Samenvatting: Filosofisch En Ethisch Handelen

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Filosofisch en ethisch handelen

• 1 Filosofie

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat moet ik weten over de hersendeel HYPOTHALAMUS?

  - overleven
  - vluchten
  - voorplanten
  - voerderen

• Wat is filosofie volgens C. Verhoeven?

  Filosofie is een radicaliseren van de verwondering naar alle kanten (C. Verhoeven)

• Het verhaal van David over twee vissen:

  Oude vis vraagt aan de nieuwe vis:" Hoe is het water vandaag?"
  De nieuwe vis antwoord:" Wat is water?"

• Wat zijn de kenmerken van filosofie?

  1. Vrijheid (houding van kritisch denken)
  2. Waarheid (eigen methodologie)
  3. Rede (eigen kennisdomein- vragen)

• Wat is filosofie (uitgebreider)?

  
  •Zoekt niet naar wijsheid
  •Leert geen waarheden of regels
  •Ze vraagt zich af wat ze is
  •Ze vraagt zich af wat is
  •Je filosofeert al als je je afvraagt wat filosoferen is

• 2 Ethiek

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• 2.1 Ethiek en moraal

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn de kenmerken van een moreel oordeel:

  
  1.Vertrekt altijd vanuit (ons) menselijke handelen (gedrag)
  2.Overstijgt het individuele (goed voor iedereen: cf Kant)
  3.Is normatief: ‘zoals het hoort'
  4.Gericht op het goede (goed op zichzelf, nastrevenswaardig )5. Kan morele verontwaardiging veroorzaken (betreft de emoties die je beleefd)

• Wat zijn de ortho-context handelen (waarden)? (handelen vanuit een moreel oordeel)

  • Zorgzaamheid
    
  • zorgvuldigheid
  • integriteit
  • vertrouwen

• 2.1.2 Klassieke ethische theorieën

• Welke klassieke ethische theorieën zijn er?

  1. De deugdenethiek (de gezindheidsethiek/ intentionele ethiek)
  2. Deontologische ethiek (de plichtsethiek)
  3. De gevolgenethiek

• 2.1.2.2.1 Kant

  Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1.2.2.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is de categorische imperatief (universaliseringsprincipe?

  • ONVOORWAARDELIJKE GEBOD
  • je moet handelen op de manier waarvan je zou willen dat iedereen zo zou handelen”
  • het moet ONVOORWAARDELIJK gebeuren
  • het GEBIEDT wat gedaan moet worden

• 2.1.2.3 Gevolg ethiek (Teleologische ethiek)

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1.2.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zegt Jeremy Bentham?

  Dat mens streeft naar geluk:
  

  • oplevert dat genot --> goed
  • bezorgt het pijn--> slecht