Samenvatting: Finance And Riskmanagement
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Finance and Riskmanagement
-
1 Structuur en omvang van de vermogensbehoefte en vermogensvoorziening
Dit is een preview. Er zijn 18 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de eerstehands vermogensmarkt?
Rechtstreekse geldlening van de geldverstrekker aan de geldvragers zonder tussenkomst van een financiele instelling (of eventueel met een beperkte ondersteunende rol) -
Wat is de formule om de diversiteitsfactor te berekenen
(Som van de individuele maxima -/- som van de individuele minima)--------------------------------------------------------------(Maximale som -/- minimale som) -
2 Financieringsstructuur: Ondernemend vermogen
Dit is een preview. Er zijn 15 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Noem drie vormen van een persoonlijke onderneming zonder rechtspersoonlijkheid.
1. Eenmanszaak2. Maatschap3. Vennootschap onder firma4. Commanditair vennootschap -
Noem drie vormen van een onpersoonlijke onderneming met rechtspersoonlijkheid.
1. Cooperaties2. Naamloze vennootschap3. Besloten vennootschap -
Noem twee manieren waarop een oligarchie bereikt kan worden.
1. Statutaire bepalingen (bijvoorbeeld prioriteitsaandelen)2. Buitenstatutaire constructie (houdermaatschappij)3. Een wettelijke verplichting tot het vormen van een structuurvernnootschap. -
Noem drie eisen aan een structuurvernnootschap
1. Eigen vermogen bedraagt minstens 22.5 miljoen Euro2. Er is krachtens wettelijk verplichting een ondernemingsraad ingesteld3. Er zijn minstens honderd werknemers in dienst bij de onderneming en/of afhankelijk maatschappijen. -
Wat is het garantievermogen bij een personenassociatie?
Dit is afhankelijk van de directe inbreng en het persoonlijk bezit van de eigenaar of beherende vennoten. -
3 Financieringsstructuur: Niet ondernemend vermogen
Dit is een preview. Er zijn 27 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de obligatiewaarde (ook wel rentabiliteitswaarde genoemd)
De contante waarde van de interestbetalingen + contante waarde van de aflossing. Contant tegen de geldende marktrente. Dus niet tegen het leningspercentage. -
Wat is een surplus obligatie?
Een achtergestelde obligatie waarbij het nadeel van de achterstelling wordt gecompenseerd door een hogere rente. -
4 Financiering vanuit verschillende aspecten nader bezien
Dit is een preview. Er zijn 19 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
Laat hier meer flashcards zien -
Welke begrippen zijn van balansratio's? Noem er twee.
1. Netto werkkaptiaal2. Current ratio3. Quick ratio4. Werkkapitaalratio.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden