Samenvatting: Financieel Economische Criminaliteit

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Financieel Economische Criminaliteit

• Theorieën

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 01/03/2021
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat houdt de differentiële associatietheorie in?

  Deze theorie gaat ervan uit dat crimineel gedrag wordt aangeleerd. Dit gaat gepaard met het aanleren van associaties met mensen die voor criminaliteit zijn, en een isolatie van mensen die ertegen zijn.
  
  Criminaliteit wordt geleerd aan de hand van:
  1) Motivaties
  2) Rationalisaties
  3) Technieken

• Wat houdt de Anomie theorie van Durkheim in?

  Anomie is een bepaalde mate van normloosheid. 
  
  
  Een ineenstorting of gebrek aan regelgeving in de samenleving waardoor individuen zonder morele leiding en een gevoel van normloosheid achterbleven

• Wat is de Anomie/strain theorie volgens Merton?

  Onderscheidend kenmerk van de Amerikaanse samenleving: sterke culturele nadruk op de wenselijkheid van materieel succes en individuele prestatie.
  
  Strain: De beperkte toegang tot kansen en de beperkte focus op legale middelen leidt tot social strain 

• Welke toevoeging doet Passas op de anomie theorie?

  De focus van een land reflecteert zich in corporate en individueel gedrag. 
  
  Volgens hem is witteboordencriminaliteit een niet te ontkomen bijproduct van een kapitalistische economie 
  
  Hij beschrijft dat de anomie voor bedrijven ook kan bestaan uit 'the fear of falling'

• Hoe omschrijft Edward Gross de anomie theorie?

  Hij focust zich op de structuur en cultuur van organisaties. "Goal directed entitities" waar prestatie wordt bepaald aan de hand van effectiviteit en het bereiken van gestelde doelen (winst). 
  Deze bedrijven worden gekenmerkt door een altijd bestaande competitie en onzekerheid 

• Welke vier factoren bepalen de mate van 'pressure' volges Edward Gross ?

  1) Mate van verantwoordelijkheid 
  2) Objectiviteit van prestatie meetinstrumenten
  3) Interactie tussen verschillen sub-units binnen e organisatie -> environmental uncertainty 
  4) Goal displacement/Flexibility 

• Wat houdt de sociaal leren theorie van Hirschi in?

  Deze theorie gaat er vanuit dat sociale banden invloed hebben op de mate van uitoefening van crimineel gedrag. Crimineel gedrag kan worden beperkt als onderstaande punten sterk zijn:
  
  1) Betrokkenheid bij conventionele activiteiten - Attachment
  2) Geloof in de moraliteit van de wet - Beliefs
  3) Sociale banden (met peers) - Involvement
  4) Toegewijd aan conventionele 'lines of action' - Commitment

• Hoe vertaald Lasley de sociale leren theorie naar bedrijfsniveau?

  1) Betrokkenheid van de leidinggevende in organisatorische activiteiten 
  2) Geloof in de regels van het bedrijf
  3) Toewijding van de leidinggevende aan de 'lines of action' van de organisatie
  4) Banden tussen collega's en het bedrijf 

• Wat houdt de zelfcontrole theorie in?

  De mate van zelfcontrole gepaard met kansen/mogelijkheden bepaalt de kans dat iemand voer gaat tot het plegen van crimineel gedrag.
  
  Mensen met een lage zelfcontrole focussen vaak op de kortetermijndenken effecten van hun gedrag

• Wat zijn de kritiekpunten op het gebruik van de zelfcontroletheorie binnen witteboordencriminaliteit?

  1) Witteboordencriminaliteit komt wel vaak voor, terwijl de theorie dit zou ontkrachten
  2) Zelfcontrole wordt altijd gebruikt voor het goede -> niet waar, de zelfcontrole kan ook juist worden ingezet voor het plegen van criminaliteit - mask of sanity 
  3) De kansen zouden altijd duidelijk moeten zijn , maar dat blijkt vaak niet waar. Er wordt nog vaak gehandeld uit angst voor verlies dan uit winstoogmerk.