Oudheid - Filosofie tot Plato - Handboek Aristoteles
9 belangrijke vragen over Oudheid - Filosofie tot Plato - Handboek Aristoteles
Wat zijn de eigenschappen van kennisverwerving van Aristoteles (5)?
- Gebaseerd op theoria, waarbij observatie een belangrijke rol speelt maar geen ware kennis oplevert.
- Niet echt empirisch want: niet experimenteel, niet kwantitatief.
- Kennis nastreven om kennis zelf, zonder praktisch nut (vrije kennis).
- Hoe omvattender de wetenschap, hoe hoger het niveau van inzicht.
- Hoe algemener, hoe verder van zintuigelijke waarneming.
Hoe beschrijft Aristoteles de werkelijkheid(3)?
- Door middel van een classificatie in categorieën (substantie, kwaliteit, kwantiteit,...).
- Substantie is enige categorie die op zichzelf kan bestaan.
- Accident is een categorie met een min of meer toevallige en veranderlijke eigenschap.
Waar komt de term hylemorfisme vandaan(4)?
- Deze komen voort uit het onderscheid wat Aristoteles maakt tussen Stof (materie, hylè) en Vorm (morfè).
- Elk concreet ding ontstaat doordat aan materie een bepaalde vorm wordt opgelegd.
- Hierbij is materie geheel onbepaald en vorm een universeel begrip wat het "wezen" van dingen aangeeft (een paard, een mens) overeenkomstig het Platoonse "Idee".
- Het verschil met Plato is dat een "vorm" niet in de realiteit bestaat maar het resultaat is van een veralgemenisering die wijzelf in ons denken maken.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Waar heeft volgens Aristoteles onze kennis betrekking op(4)?
- Niet over Substanties, want dat zijn individuele voorkomens.
- Niet over Materie, want die is in zichzelf onbepaald.
- Wel over de Vorm (bepaalt de klasse waar een individuele substantie in thuishoort).
- Kennis is dan abstraheren (dematerialiseren, ontdoen van materie) en de-individualiseren( ontdoen van de individuele en accidentele kenmerken).
Welke twee begrippenparen worden door Aristoteles gehanteerd?
Actualisering van potentie is het geleidelijk realiseren van de vorm die als doel is gegeven. Hierbij wordt de potentie "opgebruikt".
Wat is een wijs mens volgens Aristoteles(4)?
- Een mens wat algemene kennis heeft, niet noodzakelijk van elk ding afzonderlijk.
- Een mens wat dingen kent die moeilijk te kennen zijn.
- Een mens wat de oorzaken kent en deze kan onderwijzen.
- Een mens die leiding geeft.
Wat is materie (stof) volgens Aristoteles(3)?
- Materie (stof) is het onbepaalde, het ononderscheidene.
- Het bezit geen enkele bepaalde eigenschap omdat elke kwalitatieve bepaling reeds op een begripmatige wezenheid (vorm) duidt.
- Het vormt de rustende mogelijkheid voor de verwerkelijking van de vorm; het resultaat van deze verwerkelijking (actualisering) is het gevormde, stoffelijke enkele ding.
Waarom past Aristoteles niet de mathematica toe op zijn onderzoek?
- Een puur kwantitatieve benadering kan nooit de rijkdom blootleggen van alle natuurlijke dingen.
- Kan ook niet de belangrijkste aspecten laten zien: vorm en doel.
Noem een belangrijke zaak waar Aristoteles het niet eens is met de natuurfilosofen.
- Het zuivere materialisme.
- Onderscheid materie en beweging (moet oorzaak hebben).
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden