Neerslagtitraties
18 belangrijke vragen over Neerslagtitraties
Tijdens de titratie wordt er geleidelijk stof met een gekende concentratie toegevoegd aan de oplossing, deze stof reageert met het analyt in de oplossing
Wat is het titrans of titrant of titer?
Het punt waar het analyt is weggereageerd met het titrans zodat het titrans nu in overmaat (in de erlenmeyer) aanwezig begint te zijn, noemt men?
de concentratie analyt = concentratie titrans
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Problemen van de visuele methode?
- Waarneembaarheid van de kleuromslag nabij het EP
- De indicator niet exact bij het EP een kleurverandering geeft
Wat is een instrumentele methode?
Problemen instrumentele titraties?
Is een zuurbase-titratie een visuele of instrumentele methode?
Is een neerslagtitratie een visuele of instrumentele methode?
Een succesvolle neerslagtitratie moet aan enkele voorwaarden voldoen, welke?
- Er moer een quasi-onoplosbare stof (neerslag) gevormd worden
- De indicator moer een duidelijke kleuromslag geven
- De indicator moer voldoende trager reageren dan het titrans met het analyt
Het opstellen van de titratiecurve verloopt volgens volgend stappenplan:
- Bepalen waar het equivalentiepunt ligt
- Wat is pX voor het equivalentiepunt?
- Wat is pX na het equivalentiepunt?
2 factoren die de titratiecurve beïnvloeden:
- Invloed van de verdunning van de reagentia
- Invloed van het oplosbaarheidsproduct (Ksp)
Welke invloed heeft verdunning van reagentia op de titratiecurve?
- Verdunning van de reagentia beïnvloed pX voor en na het EP. Px blijft onveranderd bij het EP
- Hoe meer verdund, hoe zwakker de sprong en hoe minder nauwkeurig het EP bepaald wordt
- Werken met te lage concentraties is dus afgewezen
Welke invloed heeft het oplosbaarheidsproduct op de titratiecurve?
Titreren we verschillende analyten in éénzelfde oplossing met één titrans, dan zullen beide zouten neerslaan. In de meeste gevallen zullen ze één voor één neerslaan op voorwaarde dat de oplosbaarheden van de zouten genoeg verschillen. Dan wordt eerst het ene analyt neergeslagen en vervolgens het andere.
De afspraak: een stof is volledig of kwantitatief geprecipiteerd/neergeslagen als de concentratie van de overgebleven ionen in oplossing kleiner is dan 10^-6 M
Het zout met de kleinste Ksp (= het minst oplosbaar) wordt als eerst gevormd en dus als eerst neergeslagen
3 veelgebruikte types van neerslagtitraties:
- Methode van Mohr
- Methode van Fajans
- Methode van Volhard
Wat is de methode van Mohr ?
- Gebruikt voor bepaling van cCl-
- Indicator: kaliumchromaat (K2CrO4)
- Eindpuntdetectie (= vorming AgCl) wordt zichtbaar gemaakt door de vorming van roodgekleurde neerslag (Ag2CrO4)
- Bij bereiken EP1 wordt neerslag gevormd
- Neutraal medium
- AgNO3 in buret (titrant)
- kaliumchromaat als indicator
- zodra het equivalentiepunt is bereikt, vormen de overmaat Ag+-ionen een roodbruin Ag2CrO4-neerslag
- Nadelen:
- De felgele kleur van de oplossing die het waarnemen van de rode neerslag verhindert
- Het verschil in oplosbaarheid tussen AgCl en de indicator is niet erg groot
- De pH moet ongeveer constant blijven
Wat is de methode van Volhard?
- Goede methode om concentratie Ag+ te bepalen
- Ag+ ionen kunnen in een zuur milieu geprecipiteerd worden dmv een SCN- oplossing
- Indicator: Fe 3+ oplossing
- Zuur medium in erlenmeyer
- Een bekende overmaat AgNO3 wordt aan de oplossing toegevoegd
- Hoeveelheid overmaat Ag+ionen bepaald door terugtitratie met kaliumthiocyanaat (KSCN)
- Ammoniumijzer(III)sulfaat (NH4Fe(SO4)2) als indicator
- Zodra alle Ag+ is neergeslagen met SCN-, vormt de overmaat SCN- het rode FeSCN 2+ complex ion
- Nadelen:
- pH van de oplossing moet laag blijven (<2) voor een accurate bepaling
- Nevenreacties met andere ionen mogelijk
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden