Samenvatting: Filosofie Rond 1900: De Mens In Het Tijdperk Van "massa En Machine"
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Filosofie rond 1900: de mens in het tijdperk van "massa en machine"
-
2 De filosofie rond 1900
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
2.1 Achtergronden: maatschappij en wetenschap
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
Laat hier meer flashcards zien -
De maatschappij maakte rond 1900 stormachtige ontwikkelingen door. Geef een aantal voorbeelden.
- Democratisering van de samenleving (na 1789 de Franse Revolutie)
- Ontstaan van nieuwe klassen van mensen tgv de industriële revolutie: arbeiders en industriëlen
- ontplooiing van kapitalisme
- opkomst massacultuur en consumentisme
- grote economische groei in Europa
- arbeiders lijden onder erbarmelijke leef- en arbeidsomstandigheden
- revolutionaire ontdekkingen in natuurwetenschappen
-
Verklaar de termen "fin de siecle" en "belle epoque".
De termen lijken tegenstrijdig: het einde van de eeuw en het mooi tijdperk.
Het punt was dat alle veranderingen in de 19e eeuw hun weerslag hadden op het intellectuele klimaat en het denken. De moderniteit leidde enerzijds tot optimisme over een toekomst vol ongekende mogelijkheden, maar ging anderzijds ook gepaard met kritische geluiden en angst. Veel filosofen maakten zich voornamelijk druk om een moreel en cultureel verval. -
2.3 Een veranderend mensbeeld
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat was een van de belangrijkste aspecten van het veranderende mensbeeld rond 1900?
De teloorgang van het idee van de rationele, vrije en autonome mens: de mens die wikt en weegt en zijn verstand laat prevaleren boven zijn onstuimige en minder rationele kanten zoals de driften en passies. -
Hoe zagen denkers zoals Schopenhauer, Nietzsche en Freud de mens?
Zij zagen de mens niet als een redelijk wezen, maar als een wezen dat net als andere organismen, grotendeels bepaald werd door zijn onbewuste drifte, gevoelens en instincten.
Bij dit nieuwe mensbeeld hoorde ook een herwaardering van morele waarden. -
3 Filosofen rond 1900
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
3.1 Arthur Schopenhauer
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1
Laat hier meer flashcards zien -
Hoewel Schopenhauer (1788-1860) buiten het tijdsbestek van de cursus valt, mag hij niet ontbreken. Waarom niet?
Zijn pessimistische filosofie was een grote inspiratiebron voor de laatnegentiende-eeuwse en vroegtwintigste-eeuwse intellectuelen.
Zoals de filosoof Nietzsche, maar ook kunstenaars als Richard Wagner (componist) en Thomas Mann (schrijver). -
Wie was Schopenhauers grootste inspirator en wat nam hij van hem over?
Schopenhauer werd geinspireerd door Immanuel Kant.
Van Kant nam S. de gedachte over dat wij alleen kennis kunnen hebben van de dingen zoals ze aan ons verschijnen.
Dus niet zoals ze op zichzelf zijn.
De wereld zoals de dingen aan ons verschijnen, noemt Kant de fenomenale wereld.
De wereld van de dingen op zichzelf, die wij dus niet kunnen kennen, noemt Kant de noumenale wereld. -
Met zijn theorie van de wil schiep Schopenhauer een basis voor een idee van de mens. Welk idee?
De mens is in wezen een irrationeel wezen dat geleid wordt door zijn oncontroleerbare wil om te leven. Deze wil is de enige werkelijkheid en bovendien is het een bron van lijden. Alles is veranderlijk en vergankelijk en de mens kan aan de vergankelijkheid niet ontkomen: we gaan immers dood. Daarom is ons bestaan per definitie ongelukkig. -
Waardoor kan de mens volgens Schopenhauer ontsnappen aan zijn ongelukkig bestaan?
- Door middel van de kunsten, m.n. de muziek kan troodt bieden, aldus S.
- Door middel van het boeddhisme: de mens moet zich overgeven aan de wil (berusten in de wereldwil zoals het boeddhisme), alleen zo kan de mens rust vinden.
-
3.2 De meesters van het wantrouwen: Marx, Nietzsche en Freud
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.2
Laat hier meer flashcards zien -
Vraag oefententamenDe Franse filosoof Ricoeur (1913-2005) noemde Marx, Nietzsche en Freud de "meesters van het wantrouwen". Wat bedoelde hij hiermee?
Zij zijn "meesters van het wantrouwen" genoemd, omdat zij betogen dat het menselijk denken en handelen voortkomt uit verborgen liggende motieven (driften, instincten, geschiedenis, volksaard), en niet uit het rationeel aanvoeren van argumenten.
Zij staan dus wantrouwend ten opzichte van de vermeende menselijke rationaliteit. -
Marx, Nietzsche en Freud waren niet de eerste meesters van het wantrouwen. Wie gingen hen voor?
Schopenhauer.
Een van de allereerste meesters van het wantrouwen was de verlichtingsdenker De Mandeville (1670-1733). Hij voerde de huichelarij op; deze is zich onbewust van haar eigen motieven en passies, die desalniettemin de wil sturen en richting geven aan de handelingen van de huichelaar. Een van de belangrijkste van deze motieven is volgens De Mandeville de schaamte: de angst voor wat anderen van je denken. Deze angst overheerst volgens De M. zelfs de angst voor de dood en is de drijvende kracht achter eergevoel en trots.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden