Van Overfelt et al. (2010)

26 belangrijke vragen over Van Overfelt et al. (2010)

Algemeen: In het artikel van Overfelt, DeLoof en VanStraelen (2010), Determinants of Corporate Financial Disclosure in an Unregulated Environment: Evidence from the Early 20th Century, onderzoeken de auteurs determinanten van de mate van informatieverstrekking in een periode dat financiële verslaggeving niet gereguleerd was.

De studie levert een bijdrage aan het debat rondom de noodzaak tot reguleren van de externe verslaggeving en in welke mate regulering dient plaats te vinden. Dit debat komt in het boek van Scott tot uitdrukking in hoofdstuk 12 Standard setting: economic issues.

Overfelt artikel: Dividenduitkeringen worden door de auteurs opgevat als alternatieve informatiebron (ten opzichte van de jaarrekening) voor beleggers. De auteurs leggen twee gedachtegangen voor. Welke twee gedachtegangen zijn dit?

Enerzijds: “If dividends provide an alternative source of information to outsiders, they may substitute for information in the financial statements”. Dan kan dividend worden opgevat als substituut voor de jaarrekening: dus: hoe meer dividend, hoe minder informatie. Anderzijds: “if corporations want to signal information through dividend payments, dividends may complement information in financial statements”. Dan geldt des te meer dividend, des te meer informatie.

De resultaten van het onderzoek worden mooi compact gepresenteerd in tabel 4. Dividenduitkeringen worden door de auteurs opgevat als alternatieve informatiebron (ten opzichte van de jaarrekening) voor beleggers. De auteurs leggen twee gedachtegangen voor.

Welke twee gedachtegangen zijn dit?

  • Niet gereguleerde omgeving: informatieverstrekking primair gedreven door de informatiebehoefte van gebruikers, dus op basis van contract- of marktoverwegingen (contractual en market-based incentivees).
  • Gereguleerde omgeving: informatieverstrekking voor alle ondernemingen grotendeels voorgeschreven door de standard setter.
  • Hierdoor is minder goed inzichtelijk welke informatieverstrekking vanuit contract- of marktoverwegingen (contractual en market-based incentives) plaatsvindt versus informatieverstrekkin die vanuit regulering (regulation) voorkomt.
  • Kortom, je kunt middels dit onderzoek een zuiverder inzicht verkrijgen in de contract- of marktoverwegingen bij het verstrekken van informatie door ondernemingen in de financiële verslaglegging.
  • pg. 519 in combinatie met de strekking van het artikel.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe komen die twee gedachtegangen tot uitdrukking in de tabel?

Enerzijds: 'If dividends provide an alternative source of information to outsiders, they may substitute for information in the financial statements'. Dan kan dividend worden opgevat als substituut voor de jaarrekening: dus: hoe meer dividend, hoe minder informatie.

Anderzijds: 'If corporation want to signal information through dividend payments, dividends may complement information in financial statements'. Dan geldt des te meer dividend, des te meer informatie.

Deze twee gedachtegangen komen tot uitdrukking in de tabel door aan het expected sign voor dividend zowel een + als een - op te nemen.

Wat is de interpretatie van de centrale probleemstelling van Overfelt?

  • In dit artikel worden de resultaten van een empirisch onderzoek beschreven naar de determinanten van externe financiële verslaggeving in een ongereguleerde situatie.
  • Meer in het bijzonder gaat het om de kwaliteit van de externe financiële verslaggeving van 131 Belgische beursgenoteerde ondernemingen in de mijnindustrie, de spoorwegen, de tram- en de textielindustrie over de periode 105-1909.

Welke vier redenen brengen de auteurs naar voren waarom dit onderzoek relevant is? (Van Overfelt)


De auteurs brengen vier redenen naar voren waarom dit onderzoek relevant is:
  1. Het gaat hier om externe financiële verslaggeving in een vrijwel ongereguleerde situatie;
  2. Destijds (begin 20e eeuw) was nauwelijks sprake van 'investor protection';
  3. De Belgische aandelenmarkt maakte hoogtijdagen mee;
  4. Voor hun financiering waren ondernemingen sterk afhankelijk van 'universal banks'.

Wat wordt bedoelt met 'Universal Bank'? (Van Overfelt)

  • Voor mij was de term 'universal bank' nieuw.
  • Een korte zoektocht levert op dat het hier gaat om 'algemene banken' die een breed pakket aan financiële diensten aanbieden (bijvoorbeeld: bankrekeningen, spaarrekeningen, soorten leningen, beleggingen, handel in effecten, verzekeringen)
  • In tegenstelling tot 'specifieke banken' die zich specialiseren in een bepaald dienstenpakket (bijvoorbeeld hypotheekverstrekking).

Wat zegt de auteur omtrent de vier redenen?(Overfelt)

Bovengenoemde combinatie van redenen biedt volgens de auteur van het artikel 'a unique setting' om de bepalende factoren voor de kwaliteit van externe financiële verslaggeving in een ongereguleerde situatie te onderzoeken (p.9)

Wat geeft de inhoud weer van het onderzoek van Overfelt?

  • Om de keuzes van de ondernemingen met betrekking tot de externe financiële verslaggevig te verklaren onderscheiden de auteurs: een afhankelijke variabele, namelijk:
  • de kwaliteit van externe financiële verslaggeving ('financial disclosure')

Wat wordt gezegd omtrent de kwaliteit van externe financiële verslaggeving? (Docent commentaar) (Van Overfelt)

  • Kwaliteit van externe financiële verslaggeving;
  • Ik heb de afhankelijke variabele vertaald als 'kwaliteit van externe financiële verslaggeving'.
  • De auteurs gebruiken diverse aanduidingen: 'corporate financial reporting', 'financial disclosure', 'more information' of 'disclosure quality'.
  • Ik heb besloten om het begrip 'kwaliteit' te gebruiken vanwege de operationalisering van deze afhankelijke variabelen (zie ook hieronder).

Welke maatstaven worden er gebruikt omtrent 'kwaliteit van externe financiële verslaggeving'? (Van Overfelt)

  • De eerste maatstaf die wordt gebruikt betreft een subjectieve keuze van een aantal elementen uit de balans en de winst- en verliesrekening (daarop kan worden gescoord van 0 tot 100%).
  • De tweede maatstaf betreft een telling van het aantal elementen op de balans en de verliesrekening. Dat verschaft volgens de auteurs een objectieve maatstaf.
  • Deze methoden zijn zeer vergelijkbaar met de methoden die werden gekozen in het onderzoek naar de kwaliteit van de Nederlandse jaarverslaggeving van het Limperg Instituut van net voor onze eeuwwisseling.

Welke zes onafhankelijke variabelen worden in het onderzoek van Overfelt onderscheden?

  • Voorts onderscheiden ze zes onafhankelijke variabelen. Dit zijn:
  1. i. De kosten van asymmetrische informatie ('cost of asymmetric information');
  2. ii. De invloed van algemene banken ('influence of universal banks');
  3. iii. De 'agentschapskosten' van financiering met vreemd vermogen ('agency costs of debt');
  4. iv. Dividend uitkeringen ('dividends');
  5. v. De 'performance' van de beursgenoteerde ondernemingen ('firm performance');
  6. vi. De industrie waarin de beursgenoteerde ondernemingen werkzaam zijn ('industry').

De combinatie van de afhankelijke variabele met elk van de onafhankelijke variabelen leiden tot hypothese. Hieronder licht ik ze kort toe;

Wat wordt bedoeld met ad.  iii De agentschapskosten van financiering met vreemd vermogen? (Overfelt)

  • Aan het begin van de 20e eeuw waren obligaties een relatief nieuwe financieringsvorm.
  • Omdat de rechten van de obligatiehouder 'slecht omschreven' waren en er nauwelijks wetgeving was die obligatiehouders beschermde, verwachten de auteurs dat ondernemingen die obligaties uit heben staan een hogere kwaliteit van externe financiële verslaggeving verschaffen om de obligatiehouder te beschermen tegen 'expropriation by corporate insiders'.

De combinatie van de afhankelijke variabele met elk van de onafhankelijke variabelen leiden tot hypothese. Hieronder licht ik ze kort toe;

Wat wordt bedoeld met ad. iv Dividend uitkeringen (Overfelt)

  • Dividenduitkeringen worden door de auteurs opgevat als een alternatieve bron van informatie (ten opzichte van de jaarrekening) voor beleggers.
  • De auteurs leggen vervolgens twee gedachtegangen voor.
  • Enerzijds kan dividend worden opgevat als substituut voor de jaarrekening: dus: hoe meer dividend, hoe minder informatie.
  • Anderzijds: 'if corporations want to signal information through dividend payments, dividends may complement information in financial statements'.
  • Dan geldt des te meer dividend, des te meer informatie.

De combinatie van de afhankelijke variabele met elk van de onafhankelijke variabelen leiden tot hypothese. Hieronder licht ik ze kort toe;

Wat wordt bedoeld met ad v. De 'performance' van de beursgenoteerde ondernemingen? (Overfelt)

  • De relatie tussen 'firm performance' en 'disclosure' kan volgens de auteurs op twee manieren worden vormgegeven.
  • Ten eerste kan meer 'disclosure' hand in hand gaan met een stijgende winstgevendheid (om te signaleren dat de onderneming ondergewaardeerd is).
  • Ten tweede kan meer 'disclosure' samengaan met een dalende winstgevendheid ('to explain the causes of bad performance, for example, to avoid that investors hold managers accountable'.)

De combinatie van de afhankelijke variabele met elk van de onafhankelijke variabelen leiden tot hypothese. Hieronder licht ik ze kort toe;

Wat wordt bedoeld met ad. vi De industrie waarin de beursgenoteerde ondernemingen werkzaam zijn? (Overfelt)

  • De relatie tussen 'industrie' en 'externe financiële verslaggeving' kan volgens de auteurs op twee manieren worden gelegd.
  • Ten eerste, naarmate er meer concurrentie in een bepaalde industrie is, zal minder informatie worden opgenomen in de jaarrekening.
  • Dit wordt verklaard door de angst dat concurrenten deze informatie ten nadele van de gegevensverschaffer kunnen gebruiken.
  • Ten tweede, is het mogelijk dat met de 'disclosure' alleen 'firm-specific attributes' worden verschaft.
  • Wat dat precies betekent voor de relatie tussen deze variabelen leggen de auteurs niet uit.

