Samenvatting: Financiën Beknopt 2
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Financiën beknopt 2
-
1 Financiën beknopt hfst 1 t/m 5
Dit is een preview. Er zijn 23 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Examenvraag:De grootboekrekening Belegde Reserves behoort tot:A- de activaB-het eigen vermogenC-het vreemd vermogen op lange termijn
.A- de activa
(zie uitleg blz 9 vraag 3 docenten handleiding) -
Van welke balanspost maken reseves deeluit (agioreserve bij plaatsing aandelen, reservering uit de winst)?
Balanspost: Eigenvermogen
Pas op voorzieningen zijn geen eigenvermogen maar lang vreemd vermogen. -
examenvraag:Het eigen vermogen na winstdeling van een NV kan verschillen van het gestorte aandelenvermogen van een NV. Hoe noemt men het positieve verschil tussen het Eigen vermogen en het gestorte aandelenvermogen van deze NV?A- intrinsieke waarde B- de reserveC- het werkkapitaal.
.B- de reserve
Het eigen vermogen van een NV bestaat uit het gestorte vermogen en eventueel een of meer van de navolgende reserves : agioreserve, winstreserve, herwaarderingsreserve en reorganisatiereserve. Omdat er in de opgave sprake is van een situatie na winstdeling zal het ook winstreserve betreffen, de andere gegeven mogelijkheden zijn geen antwoord op de vraagstelling -
Wat staat er in de statuten van van een BV?Waar zijn deze statuten terug te vinden?
.In de statuten staan de grondregels van een BV, diverse bepalingen die ten grondslag liggen
aan de BV. Deze statuten zijn terug te vinden in de akte van oprichting die bij de notaris is
opgemaakt -
.Opg. 10Welke van de onderstaande stellingen is juist?Stelling I: Formele reserves kunnen alleen bij een persoonlijke ondernemingvoorkomen.Stelling II: Materiële reserves zijn onder andere opgebouwd uit dewinstreserves van de voorgaande jaren.A- Stelling I is juist en stelling II is onjuist.B- Stelling I is onjuist en stelling II is juist.C- Stellingen I en II zijn beide onjuist.
.10. C
Formele reserves kunnen ook –met name- bij BV’s en NV’s voorkomen.
10. c Formele reserves kunnen ook –met name- bij BV’s en NV’s voorkomen.
Materiele reserves staan debet op de balans en vormen een bezit. reserves staan debet op de balans en vormen een bezit. -
.Opg. 21 Er is sprake van “herkapitalisatie” bij:A- Het uitgeven van bonusaandelen ten laste van de reserves.B- De herwaardering van vaste activa.C- Het plaatsen van een nieuwe aandelenemissie
.21. A Het uitgeven van bonusaandelen ten laste van de reserves heeft een herschikking in de samenstelling van het kapitaal (hier bedoeld als eigen vermogen) tot gevolg. -
Als je een voorziening treft voor onderhoud. Zijn dit kosten of uitgaven?
.Dit zijn kosten, maar geen uitgaven. Er wordt tenslotte geen geld uitgegeven, maar het wordt theoretisch opzij gelegd -
.Opg. 8 Lees de volgende beweringen.Stelling I. Een voorziening is een reservering van de winst om toekomstigevervangingsinvesteringen te kunnen doen.Stelling II. Onderhandse leningen worden vooral verstrekt door institutionelebeleggers en zijn niet op de beurs verhandelbaar.A- I is juist, II is onjuist;B- II is juist, I is onjuist;C- I en II zijn onjuist
.8-.B Een voorziening is bedoeld om toekomstige verplichtingen, die eens in de zoveel jaren moeten worden betaald, inzichtelijk te maken. Hiervoor wordt maandelijks ten laste van de resultatenrekening de voorziening (=LVV) aangevuld.
Onderhandse leningen spelen zich af tussen meestal twee partijen, een voorbeeld is het afsluiten van een hypothecaire lening. Ze zijn niet op de beurs verhandelbaar -
.Opg. 15 Op de balans van een onderneming staat o.a. de balanspost Crediteuren. Watvoor soort krediet is dit voor deze onderneming?A- Ontvangen afnemerskrediet;B- Gegeven leverancierskrediet;C- Ontvangen leverancierskrediet
.C-. Crediteuren staan credit op de balans en zijn dus schulden aan leveranciers. De
onderneming heeft in datgeval krediet ontvangen van zijn leveranciers. -
.Opg. 21 Door de aflossing van een hypothecaire lening neemt het banktegoed van een onderneming af. Wat is het gevolg van deze aflossing op de vermogensstructuur van deze onderneming?A- Het vreemd vermogen en het eigen vermogen nemen beide toe;B- Het vreemd vermogen neemt af en het eigen vermogen neemt toe;C- Het vreemd vermogen neemt af en het eigen vermogen blijft gelijk.
.C- Het vreemd vermogen neemt af en het eigen vermogen blijft gelijk.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden