Hypothecaire leningen - Lineaire lening

11 belangrijke vragen over Hypothecaire leningen - Lineaire lening

Wat is inbegrepen in elke vaste bedrag je betaalt?

  1. Aflossing
  2. interest over de resterende schuld (schuldrest).

Omdat je aflost en je schuld kleiner wordt, betaal je steeds minder interest.

De bruto maanduitgaven (interest + aflossing) dalen.  

7.2. Faissal en Imke hebben een woning gekocht voor 350.000 eur en
sluiten een hypothecaire lening af van 300.000 EUR.
Ze hebben gekozen voor een lineaire lening met een looptijd van 30 jaar.
=========================================================

Geef een reden waarom Faissal en Imke en lager bedrag lenen dan de aankoopprijs van de woning.

  1. Door zelf een deel te financieren hebben ze lagere rentelasten.
  2. Ze krijgen een schenking van hun ouders.
  3. De bank wil hen niet het volledige bedrag lenen. 

7.2. Faissal en Imke hebben een woning gekocht voor 350.000 eur en
sluiten een hypothecaire lening af van 300.000 EUR.
Ze hebben gekozen voor een lineaire lening met een looptijd van 30 jaar.
=========================================================
Bereken hoeveel ze maandelijks aflossen op deze lineaire lening.

Teken het verloop van de schuld van de lineaire lening.

Aflossen:  300,000/30/12 = 833,33
                  Elke maand zelfde.
                  (interest bedrag is dan elke mand laager)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

7.2. Vraag 4
Maak de volgende zinen kloppend.

Bij een lineaire lening nemen de totale (maand)uitgaven voor de consument, oftewel de geldnemer/geldgever, geleidelijk af/toe.
De (maand) uitgaven bestaan uit ....A + B  

Geldnemer
af
interest of rente (A)
Aflossing (B)

Bi het afsluiten van een hypothecaire lening is er sprake van enkelvoudige interest. Wat is dan bedoelt?

Aan het einde van iedere periode
betaal je interest
over de schuld aan het begin van de periode.

7.3. Noteer telkens het woord dat op de plaats van de letter moet worden ingevuld.

1. Beginschuld - A = eindschuld
2. Bruto(mand) uitgave = B + Aflossing

3. De schuld bij een lineaire lening daalt met een C lijn
4. Het rentebedrag bij een lineaire lening neemt (D)
5. Interest is een adere woord voor (E)

1. Aflossing
2. Interest/rent
3. Lineraire (rechte)
4. Af
5 Rente

7.4. Lucas heeft een hypothecaire lening
    op basis van lineaire aflossing
     van 150.000 EUR afgesloten op 1 januari 2024
      tegen een rente van 6% per jaar.
      Met de bank heeft Lucas afgesproken dat hij de lening in         30 jaar aflost, steeds op het eind van ieder jaar.

Stel het aflossingsplan op en maak daarbij gebruik van onderstaand schema.

Aflossing: 150.000/30 = 5000
Interest = 0,6* 150.000 = 9000

7.5.
Maaike heeft een hypothecaire lening
op basis van lineaire aflossingen
op 1 januari 2025.

Vul de ontbrekende getalen in het schema in een noteer je berekeningen.

238 + 12.000 = 250.000
Interest : 10.000/250.000 * 100 = 4%
De aflossing blijft elk jaar gelijk.

7.7.
Ester sluit  op 1.januari 2025
een hypothecaire lening op basis van lineaire aflossingen af
van 300.000 EUR.
Tegen een  interest van 2% per jaar v
oor een periode van 30 jaar.
De interest en aflossing worden telkens aan het einde van het jaar betaald.

  1. Bereken de jaarlijkse aflossing
  2. Bereken het bedrag aan interest dat in 2025 betaald wordt.
  3. Bereken de bruto jaaruitgaven in 2026
  4. Bereken de interest in het jaar 2035
  5. Bereken de schuldrest op 1 januari 2037

1. 300.000/30 - 10.000

2,  0,02 * 300.000 = 6.000

3.  Interest 2026 (300.000-10000)*0,02
    + Aflossing    10.000
  = 15.800  

4. Schuld 2035 (300.000 - 10*1000) * Interest   0,02 = 4000

5. 300.000 - 12*1000= 180.000

7.8.
Marieke sluit op 1. Januari 2025
een hypothecaire lening op basis van lineaire aflossingen af.

Ze spreekt af dat ze maandelijks
aan het einde van de maand, g
edurende 30 jaar 550 EUR aan aflossing betaald.
De rente bedraagt 0,5% per maand en wordt aan het einde van de maand betaald.

1. Bereken hoeveel Marijke geleend heeft.
2. Bereken het bedrag dat Marijke in de laatste maand betaalt aan de bank.

1.  30* 12 * 550 = 198.000

2. Laatste maand moet ze nog 550 aflossen.
    Interest + aflossing = 0,005*550 + 550 = 552,75

7.9
Ralph sluit op 1 januari 2024 een hypothecaire lening
op basis van lineaire aflossingen
van 175.000
tegen 2,65% interest.

Jaarlijks betaalt hij op 31.12.  de rente en de alossing.
De laatste aflossing zal plaatsvinden op 31.12. 2048

  1. Bereken de jaarlijkse aflossing.
  2. Bereken het bedrag dat Ralph aan rente betaalt geurende de gehele looptijd
  3. Bereken het totale bedrag dat Rapfh geurende de looptijd aan de bank betaalt.       

1. 175000/25 = 7000

2. De loopt tijd 25 jaar
     1. Januari 2024 - 1.januari 2048 = 24 jaar  
     1.januari 2048  - 31 December 2048 1 jaar

   De beginschuld 175.000
   laatste aflossing is 70000

gemiddelde schuld over hele looptijd (175.000 + 7000)/ 2 = 91.000
91.000 * 25 jaar = 2.275.000
Interest over de hele looptijd = 2.275.000 * 0,0265 = 60.287,50

4. Totale bedrag = 60.287,50 + 175.000 = 235287,50

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo