Samenvatting: Financial Accounting
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Financial Accounting
-
2 H2: DE TECHNIEK VAN HET DUBBEL BOEKHOUDEN EN OPSTELLEN JAARREKENING
-
2.1.1 Omschrijving van de balans
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Waarom zijn beide zijden van de balans gelijk?
Een onderneming kan niet meer werkmiddelen aanschaffen dan voor het vermogen waarover ze beschikt. -
2.1.2 Transacties met een invloed op de balans
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wanneer wordt verondersteld de balans te zijn opgemaakt?
Aan het einde van de dag van de balansdatum. -
2.1.3 Structuur van de balans
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Welke informatie levert de passiefzijde van de balans op?
De bronnen waarop de onderneming een beroep doet om haar activiteiten te financieren. -
Welke informatie levert de actiefzijde van de balans op?
De elementen waarin de onderneming haarfinancieringsmiddelen heeftgeïnvesteerd om haar activiteiten uit te oefenen. -
De kortstondige vlottende activa worden gefinancierd met;
Kortstondig vreemd vermogen -
2.1.3.1 Structuur van de actiefzijde van de balans
Dit is een preview. Er zijn 18 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1.3.1
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe worden de activaposten geordend in de balans?
In stijgende graad van liquiditeit. -
Wat maakt geen deel niet meer uit van de VA?
De oprichtingskosten vormen een afzonderlijke rubriek in het actief. -
Wat is het doel van de Vaste Activa?
Voorbestemd om gedurende een langere periode voor de exploitatie diensten te leveren. -
Worden VA ten gelde gemaakt?
NEEN -
Wat zijn Immateriële vaste activa?
Middelen die niet in materieel tastbare vorm aanwezig zijn. (bv. Merken, technische productiemethoden, brevetten, ...)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden