Geneesmiddelengebruik - Het monitoren van geneesmiddelgebruik en signaleren van neveneffecten

23 belangrijke vragen over Geneesmiddelengebruik - Het monitoren van geneesmiddelgebruik en signaleren van neveneffecten

Wat is een onverwacht neveneffect op een geneesmiddel?

Een effect dat niet overeenkomt met de productinformatie of de bekende eigenschappen van het geneesmiddel

Wat is een 'adverse reaction' op een geneesmiddel?

Een neveneffect op een geneesmiddel. Het is een schadelijk en onbedoeld effect dat optreedt bij een normale dosering van het geneesmiddel.

Wat is een 'Side effect' op een geneesmiddel?

Een bijwerking is een neveneffect als gevolg van de farmacologische eigenschappen van de toegediende stoffen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn mogelijk voorschriftgebonden oorzaken van 'adverse reactions' neveneffecten van geneesmiddelen?

- Iatrogeen effect: effect als gevolg van fout van proffesionals bij het toedienen van de werkzame stof.
- Toxisch effect: gevolg van een te hoge dosering van de werkzame stof

Wat zijn mogelijk patiëntgebonden oorzaken van 'adverse reactions' neveneffecten van geneesmiddelen?

- Allergisch effect: heftige immunologische reactie van het lichaam op de werkzame stof of hulpstoffen
- Genetisch effect: Effect als gevolg van specifieke genetische kenmerken van de patiënt.

Wat zijn mogelijk geneesmiddel gebonden oorzaken van 'adverse reactions' neveneffecten van geneesmiddelen?

- Side-effect of farmacologische bijwerkingen: gevolg van het farmacologisch effect van de werkzame stof
- Teratogeen effect: mutageen effect van de werkzame stof op het ongeboren kind
- Carcinogeen effect: mutageen of epigenetisch effect van de werkzame stof die kan leiden tot tumorontwikkeling.

Wat is een synergistisch effect?

Beide geneesmiddelen versterken elkaars effect

Bijwerkingen worden ook wel respectievelijke type I  (A) of type II (B) , Type C op D genoemd. Onder welke type bijwerking valt een allergische of genetische neveneffect?

Type B (type II) en Type C bijwerking

Bijwerkingen worden ook wel respectievelijke type I  (A) of type II (B) , Type C op D genoemd. Onder welke type bijwerking vallen neveneffecten die direct herleidbaar zijn tot het geneesmiddel zelf? ; de zogenaamde farmacologische bijwerkingen, teratogene effecten en carcinogene effecten?

Deze bijwerkingen behoren tot type A (type I) en D bijwerkingen

Wat is type A bijwerking?

'Augmented effects' , ontbrekende specificiteit van het geneesmiddel

Wat is type B bijwerking?

'Bizarre effects', verhoogde gevoeligheid voor het geneesmiddel

Wat is type C bijwerking?

'Chronic effects', onverwachte effecten bij chronisch geneesmiddelengebruik

Wat kan verwacht worden bij een type A bijwerking?

Een type A bijwerking is zijn vaak voorspelbare geneesmiddel gebonden bijwerkingen. Ze staan vaak al vermeld in de bijsluiter en de kans neemt toe op bijwerkingen bij een hogere dosis van het geneesmiddel. Neemt niet weg dat het niet 'gevaarlijk' kan zijn. Een verwachte bijwerking van insuline is glucoseverlaging. Een te hoge dosis insuline kan een hypoglykemische coma veroorzaken.
Vaak zijn het milde bijwerkingen, maar kunnen dus ook ernstig effecten geven.

Wat te doen bij een type A (I) bijwerking?

Afhankelijk van de ernst van de bijwerking. Bij ernstige reactie, onmiddellijk stoppen. Bij milde bijwerking, medicatie wissel naar een ander middel uit dezelfde groep of de bijwerking wordt geaccepteerd wanneer het geneesmiddel noodzakelijk is.

Wat zijn geen zuivere type A bijwerkingen?

Overdosering, dubbelmedicatie of het optreden van interacties die kunnen leiden tot vergelijkbare onbedoelde effecten.

Wat kan verwacht worden bij een Type B (II) bijwerking?

Het zijn ongewone en onvoorspelbare neveneffecten die een relatie hebben met specifieke kenmerken van de patiënt. Ze zijn vaak hevig/ernstig en komen relatief weinig voor. Ze hebben relatie met het farmacologische effect en zijn onafhankelijk van de dosering.

Oorsprong is te onderscheiden in:
- Immuunsysteem (overgevoeligheidsreacties). Atopische constitutie vormt een risicofactor voor de kans op deze vorm van bijwerking.
- Niet immuungemedieerde bijwerkingen (door een afwijkende metabolisering van het geneesmiddel, zoals verminderde werking van de lever(enzymen)).    

Uit zich in:
(Mild) : Erytheem, jeuk, spierpijn, gewrichtspijn
(Ernstig) : Zwellingen in gezicht of lymfeklieren

Wat te doen bij een type B bijwerking?

Medicament onmiddellijk stoppen.
Afhankelijk van de bijwerking en het middel kan antihistaminica en koelen voldoende zijn, anders opname met corticosteroïden en IV toediening van adrenaline.

Wat kan verwacht worden bij een Type C bijwerking?

Deze bijwerkingen komen weinig voor, maar kunnen wel ernstige situatie met restverschijnselen of overlijden tot gevolg hebben.

Omdat het voorkomt bij chronisch gebruikte middelen is het lastig te achterhalen wat de relatie is tussen de klacht/bijwerking en geneesmiddel. Voorbeeld:
Trombose bij pilgebruik.
De tijdsrelatie ontbreekt, maar ook achtergrond en andere aanwezige risicofactoren kunnen een rol spelen bij het ontstaan van trombose.

Welke type bijwerking is een contra-indicatie voor gebruik van dezelfde werkzame stoffen/hulpstoffen in de toekomst?

Type B en/of Type C

Wat kan verwacht worden bij een type D bijwerking?

Dit zijn bijwerkingen die veel later pas tot uiting komen. Doordat het op later termijn pas schade aan organen heeft aangericht of die er pas later effect van laten zien. Denk hierbij aan bijv. Neuropathie na chemo. Of hartfalen na chemo. Maar ook longproblemen kunnen na chemo ontstaan, vele jaren later.

Wat is de DoTS classificatie?

Hiermee kan ingeschat worden wat de eventuele relatie tussen verschijnselen en geneesmiddelgebruik is.
Do = dosisresponsrelatie
T = Tijdsrelatie tussen inname geneesmiddel en ontstaan verschijnselen
S = Waarschijnlijkheid (susceptability)

Wat zijn farmacologische bijwerkingen?

Reacties van het lichaam:
Misselijkheid, overgeven, diarree, spierpijn, vermoeidheid, slaperigheid, vergeetachtigheid, abnormale bloedingen, nier schade, leverschade, spier vermindering, verwarring.

Wat zijn immunologische bijwerkingen?

Bijwerkingen gericht op/door het immuunsysteem:
Huiduitslag, jeuk, galbulten, spierpijn, gewrichtspijn, zwellingen in het gezicht (angio oedeem), zwelling lymfeklieren, moeite met ademen, snel dalende bloeddruk, onregelmatige hartslag, anafylaxie.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo