesmiddelen kunnen de verschijnselen van een eventuele hypoglykemie maskeren?

Bètablokkers

Welke geneesmiddelen hebben de voorkeur bij angineuze klachten?

Bètablokkers hebben de voorkeur boven calciumantagonisten

Wat mag je bij chronisch obstructief longlijden liever niet geven?

Bètablokkers

Welk risico bestaat er bij het gebruik van een bètablokker met een calciumantagonist?

Een verminderde cardiac output

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Farmacotherapie Voor de Zorgprofessional | 9789036812085 | Marike de Ruiter

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.