De economische gebruiksduur van duurzame productiemiddelen - Economische gebruiksduur bij eenmalige investeringen
3 belangrijke vragen over De economische gebruiksduur van duurzame productiemiddelen - Economische gebruiksduur bij eenmalige investeringen
Hoe moet de economische gebruiksduur vastgesteld worden bij een eenmalige investering?
op basis van de hoogste totale winst.
Voorbeeld 7,5
Aanschafwaarden: € 35.000
Technische gebruiksduur: 5 jaar
Restwaarde: nihil
Intrest: 10%
Jaar Productie Complementaire kosten
1 5.000 €30.000
2 5.000 €35.000
3 4.000 €35.000
4 4.000 €40.000
5 3.000 €45.000
Verkoopprijs €12,- per product.
Jaar 1 2 3 4 5
Opbrengst € 60.000 €60.000 €48.000 €48.000 €36.000
Complementaire kosten €30.000 €35.000 €35.000 €40.000 €45.000
€30.000 €25.000 € 13.000 € 8.000 € 9.000
Bij de gebruiksduur is vier jaar.
CWW = €30.000/1,10+€25.000/1,10^2+€13.000/1,10^3+€8.000/ 1,10^4 - 35.000 = €28.167
Opbrengst € 60.000 €60.000 €48.000 €48.000 €36.000
Complementaire kosten €30.000 €35.000 €35.000 €40.000 €45.000
€30.000 €25.000 € 13.000 € 8.000 € 9.000
Bij de gebruiksduur is vier jaar.
CWW = €30.000/1,10+€25.000/1,10^2+€13.000/1,10^3+€8.000/ 1,10^4 - 35.000 = €28.167
De berekening van de contante waarde van de winst komt overeen met?
De wijze waarop bij investeringsselectie de netto contante waarde wordt vastgesteld.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
