Samenvatting: Financieel Management

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 63 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Financieel management

  • Hoofdstuk 1

    Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 22/03/2016
    Laat hier meer flashcards zien

  • Waar is de grootte van de winst van afhankelijk?

    Enerzijds efficiency en anderzijds de effectiviteit van het ondernemingsproces
  • Wat wordt er onder de efficiency verstaan en wat wordt er onder effectiviteit verstaan?

    Onder efficiency wordt de doelmatigheid van het productieproces verstaan, onder effectiviteit de doelgerichtheid van het productieproces, oftewel de mate waarin het eindproduct geschikt is om te voldoen aan de eisen van de afnemers
  • Wat vormt de winst?

    Het doel, de activiteit en het middel
  • Wat is het marktmechanisme en wat is het budgetmechanisme?

    marktmechanisme= hierbij kunnen consumenten zelf kiezen een goed of een dienst te kopen
    budgetmechanisme= hierbij wordt iedereen belast voor het goed of de dienst (via bv belastingen)
  • Wanneer is er sprake van parallellisatie, verbreding van het assortiment?

    als de overnemer en overgenomene in dezelfde schakel van verschillende kolommen opereren (bv een oliehandel die een groothandel overneemt).
  • Welke drie marktvormen heb je?

    Volledige mededinging- bij deze marktvorm zijn er veel ondernemingen en veel klanten in de bedrijfstak. Dit leidt tot scherpe concurrentie waardoor kartelvorming lastiger is.
    Monopolie- bij deze marktvorm is er slechts één aanbieder, waardoor er geen concurrentie aanwezig is en kartelvorming dus ook onmogelijk is.
    Oligopolie- Hiervan is sprake bij een relatief gering aantal aanbieders: geschikt voor kartelvorming
  • Hoofdstuk 3

    Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 17/05/2016
    Laat hier meer flashcards zien

  • Maak het onderscheid tussen vaste en vlottende activa:

    vaste activa- dit zijn de middelen die meer dan een jaar binnen de onderneming gehouden worden, bijvoorbeeld gebouwen en bedrijfsauto's.
    vlottende activa- dit zijn middelen die binnen een jaar teniet zullen gaan, bijvoorbeeld vorderingen op afnemers aan wie al wel geleverd is, maar die nog niet betaald hebben.
  • Wat houden opbrengsten in?

    Dit zijn niet direct de ontvangsten van de onderneming. Opbrengst(omzet) wordt genomen in de periode waarin de onderneming prestaties ten behoeve van de klant verricht, ongeacht het tijdstip van betaling.
  • Waarom worden aflossingen op vreemd vermogen niet in de resultatenrekening opgenomen?

    Omdat ze niet leiden tot een verandering in het eigen vermogen.
  • Hoofdstuk 4

    Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 18/05/2016
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is Venture Capital en hoe wordt het ook wel genoemd?

    Het wordt ook wel durfkapitaal genoemd. Dit is het vermogen dat andere ondernemingen lenen aan een nieuwe onderneming en terugbetaald krijgen op het moment dat deze onderneming volwassen is en eigen financiële lasten kan dragen.
LET OP!!! Er zijn slechts 63 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart