Wittgenstein - Lacan 216 - Lacan taal en het onbewuste

7 belangrijke vragen over Wittgenstein - Lacan 216 - Lacan taal en het onbewuste

Hoe definieert Lacan langue en parole?

Langue: taalsysteem plus hele veld van "discours", l'Autre (symbolische orde)
Parole: Spreken waarin subject zichzelf opvoert en gestalte geeft
Discours: Spreken waarin het subject zichzelf en zijn wereld presenteert via een medium wat niet van het subject zelf is en dus nooit volledig wordt beheerst door het subject

Hoe formuleert Lacan het primaat van de betekenaars(3)?

  1. Er is geen vaste verhouding tussen betekenaar en betekende
  2. Betekenis wordt voortgebracht in het spel van betekenaars
  3. Constitutieve element van de taal zit in keten van betekenaars (chaine signifiante)

Wat houdt Lacan's "de dood van het ding" in?

Als iets wordt benoemd, verhouden wij ons tot dit ding via die benoeming, gaat het niet meer over het ding maar over de benoeming (teken in verhouding tot andere tekens).
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn de verschillen tussen het schema van Freud en het triadische schema van Lacan(2)?

  1. Geen delen van het psychisch apparaat maar ordes waarbinnen denken en handelen zich afspelen.
  2. Bij Freud: "Es" zorgt voor dynamiek. Bij Lacan staat "le symbolique" hierarchisch bovenaan.

Wat is bij Lacan het oidipale gebeuren(2)?

  1. Intrede in de symbolische orde
  2. Constitutie identiteit niet meer beeld maar met betekenaar (naam)

Wat betekent volgens Lacan de identificatie met de betekenaar (naam)(3)?

  1. Afzien van een vaste betekenis
  2. Erkenning van onderscheid met anderen
  3. Onderwerping aan de regels die de verhouding met anderen bepalen (substitutie en combinatie) 

Welke twee ordes onderkent Lacan?

  1. Imaginaire orde (spiegelstadium). Subject probeert zich een vaste identiteit te geven via een beeld van zichzelf. Het subject probeert samen te vallen met zichzelf. Inauthentische bestaanswijze.
  2. Symbolische orde. Orde van het woord, de taal, de representatie en de keten van betekenaars. Geen identificatie met beeld maar met betekenaar. Authentische bestaanswijze (pour-soi).
  3. Reële orde. Werkelijke, wat buiten de andere ordes (beeld en woord) valt. Volstrekt singulier. "Mijn" pijn, "mijn" trauma.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo