Samenvatting: Financiële Aspecten Van Vastgoed (Fba)
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Financiële aspecten van vastgoed (FBA)
-
Taak 1 (hoofdstuk 1)
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 01/03/2017
Laat hier meer flashcards zien -
Om welke redenen wil een opdrachtgever inzicht hebben in de totale investeringskosten?
Geschiktheid van het project bepalen.
Goedkeuring krijgen van de opdrachtgever.
Financiële sturing geven.
Financiële verantwoording afleggen. -
Op welke niveau's kunnen we investeringskosten analyseren?
Orientatiefase/projectdefinitiefase
Raming: kosten met betrekking tot de bouw, toetsen van de financiële haalbaarheid.- Worden geraamd aan de hand van kengetallen of eenheidsprijzen waarbij de opslag percentages voor de aannemer op basis van marktontwikkeling worden ingevuld.
Ontwerpfase:
Begroting: begroting van de bouwkosten is gebaseerd op de prijs maal de hoeveelheid onderdelen van een gebouw. Toetsen of het uitgewerkte ontwerp nog voldoet aan het financiële kader.
Prijsvormingsfase
Calculatie: een opstelling van de bouwkosten door de uitvoerende partij en is veelal gebaseerd op de manier waarop het werk gerealiseerd kan worden. -
Op welke manier hangen investeringskosten en exploitatiekosten samen?
Deze hangen samen vanwege de kosten van het in standhouden van het pand. Hoge investeringskosten (hoge kwaliteit duurzame materialen) kunnen de exploitatiekosten (minder onderhoud, schoonmaak) doen dalen. En andersom. -
Hoe moeten de bouwkosten worden ingedeeld bij de aanvraag van een bouwvergunning?
Kosten per eenheid: m2, bvo, m3, medewerker, leerling, productie-eenheid etc.
Indeling naar elementen
Indeling naar bestekhoofdstuk
Kosten naar volgorde van uitvoering -
Welke kostenbepalende factoren kennen we ten aanzien van investeringskosten?
- Vormfactoren: de verhoudingen die verschillende uitgangspunten voor het onderwerp vastleggen.
- Materiaalkeuze: de uiteindelijke invulling van elementen bepalen een deel van de prijs (wel minder dan vormfactoren en elementen)
- Elementen: onderdelen die groot deel van de prijs bepalen, te verdelen in twee groepen:
- Elementen die in relatief grote hoeveelheden voorkomen en daardoor een groot deel van de bouwkosten veroorzaken;
- Elementen die rij kostbaar zijn (hoge prijs)
- Vormfactoren: de verhoudingen die verschillende uitgangspunten voor het onderwerp vastleggen.
-
Hoe hangen investeringskosten en exploitatiekosten met elkaar samen?
Investeringskosten beïnvloeden in belangrijke mate de exploitatiekosten.
De hoogte van de vaste exploitatiekosten wordt mede bepaald door de afschrijvingskosten en intrest. Afschrijvingskosten en intrest zijn afhankelijk van de omvang van het investeringsbedrag.
Investering in hoogwaardig materiaal heeft invloed op de onderhoudskosten.
Investering in materialen op toiletten beïnvloeden de schoonmaakkosten. -
Wat houdt de NEN 2580 in?
NEN 2580 geeft definities van oppervlakten en inhouden van gebouwen.- Brutovloeroppervlakte. De brutovloeroppervlakte van een ruimte of van een groep van ruimten is de oppervlakte, gemeten op vloerniveau langs de buitenkant van de opgaande scheidingsconstructies.
- Netto-vloeroppervlakte. De nettovloeroppervlakte van een ruimte of van een groep van ruimten is de oppervlakte, gemeten op vloerniveau, tussen de begrenzende opgaande scheidingsconstructies van de afzonderlijke ruimten.
- Tarraoppervlakte. De tarraoppervlakte is het verschil tussen de bruto-vloeroppervlakte en de netto-vloeroppervlakte.
- Nuttige oppervlakte De nuttige oppervlakte is de netto-vloeroppervlakte minus de ruimten voor horizontaal en verticaal transport en minus de ruimte voor gebouwinstallaties.
- Brutovloeroppervlakte. De brutovloeroppervlakte van een ruimte of van een groep van ruimten is de oppervlakte, gemeten op vloerniveau langs de buitenkant van de opgaande scheidingsconstructies.
-
Wat is het verschil tussen renovatie en groot onderhoud?
Bij renovatie wordt het gebouw aangepast aan de maatschappelijke, technologische en economische ontwikkelingen die in de loop van de tijd hebben plaats gevonden. De kosten van renovatie worden als een apart investeringsproject gezien.
Bij grootonderhoud wordt slijtage aan het gebouw of gebouwdelen hersteld. De kosten van grootonderhoud worden in de huurprijs doorberekend aan de huurder of gebruiker. -
Taak 2 (hoofdstuk 2 en les 1, 2, 3)
Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 02/03/2017
Laat hier meer flashcards zien -
Wat houd het bruto aanvangsrendement (BAR) in?
Bruto Aanvangsrendement (BAR): hoe veel rendement je denkt te hebben indien je dit specifieke pand zou kopen, je bepaald de waarde van het vastgoed. Is een waarderingsgetal.
BAR = (markthuur eerste jaar bij volledige huur / totale investering) x 100 -
Wat houdt het netto aanvangsrendement (NAR) in?
Hoeveel rendement je denkt te hebben indien je dit specifieke pand zou kopen- Maar! De huur die je krijgt, krijg je niet volledig want je moet meer betalen.
- Maar! De huur die je krijgt, krijg je niet volledig want je moet meer betalen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden