Samenvatting: Film History An Introduction | 9780071267946 | Kristin Thompson, et al

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Film History An Introduction | 9780071267946 | Kristin Thompson; David Bordwell

• 1 The Invention And Early Years Of The Cinema, 1880s-1904

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Waarom is er volgens Bordwell & Thompson niet één moment aan te wijzen dat de film opkwam?

  De ontwikkeling van de film is een proces dat tijdens de industriële revolutie is ontstaan. De technologie van de 'motion picture' kwam voort uit verschillende uitvindingen en ideeën, zoals de zoëtroop, de kinetoscoop en de bioscop. De Cinematograaf van de Lumière broers wordt vaak als eerste filmcamera gezien, maar de motion pictures die hiervoor gemaakt zijn kunnen net zo goed als film gezien worden. Dus waar trek je de grens?

• Wie bepaalde het filmprogramma in de eerste vijf jaar van de film?

  De filmprogramma's werden in het begin bepaald door de exposant. De eerste films bestonden vaak uit slechts een aantal shots. Een exposant kon dan een paar shots uit die film kopen en in het filmprogramma combineren met shots uit andere films. Pas later, toen filmmakers langere films met meerdere shots gingen maken, werden films in hun geheel vertoond.

• Hoe zou je kunnen beargumenteren dat het filmprogramma in de vroegste jaren iets weg had van televisie?

  Filmprogramma's bestonden in het begin uit een reeks korte fragmenten, waarin verschillende vormen van film vertoond werden, zoals scenics, topicals en fictie films. Op televisie zien we ook een programma dat bestaat uit verschillende korte stukjes die niets met elkaar te maken hebben. Het grote verschil daarbij is dat de items op televisie aanzienlijk langer duren dan de fragmenten in het vroege filmprogramma.

• Welke vernieuwingen bracht Edwin Porter?

  Van Porter wordt gezegd dat hij met Life of an American Fireman de eerste ‘story film’ maakte, en uitvinder van het montage-proces was. Echter combineerde hij slechts technieken van Melies, Smith en Williamson. Ook maakte Porter intertitels populair, iets wat hij ook Smith geleend had.

• Wat is de betekenis en het belang van de Brighton School geweest?

  Een kleine invloedrijke groep die toevallig in de buurt van Brighton resideerde, vandaar de naam. Smith en Williamson creeërden beiden studios met een glaswand die zonlicht binnenliet, en beiden onderzochten special effects en meer complexe montage op een innovatieve en invloedrijke manier. Ook op Porter (‘grondlegger montage’) waren ze zeker van invloed. Zeker ook omdat hij voornaamste filmer van een grote studio was en dus wijdverspreid raakte.

• 2 The International Expansion Of The Cinema, 1905-1912

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is het verschil tussen verticale en horizontale integratie?

  Een verticaal geïntegreerd bedrijf controleert de productie, distributie en de expositie van een film. Dit is een strategie die een bedrijf veel macht geeft. Pathé maakte zo zijn eigen camera's en projectors, produceerde eigen films (zelfs filmstock), had eigen theaters én verhuurde films aan externe exposanten.
  Een bedrijf is horizontaal geïntegreerd als het zich uitbreid in één sector van de film industrie. Zo kan een bedrijf dus op een bepaalde tak de taak van andere bedrijven overnemen. Pathé had bijvoorbeeld studio's in Italië, Rusland en de Verenigde Staten.

• Welk effect had WO1 op de ontwikkeling van de cinema-industrie.

  Deze is met name van invloed geweest op de opkomst van Amerika/Hollywood als overheerser van de cinematische markt. Door de oorlog werd filmmaken in Europa behoorlijk gehinderd, met name in belangrijke landen Frankrijk en Italië. Amerikaanse bedrijven vulden dit vacuum in. Ander effect was het geisoleerd raken van sommige landen en hun cinema: er onstonden meer aparte nationale stijlen.

• Wat word bedoeld met de Nickelodeon Boom en waar valt die te situeren?

  De boom vond plaats in Amerika tussen 1905-107 en houdt de opkomst en razendsnelle expansie van de Nickelodeon filmtheaters in. In deze theaters kon men een film bekijken voor slechts een nickel (heel goedkoop). Deze theaters maakten een enorme opmars door en werden de voornaamste plaats van filmexpositie en waren een voorloper op de hedendaagse bioscopen.

• Wat is de betekenis en het belang van de MPPC?

  De Motion Picture Patents Company was een samenvoeging van de patenthouders van camera's (Edison en AM&B) die licenties aan andere firma’s verschaften om hun technieken te gebruiken. Aan het begin van de 20e eeuw kreeg de MPPC geleidelijk aan een oligopolie (de firma’s die eronder vielen hadden samen de productie, distributie en expositie in handen en het MPPC had daarmee als overkoepelend bedrijf een monopolie. De Independent Motion Picture (IMP) Corp. werd hun voornaamste uitdager; anti-trust rechtspraak brak uiteindelijk hun greep op de markt.

• Hoe ontstonden feature films en hoe kwamen ze aan hun naam?

  De voornaamste oorzaak voor het ontstaan van deze langere, vaak avondvullende films was de sociale druk op film die vanuit religieuze en politieke groepen kwam: films werden ordinair en weinig verheffend gevonden. Als reactie hierop begon de MPPC en de Independents met het maken van meer prestigieuze films. Deze waren ongewoon en konden gefeatured worden in advertenties. Vandaar hun naam, die uiteindelijk gewoon voor ‘lange speelfilm’ kwam te staan.