Wat is de steekproef die Overfelt gebruikt in zijn onderzoek?

  • De bovenstaande verbanden (zes onafhankelijke variabelen) worden getoetst op basis van de externe verslaggeving van 131 Belgische beursgenoteerde ondernemingen in de mijnindustrie, de spoorwegen, de tram- en de textielindustrie over de periode 1905-1909.
  • Het gaat daarbij om 567 'ondernemingsjaren'.
  • En de auteurs hebben de gegevens zelf verzameld.

Hoe worden de variabelen gemeten in het onderzoek van Overfelt?

Omtrent onafhankelijke variabele: i:

  • De maatstaf voor asymmetrische informatie ('asymmetric information') zijn zoals hierboven al gemeld:
  • (1) De beweeglijkheid van de winst ('volatility of earnings);
  • (2) De omvang van de onderneming ('company size)
  • (3) De leeftijd van de onderneming ('company age')

De combinatie van de afhankelijke variabele met elk van de onafhankelijke variabelen leiden tot hypothese. Hieronder licht ik ze kort toe;

Omtrent onafhankelijke variabele: iii:

  • De agentschapkosten van financiering met vreemd vermogen orden ook op twee manieren gemeten.
  • Ten eerste door de variabele obligaties ('bonds').
  • Dat is een dummy variabele die de waarde 1 krijgt als is als de onderneming obligaties heeft uitstaan en 0 indien de de onderneming geen obligaties heeft uitstaan.
  • Ten tweede door middel van de variabele 'leverage'  die wordt gedefinieerd als 'book value of debt financing excluding bond financing, scaled by book value to total assets' (p.20).

De combinatie van de afhankelijke variabele met elk van de onafhankelijke variabelen leiden tot hypothese. Hieronder licht ik ze kort toe;

Omtrent onafhankelijke variabele: iv:

  • Ook de dividenduitkeringen door een dummy variabele gemeten:
  • (1 indien de onderneming in een bepaald ondernemingsjaar dividend uitkeerde, 0 indien niet.

De combinatie van de afhankelijke variabele met elk van de onafhankelijke variabelen leiden tot hypothese. Hieronder licht ik ze kort toe;

Omtrent onafhankelijke variabele: v:

  • De 'performance' van de beursgenoteerde ondernemingen ('firm performance') wordt met twee maatstaven geoperationaliseerd:
  • 1. 'return-on-assets'
  • 2. 'stock-return'

De combinatie van de afhankelijke variabele met elk van de onafhankelijke variabelen leiden tot hypothese. Hieronder licht ik ze kort toe;

Omtrent onafhankelijke variabele: vi:

  • De industrie waarin de beursgenoteerde ondernemingen werkzaam zijn is een nominale variabele dus daar wordt verder niets over opgemerkt:
  • De beschrijvende statistiek met betrekking tot de variabelen wordt gepresenteerd in tabel 3.

Wat is samenvattend de resultaten van het onderzoek van Overfelt?

  • Samenvattend komen uit dit onderzoek volgens de auteurs drie 'common drivers' van externe financiële verslaggeving uit de betreffende periode naar voren (p.25).
  • Ten eerste: algemene banken zijn meer gericht op de winst- en verliesrekening dan op de balans.
  • Ten tweede; financiering door middel van obligaties is een belangrijke 'driver' voor transparantie van de balans en de hoeveelheid informatie die wordt verstrekt in de balans.
  • Ten derde lijken ook specifieke karakteristieken van de industrie een rol te spelen bij het verstrekken van gegevens in de jaarrekening.

Wat is de conclusie van het onderzoek van Overfelt?

  • Deze situatie levert een bijdrage aan het debat rondom de noodzaak tot reguleren van de eterne verslaggeving en in welke mate regulering dient plaats te vinden.
  • Dit debat komt in het boek van Scott tot uitdrukking in hoofdstuk 12.
  • De resultaten van dit onderzoek laten zien dat in een vrijwel ongereguleerde situatie er aan externe financiële verslaggeving wordt gedaan.
  • En dat de jaarrekening als communicatie-instrument lijkt te worden gebruikt.

Lering voor de praktijk omtrent het onderzoek van Overfelt:

Wellicht zou hieruit geleerd kunnen worden dat externe financiële verslaggeving (en het werk van accountants) niet noodzakelijk op (gedetailleerde) wet- en regelgeving om daadwerkelijk te kunnen functioneren als instrument om informatie asymmetrie te reduceren.

Plaatsing in de context van het college (Onderzoek van Overfelt)

  • Het artikel sluit direct aan op hoofdstuk 12 (in het bijzonder paragraaf 4) van Scott's Financial Accounting Theory.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo