Samenvatting: Filosofie In De Literatuur

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Filosofie in de literatuur

  • 1 Inleiding

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • De Argentijse schrijver Ernesto Sábato (1911-2011) schrijft dat de roman 'de laatste uitkijkpost [is] vanwaar we het menselijk leven als geheel kunnen overzien' in een wereld die 'door de filosofie verlaten .. [en] versnipperd [is] door honderden wetenschappelijke specialisaties'. Wat bedoelt hij?

    Sábato bedoelt:
    -De filosofie richt zich steeds meer op theoretische vraagstukken en steeds minder op de grote vragen over het menselijk leven;
    -De wetenschap heeft haar terrein verkaveld in honderden wetenschappelijke specialisaties;
    -De roman durft het als enige nog aan om mens en cultuur aan een totaalonderzoek te onderwerpen.
  • Vanuit welke 4 vertrekpunten kan de literatuur bijdragen aan het filosofisch denken over mens en cultuur?

    1. Een mensbeeld
    2. Een literatuuropvatting
    3. Een manier van filosoferen
    4. Een manier om literaire teksten te lezen
  • De auteur geeft een bevestigend antwoord op de vraag of literatuur een vorm van filosofie kan zijn.  Geldt dit voor alle literatuur en voor alle disciplines binnen de filosofie?

    Nee, deze overtuiging steunt op een bepaalde opvatting van literatuur en een bepaalde opvatting van filosofie.
  • 1.2 Literatuur versus filosofie

  • Filosofie en literatuur hebben vanouds een intieme verhouding met elkaar. In welke opzichten (4)?

    1. Filosofische ideeën worden als poëzie gepresenteerd (Parmenides, Empedocles, Lucretius, Dante,...);
    2. Filosofisch werk kan hoge literaire kwaliteit hebben (Plato, Augustinus, Rousseau, Schopenhauer, Kierkegaard, Nietsche, Santayana);
    3. De schrijver laat zijn intense belangstelling voor filosofie doordringen in zijn werk (Mann, Valéry, Musil, Bellow, Kundera);
    4. Sommige auteurs zijn zowel filosoof als dichter (Sartre, Murdoch, Eco).
  • 1.2.1 Een moeizame verhouding

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke positieve rol zag Plato weggelegd voor de literatuur?

    Het bespelen van emoties kan ten goede aangewend worden voor bijvoorbeeld het opvoeden van de jeugd en de massa. Volgens Plato heeft literatuur een betoverende kracht die ervoor kan zorgen dat voorbeelden (bijvoorbeeld lofzangen op goede mensen of hymnen voor de goden) nagevolgd worden.
  • 1.2.2 Wisselende waardering voor de literatuur

    Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat was tot aan de achttiende eeuw de gebruikelijke rangorde voor filosofie en literatuur?

    De literatuur was ondergeschikt en dienstbaar aan de filosofie:
    • Filosofie houdt zich bezig met hogere zaken als waarheid, kennis, menselijke waarden en geloof 
    • Literatuur kan hoogstens dienen om deze zaken in een voor gewone mensen bevattelijke vorm over te brengen
  • De onderschikking van literatuur onder filosofie duurde tot in de achttiende eeuw. Wat veranderde er (2)?

    1. Kant gaf aan kunst een brugfunctie tussen onze zichtbare 'fenomenale' wereld en de onkenbare 'noumenale' wereld van de  'Dinge an sich', waar de menselijke vrijheid en het goddelijke zich bevinden.
    2. Men zag (o.i.v. de Romantiek) de literatuur als een volstrekt eigen weg naar kennis  van mens en cultuur. De literatuur wordt als het ware op een voetstuk geplaatst.
  • Wat bedoelen Shelley (dichters zijn de niet-erkende wetgevers van de mensheid) en Novalis (poëzie is de held van de filosofie)?

    Deze uitspraken geven aan dat de filosofie in de achttiende eeuw als ondergeschikt gezien wordt aan de literatuur, in tegenstelling tot de opvatting in de eeuwen daarvoor..
  • Wie was in de eerste helft van de twintigste eeuw nog een pleitbezorger voor de hoge waarde van literatuur?

    D.H. Lawrence achtte de uitvinding van de roman van veel groter belang dan die van de telescoop of de radio:
     'The novel is the highest form of expression'
  • Vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw krijgt literatuur (en 'hoge cultuur' in het algemeen) weer een lagere status. Toch wordt literatuur door sommigen nog van het hoogste belang gevonden. Door wie bijvoorbeeld (3)?

    1. Iris Murdoch (de romanschrijver, niet de filosoof, is de grootste waardheidsspreker)
    2. Milan Kundera (romans bevatten ongeëvenaarde wijsheid)
    3. Alain Finkielkraut (we hebben literatuur nodig, geen wetenschap, om ons te oriënteren in de wereld)

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart