Samenvatting: Fiscaal Bestuursrecht | Douma
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Fiscaal Bestuursrecht | Douma
-
1 Inleiding Fiscaal Bestuursrecht
Dit is een preview. Er zijn 27 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wie wordt door de inspecteur uitgenodigd tot het doen van aangifte?
Degene die naar zijn mening vermoedelijk belastingplichtig of inhoudingsplichtig is (art. 6-1 AWR). -
In welk arrest werd bepaald hoe de verlengde navorderingstermijn voor buitenlandse vermogensbestanddelen zich verhoudt tot de Verdragsvrijheden van de Europese Unie?
Het arrest Passenheim-Van der Schoot. -
Wat is hét kenmerk van de aangiftebelasting?
De belastingplichtige stelt zélf de aanslag vast (self-assessment). -
Noem twee wijzen van verkapte navordering.
De foutenleer (gebaseerd op het totaalwinstbegrip van art. 3.8 IB) en interne compensatie (BNB 2003/172). -
Wat werd er bepaald in het arrest Passenheim-Van der Schoot?
Dat de verlengde navorderingstermijn van art. 16-4 AWR in beginsel niet in strijd is met het Europese vrije verkeer. Maar, indien de inspecteur aanwijzingen heeft omtrent bezit in het buitenland dan dient hij met 'redelijke voortvarendheid' te werk te gaan. Anders handelt hij in strijd met het communautaire evenredigheidsbeginsel. -
Wat is de ratio achter de langere navorderingstermijn ten opzichte van buitenlandse vermogensbestanddelen (art. 16-4 AWR)?
De ratio hierachter is dat de fiscus ten aanzien van buitenlandse vermogensbestanddelen beperkte controlemiddelen heeft. -
Wat is de reguliere navorderingstermijn? En de navorderingstermijn indien er sprake is van buitenlandse vermogensbestanddelen?
Het verloop van vijf jaren na het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan (art. 16-3 AWR). Indien er sprake is van het in het buitenland opgekomen vermogensbestanddelen, geldt ten aanzien van die bestanddelen een navorderingstermijn van twaalf jaren (art. 16-4 AWR). -
In welke gevallen bestaat er een onbeperkte navorderingsbevoegdheid?
Bij onjuiste verrekening of verdeling vermogensbestanddelen (art. 16-2 AWR). -
Het is druk bij de Belastingdienst. Derhalve laat Inspecteur Jansen de ongeschoolde uitzendkrachten Mohammed en Ali opdraven om met behulp van het nieuwe, nog met bugs doorweefde systeem in zijn naam aanslagen op te leggen. Kees Boef krijgt tot zijn grote verrassing een teruggaaf van belasting alwaar hij had verwacht een flink bedrag te moeten betalen. Kan de inspecteur Jansen in dit geval navorderen?
Nee. Er kan geen beroep worden gedaan op de typfoutjurisprudentie (BNB 2003/345) in het geval dat de fout voortvloeit uit de keuze voor een bepaalde (onzorgvuldige) werkwijze (BNB 2006/315). -
Als gevolg van de typfout en kater van inspecteur Jansen krijgt Marcel op een zonnige dag een aanslag in de bus waaruit blijkt dat hij kan rekenen op een teruggaaf van een ton. Marcel had gerekend op een teruggaaf van een kleine duizend euro. Niet veel later ontdekt inspecteur Jansen de fout. Kan hij terugkomen op zijn typfout?
Ja. Dit is bepaald in de typfoutjurisprudentie. Het dient dan wel voor de belastingplichtige redelijkerwijs kenbaar te zijn dat bij de totstandkoming van de aanslag een fout is gemaakt (BNB 2003/345).
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden